Rechtsmethodiek (werkcollege met kennismakingsstage) (B-KUL-HBR29C)

8 studiepuntenNederlands28 urenBeide semestersUitgesloten voor examencontract
Demarsin Bert (coördinator) |  Van Ransbeeck Raf
OC Bachelor Rechten Campus Brussel

Dit opleidingsonderdeel wil de student vertrouwd maken met de methodologie van de rechtswetenschap, alsook met diverse facetten van het juridisch beroep. Het opleidingsonderdeel is gericht op het aanleren van de cruciale vaardigheden die moeten bijdragen tot het professionalisme en de zelfredzaamheid van de toekomstige jurist. Als zodanig geldt het opleidingsonderdeel als de basis voor andere rechtsvakken en de latere beroepspraktijk.

Het vak valt uiteen in twee luiken:

1. Het eerste luik van het werkcollege rechtsmethodiek is gericht op het aanleren van juridische vaardigheden, door de studenten in te leiden in de juridische heuristiek. Daartoe worden de studenten vertrouwd gemaakt met het opsporen en verwerken van de diverse geschreven rechtsbronnen (wetgeving, rechtspraak en rechtsleer). Beheersingsniveau 3

2. Het tweede luik betreft een stage waarin de student zich traint om juridisch vraagstukken juist te analyseren en te kwalificeren. Tevens wordt van de student verwacht dat hij op een juridisch gefundeerde en pragmatische wijze in staat zou zijn om deze juridische vraagstukken te benaderen. Op deze manier wordt er naar gestreefd om de student de juridische denkmethode via de praktijk bij te brengen. Eveneens worden de opzoekingsvaardigheden van de student verder ontwikkeld. Beheersingsniveau 3
 

Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:

De student hanteert een systematische methode bij het oplossen van juridische casussen. Hij is in staat om zelfstandig een synthese en analyse te maken van de juridisch relevante feiten en de noodzakelijke rechtsregels in verband te brengen met deze feiten. Hij hanteert hierbij een logische en juridisch verantwoorde argumentatie.
• De student begrijpt en analyseert juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde teksten.
• De student selecteert juridisch relevante feiten uit empirisch feitencomplex.
• De student formuleert mogelijke rechtsvragen uit een empirisch feitencomplex.
• De student identificeert rechtsregels en rechtsproblemen uit concrete casussen.
• De student brengt rechtsregels in verband met een concrete juridische casus om tot een juridisch verantwoorde oplossing te komen.
• De student ontwikkelt een systematische aanpak bij het uitwerken van juridische en/of andere vakdomein- gerelateerde oplossingen.
• De student beargumenteert op logische wijze een juridische redenering.

De student kan zelfstandig rapporteren over een beknopt rechtswetenschappelijk onderzoek en past hierbij op correcte wijze de noodzakelijke juridisch-wetenschappelijke onderzoeksmethoden toe en kan het gekozen onderzoeksdesign beargumenteren. Hij verwijst steeds correct naar geraadpleegde juridische en rechtswetenschappelijke informatie. Hij is zich steeds bewust van het onderscheid tussen een juridisch-wetenschappelijke en een juridisch-positiegebonden benadering.
• De student kan de onderzoeksmethoden binnen de rechtswetenschappen beschrijven.
• De student geeft een methodologisch verantwoord overzicht van een juridisch probleem.

De student kan helder en correct schriftelijk en mondeling communiceren in het academisch Nederlands en gebruikt hierbij steeds een correct taalregister. Hij kan communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten.
• De student beheerst schriftelijk en mondeling het academisch Nederlands.
• De student communiceert schriftelijk met vakgenoten aan de hand van diverse teksttypes waaronder de zakelijke brief, conclusies of juridisch advies, annotatie, synthesenota, contract of regelgeving…
• De student communiceert mondeling met (niet)-vakgenoten en kan waar nodig, gebruik maken van audiovisuele middelen.
• De student rapporteert op gestructureerde wijze (opbouw en argumentatie) onder de vorm van een (juridisch-)wetenschappelijke tekst.

De student kan eenvoudig zakelijk communiceren in het Nederlands, Frans en/of Engels en kan hierbij de correcte juridische en andere vakdomein-gerelateerde terminologie hanteren.
• De student verwoordt juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde begrippen en ideeën op een correcte en gestructureerde manier.

De student kan een gefundeerde en beargumenteerde positie innemen in een maatschappelijk, juridisch debat.
• De student neemt een (juridisch-)wetenschappelijk onderbouwd maatschappelijk standpunt in en communiceert dit schriftelijk op basis van een essay of kritische tekst.

De student kan juridische, rechtswetenschappelijke en algemeen vormende informatie verzamelen en kritisch verwerken.
• De student gebruikt moderne informatietechnologieën en is bewust van de snelle veranderingen op het vlak van informatietechnologieën.
• De student ontwikkelt een efficiënte methode om relevante informatie uit juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde (digitale) bibliotheken en databanken te verzamelen.
• De student beoordeelt de zoekresultaten op wetenschappelijke kwaliteit en relevantie.
• De student verwijst op correcte juridische of op andere vakdomein-gerelateerde wijze naar informatiebronnen en het werk en ideeën van anderen.

De student kan zelfstandig voor hem nieuwe kennis en vaardigheden verwerven, verwerken en assimileren.
• De student gaat constructief om met feedback en evaluatie en houdt hiermee rekening in het leerproces.
• De student is zich bewust van de dynamische ontwikkeling van het recht.

De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.

Om dit (opleidingsonder)deel in optimale omstandigheden aan te vatten, is het aangewezen dat de student de kennis, vaardigheden en attitudes, aangeleerd in Inleiding tot de rechtswetenschap, Verbintenissenrecht en Publiekrecht I: Staats- en administratief recht (vanaf 2021-2022: Grondwettelijk recht en Bestuursrecht), actief kan inzetten.

De student dient te beschikken over een leergierige, gemotiveerde en constructieve houding. Maturiteit en professionalisme zijn eveneens essentieel om de stage naar behoren te kunnen doorlopen. In het bijzonder benadrukken wij in dat verband dat in vele juridische beroepen de vertrouwelijkheid en de discretie als zeer belangrijk worden beschouwd. Het spreekt voor zich dat van de student-stagiair een gelijkaardige houding wordt verwacht.

Strikt genomen is geen specifieke talenkennis vereist. Toch dient dit op enkele essentiële punten te worden genuanceerd.
1. Gelet op het feit dat heel wat juridische bronnen in België (in het bijzonder de rechtsleer en de rechtspraak) niet in het Nederlands maar in het Frans zullen zijn gesteld, zal een passieve kennis van de Franse taal in de praktijk vaak aangewezen zijn.
2. Bovendien is het mogelijk dat sommige stageplaatsen uitdrukkelijk verlangen dat de kandidaat-student stagiairs naast het Nederlands, ook het Frans en/of het Engels en/of het Duits zouden beheersen.

Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.


GELIJKTIJDIG(C07G7A ) OF GELIJKTIJDIG(C04X0A ) OF GELIJKTIJDIG(C06X6A ) OF GELIJKTIJDIG(HBR22C ) OF GELIJKTIJDIG(HFR15A )

Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
C07G7A : Juridisch schrijven, werkcollege
C04X0A : Juridisch schrijven, werkcollege
C06X6A : Juridisch schrijven, werkcollege (werkstudenten)
HBR22C : Juridisch schrijven, werkcollege
HFR15A : Juridisch schrijven, werkcollege (Niet meer aangeboden dit academiejaar)

Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
C06D5A : Verbintenissenrecht, werkcollege
C06D6A : Grondwettelijk recht, werkcollege
C06D7A : Bestuursrecht, werkcollege
C06D8A : Goederenrecht, werkcollege
C06D9A : Bijzondere overeenkomsten, werkcollege
C07D0A : Handels- en economisch recht, werkcollege
C07D1A : Vennootschapsrecht, werkcollege
C07D2A : Personen- en familierecht, werkcollege
C07D3A : Familiaal vermogensrecht, werkcollege
C07D5A : Rechtsgeschiedenis, seminarie A
C07D6A : Rechtsgeschiedenis, seminarie B
C07D7A : Verbintenissenrecht, seminarie
C07D8A : Grondwettelijk recht, seminarie
C07D9A : Bestuursrecht, seminarie
C08D0A : Goederenrecht, seminarie
C08D1A : Bijzondere overeenkomsten, seminarie
C08D2A : Handels- en economisch recht, seminarie
C08D3A : Personen- en familierecht, seminarie
C08D4A : Gezondheidsrecht, seminarie
C08D5A : Vennootschapsrecht, seminarie
C08D6A : Familiaal vermogensrecht, seminarie
C04F4A : Strafrecht, werkcollege
C04F5A : Strafprocesrecht, werkcollege
C04F8A : Jurisprudence, Tutorial
C05F4A : ICT-recht, seminarie
C04X0A : Juridisch schrijven, werkcollege
C07G7A : Juridisch schrijven, werkcollege
C06X6A : Juridisch schrijven, werkcollege (werkstudenten)
C08X5A : Juridisch werkcollege A (werkstudenten)
C08X6A : Juridisch werkcollege B (werkstudenten)
C09X7A : Rechtsgeschiedenis, seminarie A (werkstudenten)
C09X8A : Rechtsgeschiedenis, seminarie B (werkstudenten)
C09X9A : Verbintenissenrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y0A : Grondwettelijk recht, seminarie (werkstudenten)
C00Y1A : Bestuursrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y2A : Goederenrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y3A : Bijzondere overeenkomsten, seminarie (werkstudenten)
C00Y4A : Handels- en economisch recht, seminarie (werkstudenten)
C00Y5A : Personen- en familierecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y6A : Gezondheidsrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y7A : Vennootschapsrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y8A : Familiaal vermogensrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y9A : ICT- recht, seminarie (werkstudenten)
HBR22C : Juridisch schrijven, werkcollege
HFR15A : Juridisch schrijven, werkcollege (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
C00K8A : Vennootschapsrecht, werkcollege / Droit des sociétés, travaux pratiques

Onderwijsleeractiviteiten

8 sp. Rechtsmethodiek (werkcollege met kennismakingsstage) (B-KUL-HBR29c)

8 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum28 urenBeide semesters
OC Bachelor Rechten Campus Brussel

A. ALGEMEEN

Het werkcollege rechtsmethodiek wil de studenten inleiden in de juridische heuristiek. Daartoe worden de studenten vertrouwd gemaakt met de diverse geschreven rechtsbronnen (wetgeving, rechtspraak en rechtsleer).

Dit gebeurt aan de hand van enerzijds werkcolleges waarin door middel van concrete oefeningen de vindplaatsen van juridische informatie, alsook de afspraken inzake citeren en afkorten bij wetenschappelijke publicaties worden toegelicht. Verder komt in het bestek van deze werkcolleges ook de specifieke redactiestijl en de bijhorende inhoudelijke analyse van cassatiearresten aan bod.

Vervolgens dienen de studenten deze vaardigheden in groepjes van 2 toe te passen bij het oplossen van een rechtsvraag (gebaseerd op een ongepubliceerd vonnis of arrest). Bij deze opdracht dienen de studenten de eerder aangeleerde vaardigheden op zelfstandige basis toe te passen op een reële casus uit de dagelijkse rechtspraktijk. De oplossing van de rechtsvraag zal finaal mondeling worden gepresenteerd onder de vorm van een pleitoefening.

Deze eerste kennismaking met de juridische praktijk wordt gedurende het tweede semester uitgediept door de student een gediversifieerd stageprogramma te laten doorlopen. Voor de invulling van deze stage en de praktische richtlijnen verwijzen wij naar het stagereglement dat de student kan raadplegen op Toledo.

B. OVERZICHT VAN LEERINHOUD

Eerste luik: juridische heuristiek

i) Algemeen

A. In de eerste lesweek vindt een introductiecollege plaats waarin de doelstellingen en praktische organisatie van het werkcollege worden toegelicht. In de weken 2, 3 en 4 volgen zes verplichte werkcolleges van 2 uur (twee werkcolleges per werk), waarin de belangrijkste juridische vaardigheden op het vlak van het opsporen en verwerken van de formele bronnen van het recht worden aangebracht en ingeoefend. In geval van afwezigheid volgt de student de instructies daaromtrent, die hij kan raadplegen op Toledo.

B. In lesweek 5 krijgen de studenten per groepje van twee een rechtsvraag, gebaseerd op een ongepubliceerd vonnis of arrest. Elk groepje schrijft een juridische verhandeling waarbij de rechtsvraag op een grondige rechtswetenschappelijke manier benaderd wordt en waarbij de student aantoont dat hij de juridische vaardigheden en rechtsmethodologische technieken beheerst die aangeleerd werden tijdens de werkcolleges.

C. Verder woont elke student het verplichte begeleide rechtbankbezoek bij en participeert hij in de bijhorende pleitoefening. In geval van afwezigheid volgt de student de instructies daaromtrent, die hij kan raadplegen op Toledo.

D. Ook zijn de studenten verplicht om de avondlezingen voor studenten te volgen die door de rechtsfaculteit worden georganiseerd. In geval van afwezigheid volgt de student de instructies daaromtrent, die hij kan raadplegen op Toledo.

ii) Concrete inhoud en kalender werkcolleges juridische vaardigheden

- Algemeen introductiecollege (week 1)
Algemene informatie over het werkcollege.

- 1e werkcollege (week 2): wetgeving
In dit werkcollege wordt het opzoeken van wetgeving en parlementaire voorbereiding aangeleerd.

- 2e werkcollege (week 2): Bibliotheekoefening
Deze les vindt plaats in de bibliotheek. Tijdens het college komen de aandachtspunten van werkcollege 2 opnieuw aan bod, zij het bekeken in het licht van de bibliotheekoefeningen waarvan de studenten de opgave terugvinden op Toledo.

- 3e werkcollege (week 3): Rechtspraak en rechtsleer + Verwijzen en afkorten
In dit werkcollege wordt het opzoeken van rechtspraak en rechtsleer aangeleerd. Daarnaast komen de conventies inzake verwijzen en afkorten aan bod. Hierop worden 3 oefeningen gemaakt. [1) wetgeving, 2) rechtspraak & rechtsleer en 3) geïntegreerde oefening]. De student vindt de opgave van de drie oefeningen terug op Toledo.

- 4e werkcollege (week 3): heuristonica
Dit werkcollege betreft de heuristonica en vindt plaats in de computerklas. Aldus worden de zoekmethoden voor digitale juridische bronnen toegelicht en ingeoefend.

- 5e werkcollege (week 4): Cassatieanalyse
Cassatieanalyse: In dit werkcollege wordt de cassatietechniek toegelicht en worden een tweetal cassatiearresten geanalyseerd aan de hand van de modelvragen.

- 6e werkcollege (week 4): Cassatieanalyse
Vervolg cassatieanalyse: In dit werkcollege worden cassatiearresten geanalyseerd aan de hand van de modelvragen. De studenten bereiden dit thuis individueel voor. In het werkcollege worden de diverse oplossingen besproken. De voor te bereiden arresten worden aangeduid op Toledo.

iii) Inhoud en kalender rechtsvraag

Elk groepje krijgt een rechtsvraag toegewezen in week 5 van het academiejaar. Hier zal uiteengezet worden wat er van de studenten verwacht wordt, welke aanpak aangewezen is, welke de evaluatiemodaliteiten zijn en hoe ze hierin begeleid zullen worden.

Begin december leveren de studenten een voorlopige bibliografie in waarin ze duidelijk weergeven welke wetgeving, rechtspraak en rechtsleer ze willen betrekken bij de oplossing van hun rechtsvraag.

Voor de Kerstvakantie dienen de studenten een voorlopige versie in.
Een bespreking van de voorlopige versie volgt in de eerste week van het tweede semester.

Studenten die bijkomende begeleiding wensen, kunnen vanaf begin november steeds per e-mail een afspraak maken met hun begeleider.

De eindversie van de rechtsvraag wordt vervolgens beantwoord in een paper van minimum 5 pagina's (exclusief de noten, de bibliografie en de eventuele bijlagen). Deze dient voor de paasvakantie te worden ingeleverd.

Na de paasvakantie worden de rechtvragen gepleit voor de rechter die de onderliggende zaak aanleverde.

 
Tweede luik: Juridische stage (tweede semester)

i) Algemeen

Het stageonderdeel heeft tot doel de student kennis te laten maken met diverse juridische beroepen en met het juridisch werk als zodanig. Daarnaast wil het de student aanzetten tot een kritische reflectie over een centraal juridisch vraagstuk waarrond de student zijn stageprogramma opbouwde.

ii) Inhoud en kalender rechtsvraag

De student woont een inleidende sessie bij aan het begin van het academiejaar, en legt vervolgens een aantal verkennende contacten waarna hij zijn stageprogramma samenstelt. Elke student krijgt een stagebegeleider aangewezen, die de student opvolgt gedurende zijn stage en bij de uitwerking van zijn stagevoorstel.

Vanaf het begin van het tweede semester vangt de stage van de student aan en dit voor 72 uur. Conform het stagereglement bepaalt de student voorafgaand in samenspraak met de stageplaatsen op welke dagen de stage zal worden doorlopen (in de regel op vrijdagen) en geeft deze kalender door aan zijn stagebegeleider. Indien een student op een afgesproken tijdstip niet aanwezig kan zijn op zijn stageplaats, brengt hij zowel de stageplaats als de stagebegeleider hier uiterlijk 24u op voorhand van op de hoogte.

De stagiair dient een logboek bij te houden waarin hij nauwgezet de door hem uitgeoefende activiteiten op zijn stageplaats beschrijft. Het logboek is een verplicht onderdeel van de stagepaper en dient te zijn opgebouwd volgens een vast schema, zoals beschreven in het stagereglement dat de student kan raadplegen op het digitale leerplatform Toledo. De student laat zijn of haar logboek aan het einde van elke stagedag ondertekenen door de stageplaats ter bevestiging van de activiteiten en het aantal uren dat de student aanwezig was op de stageplaats. Dit ondertekend logboek wordt tussentijds tevens aan de stagebegeleider overhandigd ter controle respectievelijk na 20, 40, 60 en 80 uren stage.

Vervolgens dient de student een stagescriptie te schrijven waarin hij een bepaald (juridisch) onderwerp behandelt.

De student dient zich strikt te conformeren aan de vooropgestelde deadlines in het stagereglement. Elke student contacteert zijn stagebegeleider nadat hij 50 stage-uren doorlopen heeft om een gesprek vast te leggen.

De stagebegeleider contacteert en bezoekt één (of meerdere) stageplaats(en).

Studenten die wegens overmacht geen volledige stage kunnen doorlopen, dienen dit onmiddellijk te melden aan hun stagebegeleider.

Het verloop, de tijdskalender en de verdere modaliteiten van de stage(scriptie) worden uiteengezet in het stagereglement, dat de student kan raadplegen op Toledo.

VRG-codex 2019-2020, VRG, Kluwer, 2019

De handleiding bij het oplossen van de rechtsvraag wordt digitaal gepubliceerd op Toledo

De onderwijstaal is Nederlands.

Strikt genomen is geen specifieke talenkennis vereist. Toch dient dit op enkele essentiële punten te worden genuanceerd.
1. Gelet op het feit dat heel wat juridische bronnen in België (in het bijzonder de rechtsleer en de rechtspraak) niet in het Nederlands maar in het Frans zullen zijn gesteld, zal een passieve kennis van de Franse taal in de praktijk vaak aangewezen zijn.
2. Bovendien is het mogelijk dat sommige stageplaatsen uitdrukkelijk verlangen dat de kandidaat-student stagiairs naast het Nederlands, ook het Frans en/of het Engels en/of het Duits zouden beheersen.

Eén verplicht algemeen introductiecollege van 2 uur gedurende lesweek 1.

Zes verplichte werkcolleges van 2 uur gedurende 3 lesweken (weken 2, 3 en 4), waarbij de nadruk ligt op begeleide zelfstudie onder de vorm van concrete toepassingen.

Eén verplicht groepscollege van 1 uur in lesweek 5 waarin de rechtsvraag wordt toegelicht en uitgedeeld.

Een verplichte rechtsvraagpaper die de studenten zelfstandig in groepjes van 2 moeten oplossen en verwerken in een verhandeling. Deze zal finaal worden gepleit.

Verplicht begeleid bezoek/avondlezingen in de loop van het eerste en tweede semester. De gedetailleerde kalender verschijnt op Toledo.

Een verplichte stage van 72 uur tijdens het tweede semester. Voor de gedetailleerde regeling verwijzen wij naar het stagereglement dat men kan raadplegen op Toledo.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Rechtsmethodiek (werkcollege met kennismakingsstage) (B-KUL-H90008)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Naslagwerk


Examenperiode jan/feb en mei/jun

1. ALGEMEEN

Het vak rechtsmethodiek geeft aanleiding tot een score op 20 punten: 50% van deze score wordt behaald in het luik "juridische heuristiek", terwijl de overige 50% worden behaald in het luik "stage". Zodra één luik niet of onvolledig wordt afgelegd, dan geeft dit aanleiding tot een "No Score" of "NS".

2. EERSTE LUIK: JURIDISCHE HEURISTIEK (EERSTE SEMESTER):

Het globale resultaat van het eerste luik aangaande de juridische heuristiek wordt bepaald als volgt:
1) de score van de student op de rechtsvraag telt voor 50%
2) de score van de student op het examen telt voor 30%
3) de score van de student op permanente medewerking telt voor 20%

Toelichting:

Rechtsvraag (50%)
De evaluatie vindt plaats op basis van het eindproduct dat elk groepje indient. Beoordeeld wordt de mate waarin het antwoord wordt opgebouwd aan de hand van een zelf uitgevoerd en verantwoord bronnenonderzoek. De studenten stellen hun oplossing mondeling voor tijdens een pleitoefening.

Elke verhandeling zal beoordeeld worden op basis van inhoudelijke en vormelijke vereisten. Hierbij gaat bijzondere aandacht uit naar volgende elementen:
- de volledigheid van de analyse van alle juridische standpunten en argumenten van de partijen
- de kritische synthese van de verschillende perspectieven in één geïntegreerd geheel
- de veelheid en representativiteit van de verschillende bronnen
- het juridisch redeneer- en denkvermogen dat aan de dag wordt gelegd
- de relevantie en oplossingsgerichtheid die tot uiting komt in de verhandeling
- het correct aanwenden van juridische vaardigheden die in de werkcolleges werden aangeleerd (V&A, tekstkritiek, onderscheid in het gezag van wetgeving, interpretatietechnieken, rechtspraak en rechtsleer, bibliografie, enz.)

Naast de mogelijke sancties die artikel 43 van het examenreglement voorziet wordt plagiaat gesanctioneerd met "No score" (NS) voor het volledig opleidingsonderdeel. Onder plagiaat wordt verstaan overeenkomstig artikel 42, paragraaf 2 van het examenreglement "elke overname van het werk (ideeën, teksten, structuren, beelden, plannen, data, enz.) van anderen op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm en zonder (juiste bronnenvermelding)."

Examen in januari (30%)
Tijdens dit "open boek-examen" tijdens de examperiode van januari moeten de studenten aantonen dat zij de aangeleerde technieken voor cassatieanalyse en V&A onder de knie hebben.
Een bondig, precies, pertinent en concreet antwoord wordt vereist; wat daaraan niet voldoet wordt negatief gesanctioneerd.

Permanente evaluatie van medewerking tijdens werkcolleges (20%)
20% van het eerst luik betreft een permanente evaluatie van de zelfwerkzaamheid van de studenten, die bestaat uit een grondige voorbereiding (niet blokken!) en een actieve participatie (waarbij stipte aanwezigheid een conditio sine qua non is). Oplossingen zijn bijvoorbeeld slechts pertinent indien daaruit (on)voldoende voorbereiding en medewerking blijkt. Positieve of negatieve opmerkingen worden genoteerd en in rekening gebracht bij de eindbeoordeling.

Aanwezigheidsregeling

Zoals aangegeven dient de student om de voormelde redenen verplicht aanwezig te zijn in de werkcolleges. In geval van afwezigheid volgt de student de instructies daaromtrent, die hij kan raadplegen op Toledo. Wij brengen daarvan hier kort de krachtlijnen in herinnering.

Afwezigheid wordt slechts bij overmacht toegestaan en wordt bij voorkeur opgevangen door deel te nemen aan dezelfde les van een andere groep. Als dat niet lukt wordt een vervangtaak opgelegd. Het laattijdig of niet deelnemen aan een leeractiviteit resulteert in een nul-quotering voor die activiteit, wat neerkomt op de verhoudingsgewijze aftrek in het totaal van de punten. Behoudens overmacht leiden drie onwettige afwezigheden tot een nul-quotering voor het gehele opleidingsonderdeel. De ingeroepen overmacht wordt beoordeeld door de titularis, onverminderd de bevoegdheid van de ombuds om examens te verplaatsen omwille van zwaarwichtige redenen.

Afwezigheden kunnen enkel gewettigd worden indien de reden van afwezigheid gevallen van ziekte of overmacht (e.g. overlijden van familieleden) betreft. Is dat het geval, dan past de student onderstaande regeling toe. Doet de student dat niet, dan is hij/zij ongewettigd afwezig, wat leidt tot puntenverlies op het eindresultaat per ongewettigde afwezigheid.

De te volgen procedure bij gewettigde afwezigheid:
1. De student licht de betrokken docent vooraf in over elke afwezigheid, behalve in gevallen van absolute overmacht (de reden van overmacht moet dan ook worden bewezen). Hoe dan ook moet zo snel mogelijk kennis worden gegeven.
2. Voor elke afwezigheid vult de student bovendien een standaardformulier in dat hij/zij op Toledo terugvindt. Bewijzen die de gegrondheid van de afwezigheid kunnen staven, moeten worden toegevoegd. De student bezorgt dat formulier aan de docent.
3. De student haalt het gemiste werkcollege in bij een andere groep, voor zover dat nog mogelijk is. Indien dat niet mogelijk is, krijgt de student een vervangtaak.
4. Het inhalen/de vervangtaak is de verantwoordelijkheid van de student. Hij/zij informeert hiervoor bij de docent. Indien de student zich niet spontaan aandient, blijft hij/zij in gebreke. Dat leidt tot een ongewettigde afwezigheid.

2. TWEEDE LUIK: STAGE (TWEEDE SEMESTER)

De student mag de stage enkel aanvangen indien hij in regel is met alle stageformaliteiten en deadlines zoals beschreven in het stagereglement. Dit document is integraal te vinden op Toledo.

De student wordt in de eerste plaats geëvalueerd op basis van de stagescriptie. Daarnaast wordt ook stagelogboek in rekening gebracht. Ter beoordeling daarvan vormen de evaluatieverslagen die werden opgesteld door de stageplaatsen alsook het functioneringsverslag van de stagebegeleider belangrijke documenten. Voor de evaluatie verwijzen wij naar het beoordelingsschema dat de student terugvindt in het stagereglement.

Indien onregelmatigheden worden vastgesteld tijdens de stage of wanneer de richtlijnen uit het Stagereglement door de student niet worden nageleefd, kan de stagebegeleider de stage onmiddellijk beëindigen en de student "NS" (no score) toekennen voor het opleidingsonderdeel. 
 

Examenperiode Aug/sept

Dit opleidingsonderdeel komt niet in aanmerking voor een tweede examenkans.

Een onvoldoende voor dit vak is niet tolereerbaar.

Er is geen tweede examenkans.

Er is geen tweede examenkans.

Een onvoldoende voor dit vak is niet tolereerbaar.