Rechtsgeschiedenis, seminarie B (B-KUL-C07D6A)

4 studiepuntenNederlands52 urenBeide semesters
POC Rechten

Leerdoelen

Het seminarie heeft tot doel – aan de hand van de discipline rechtsgeschiedenis - het verwerven van juridische vaardigheden en het ontwikkelen of aanscherpen van de bekwaamheid om gedachten, problemen en oplossingen juridisch te formuleren, erover te rapporteren en te discussiëren, om vlot een juridische bibliotheek te gebruiken en om bij dit alles een ethisch waardenbewustzijn te ontwikkelen. 

In de seminaries wordt de techniek bijgebracht om een juridische of rechtshistorische probleemstelling te detecteren, een functionele en precieze onderzoeksvraag uit te tekenen en een duidelijk onderzoekskader te hanteren. De specifieke vraagstelling wordt in dit seminarie vanuit een rechtshistorische invalshoek benaderd, met aandacht dus voor het dynamische en wijzigende karakter van het recht. De student beantwoordt de geformuleerde onderzoeksvraag in een wetenschappelijke paper van een dertigtal pagina's. De student voegt een aan een niet-jurist gerichte samenvatting van het verrichte onderzoek toe (max. één bladzijde) en leert zo zijn onderzoeksresultaten op een bevattelijke manier voor te stellen. De studenten presenteren hun werk na afloop ook aan hun medestudenten. Die presentatie wordt gevolgd door kritische vragen vanuit de medestudenten en het didactische team.

Via een peer review van een voorlopige versie leren de studenten kritisch te kijken naar het wetenschappelijke werk van de medestudenten en ontwikkelen ze zo ook een reflexieve ingesteldheid ten aanzien van het eigen werk.

Er zijn geen specifieke begintermen. Wie tevoren geen enkel rechtshistorisch vak gevolgd heeft, moet bereid zijn om over zijn onderwerp zelf de rechtshistorische basiskennis te verwerven en de basismethodiek van de rechtsgeschiedenis.

Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.


(SOEPEL(C03B8A) OF SOEPEL(C02X8B) OF SOEPEL(C06X5A) OF SOEPEL(HBR24A) OF SOEPEL(HBR29C)) EN (SOEPEL(C07G7A) OF SOEPEL(C04X0A) OF SOEPEL(C06X6A) OF SOEPEL(HBR22C) OF SOEPEL(HFR15A))

Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
C03B8A : Rechtsmethodiek, werkcollege
C02X8B : Rechtsmethodiek, werkcollege
C06X5A : Rechtsmethodiek, werkcollege (werkstudenten)
HBR24A : Rechtsmethodiek (werkcollege met kennismakingsstage) (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
HBR29C : Rechtsmethodiek (werkcollege met kennismakingsstage)
C07G7A : Juridisch schrijven, werkcollege
C04X0A : Juridisch schrijven, werkcollege
C06X6A : Juridisch schrijven, werkcollege (werkstudenten)
HBR22C : Juridisch schrijven, werkcollege
HFR15A : Juridisch schrijven, werkcollege (Niet meer aangeboden dit academiejaar)

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
C09X8A : Rechtsgeschiedenis, seminarie B (werkstudenten)

Onderwijsleeractiviteiten

4 sp. Rechtsgeschiedenis, seminarie B (B-KUL-C07D6a)

4 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum52 urenBeide semesters
POC Rechten

Onderwerp

De thema's en onderwerpen voor het seminarie Rechtsgeschiedenis B worden uit het Romeinse recht, het ius commune en de geschiedenis van het Europese privaatrecht, strafrecht en procesrecht geselecteerd. Jaarlijks is er een ander thema. In het academiejaar 2024-2025 stellen we het thema 'Rechtspersonen' centraal, uiteraard steeds vanuit rechtshistorisch perspectief. Mogelijke onderwerpen zijn legio. Gedacht kan onder meer worden aan de totstandkoming van een juridische fictie, aan de Verenigde Oostindische Compagnie als eerste commerciële rechtspersoon uit de Nederlanden, aan de rol van rechtspersonen in Colberts Ordonnance du Commerce, aan de totstandkoming van de eerste vzw-wet, aan het verschil tussen rechtspersonen mét en zonder rechtspersoonlijkheid, aan de rol van de overheid bij de totstandkoming van rechtspersonen, enzovoort.

Daarnaast kan een deelnemer - mits goedkeuring van de docent - zelf eveneens vrij een onderwerp aanbrengen uit andere domeinen en periodes van het Romeinse recht en de Europese rechtsgeschiedenis. Voor studenten die zelfstandig juridische teksten in het Latijn kunnen lezen, zijn er ook onderwerpen in verband met de geschiedenis van de rechtenfaculteit, het onderwijs en de studie van het Romeinse recht te Leuven. Er kan gewerkt worden op zestiende-eeuwse Leuvense collegedictaten of publicaties van professoren in de rechten, en op vijftiende-eeuwse consultaties van Leuvense professoren aan rechters en advocaten. Als zich daar kandidaten voor aanmelden, krijgen die aangepaste begeleiding.

In dit seminarie kunnen dus zeer uiteenlopende deeldomeinen van de rechtsgeschiedenis aan bod komen, met een voorkeur voor onderwerpen uit het Romeinse recht, de privaatrechtsgeschiedenis of de rechtsgeschiedenis van de Nederlanden.

Voor de precieze kalender en het verloop, zie het desbetreffende reglement en de Toledocursus van het vak.

 

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Rechtsgeschiedenis, seminarie B (B-KUL-C27D6a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode


Het zwaartepunt van de evalutie vormt de beoordeling van de definitieve versie, met inbegrip van de mondelinge presentatie. Beoordelingscriteria zijn onder meer de opmaak en het taalgebruik, de kwaliteit van de bibliografie en de voetnoten, en de diepgang, precisie, consistentie en coherentie van de juridische en rechtshistorische argumentatie.

Daarnaast wordt bij de beoordeling echter ook rekening gehouden met de stiptheid van indiening en de kwaliteit van de voorlopige versies (zie kalender), met de mate waarin rekening gehouden werd met de gekregen feedback, evenals met de kwaliteit van de peer review, die in de loop van het proces aan een medestudent zal moeten worden gegeven.