Alle opleidingen > Opleiding : Master in de ingenieurswetenschappen: mobiliteit en supply chain (Leuven)

Master in de ingenieurswetenschappen: mobiliteit en supply chain (Leuven)

Master of Science

Je studieprogramma

Master in de ingenieurswetenschappen: mobiliteit en supply chain (120 sp.)

Master in de ingenieurswetenschappen: mobiliteit en supply chain (120 sp.)

Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen.

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de master in de ingenieurswetenschappen: mobiliteit en supply chain.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

Doelstellingen

1.  Competent in één of meer wetenschappelijke disciplines

*  Hij/zij heeft kennis over de breedte van het vakgebied "verkeer, logistiek en Intelligente transportsystemen".
*  Hij/zij heeft kennis van theorieën, modellen en simulaties gebruikt in verkeer en logistiek en van de praktische toepassingen daarvan.
*  Hij/zij heeft kennis van optimalisatie en management van transportsystemen voor personen en goederen en van de manier waarop deze met behulp van ITS technologie in de praktijk kunnen worden gebracht, met inbegrip van ketenlogistiekontwerp en -beheer, en kan deze toepassen.
*  Hij/zij heeft kennis van de basisaspecten en -methoden voor datacollectie, databeheer en informatieverwerking en kan deze toepassen.
*  Hij/zij begrijpt de complexe wisselwerkingen tussen de verschillende deelgebieden van het vakgebied.
*  Hij/zij heeft inzicht in de nieuwste kennis en middellange termijn evoluties in het vakgebied (of delen ervan) en kan bijdragen aan het ontwikkelen van nieuwe kennis (methoden, technieken, ontwerpen,...) en toepassingen ervan in het vakdomein.
*  Hij/zij is zich bewust van de vooronderstellingen (inclusief eventuele beperkingen) van standaardmethoden in het vakgebied en hun invloed op de manier waarop besluitvorming binnen het vakgebied tot stand komt.
*  Hij/zij heeft kennis van de bestaande domeinspecifieke literatuur en literatuurbronnen.

2.  Bekwaam in onderzoek

*  Hij/zij is in staat om zelfstandig complexe onderzoeksvragen te definiëren en onderzoekswegen uit te stippelen.
*  Hij/zij heeft inzicht in de wijze waarop onderzoeksresultaten tot stand komen.
*  Hij/zij kan op een doelgerichte en methodische wijze nieuwe kennis en inzichten ontwikkelen en op deze manier een originele bijdrage leveren tot de ontwikkeling en de toepassing van ideeën.
*  Hij/zij kan het belang en implicaties en beperkingen van onderzoeksresultaten inschatten en er kritisch over reflecteren.
*  Hij/zij is in staat om waar nodig andere disciplines bij het eigen onderzoek te betrekken en de sterktes en beperkingen van het eigen vakgebied te onderkennen en hiermee om te gaan.

3.  Bekwaam in ontwerpen

*  Hij/zij kan een praktisch ontwerpprobleem formuleren, rekening houdend met functionele behoeften en binnen de gestelde randvoorwaarden (tijd, budget, technologische mogelijkheden,...)
*  Hij/zij is in staat een complex probleem of ontwerpproces te structureren (decompositie en synthese van deelproblemen).
*  Hij/zij kan een ontwerpplan maken en uitvoeren, hierbij weloverwogen gebruik makend van geschikte tools (modellen, algoritmes, technieken, software).
*  Hij/zij kan creatief ontwerpen en dit ontwerp desgevallend bijsturen op basis van voortschrijdend inzicht.
*  Hij/zij heeft de vaardigheid ontwerpbeslissingen te nemen en deze te rechtvaardigen en te evalueren op systematische wijze, ook in onzekere of veranderlijke omstandigheden.

4.  Wetenschappelijke benadering

*  Hij/zij beschikt over een systematische aanpak, gekenmerkt door de ontwikkeling en gebruik van empirisch gevalideerde theorieën, modellen en samenhangende interpretaties.
*  Hij/zij is in staat gericht informatie te verzamelen, te structureren en te beoordelen op haar relevantie.
*  Hij/zij heeft de vaardigheid om bestaande kennis naar waarde te schatten en deze doelgericht verder te ontwikkelingen.
*  Hij/zij staat open voor nieuwe ontwikkelingen, maakt zich nieuwe technieken eigen en weet ze op de juiste manier toe te passen.

5.  Intellectuele basisvaardigheden

*  Hij/zij kan kritisch reflecteren op zowel het eigen denken en handelen als dat van anderen.
*  Kan een standpunt innemen in een maatschappelijk of wetenschappelijk betoog in het vakgebied, en daarbij redeneerwijzen (inclusief eventuele drogredeneringen) herkennen en toepassen (weerleggen).
*  Hij/zij is bekwaam om op een onderbouwde manier beslissingen te nemen en kan oordelen of, in gegeven omstandigheden, specifieke technieken en ideeën relevant zijn.
*  Hij/zij kan een beredeneerd oordeel vormen, ook in onzekere of veranderlijke omstandigheden en Hij/zij kan daarbij risico's inschatten.
*  Hij/zij kan zelfstandig werken.

6.  Bekwaam in samenwerken en communiceren

*  Hij/zij kan samenwerken.
*  Hij/zij kan projectmatig werken, kent de rollen in teamwerking en kan daarin verantwoordelijkheid opnemen.
*  Hij/zij kan zijn werkwijze motiveren en verantwoorden, en rapporteren over de verworven resultaten, opgedane kennis en inzichten.
*  Hij/zij kan presenteren, zowel voor specialisten als niet-specialisten.
*  Hij/zij kan op een formele, wetenschappelijke manier mondeling en schriftelijk communiceren in het Nederlands en het Engels.

7.  Rekening houden met de maatschappelijke en temporele context

*  Hij/zij heeft begrip van de sociologische, culturele, politieke, (bedrijfs-) economische, technisch-industriële en milieucontext.
*  Hij/zij is zich bewust van regelgeving, besluitvormingsprocedures, politieke en beleidsprocessen en kent de bijdrage van zijn domeinspecifieke kennis en methodes hierin.
*  Hij/zij kan op een ethische en duurzaam verantwoorde wijze technologie aanwenden in de samenleving.

De afgestudeerde burgerlijk ingenieur:

Laat zich bij de uitoefening van het ingenieursberoep leiden door zijn of haar wetenschappelijke en technische kennis.
Heeft een ingenieurshouding die hem of haar in staat stelt om oplossingen voor complexe problemen te formuleren, rekening houdend met relevante randvoorwaarden van economische, juridische, sociale, ... aard.
Is zich bewust van zijn of haar maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheid en kan daarnaar handelen.
Beschikt over bereidheid tot open communicatie en samenwerking, zowel met ingenieurs binnen en buiten de discipline, als met andere actoren in het werkveld.
Heeft inzicht in de bredere rol die burgerlijk ingenieurs in de maatschappij innemen.
Toont bereidheid om zich blijvend op de hoogte te houden van nieuwe wetenschappelijke en technische evoluties, en deze voldoende kritisch te benaderen.