Master in de ingenieurswetenschappen: energie (Leuven)

Master of Science

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de master in de ingenieurswetenschappen: energie.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

1. Competent in een of meer wetenschappelijke disciplines
- De afgestudeerde heeft een actieve, gevorderde kennis van en inzicht in de energieconversie en rationeel energiegebruik in elk van de volgende drie domeinen:
  o  Elektrische energie (zoals opwekking vanuit   verschillende primaire energiebronnen, transmissie en   distributie, sturing en regeling, efficiënt gebruik)
  o  Thermo-mechanische energie (zoals gebruik van primaire   bronnen, omzetting naar andere vectoren, verbranding, motoren   en turbines)
  o  Economische en regulatorische aspecten van energie (zoals   markten, regelgeving, organisatie in de Europese context)
- De afgestudeerde gaat actief op zoek naar structuur, samenhang tussen en integratie van de relevante vakgebieden in deze drie domeinen.
- Op basis van deze kennis / de integratie kan de afgestudeerde deelnemen aan state-of-the-art ontwerp-, beheers- en productie-activiteiten van energie-omzetters en -systemen in hun economische, regulatorische en ecologische context.
- De afgestudeerde bezit de vaardigheid en de houding deze kennis zelfstandig en op efficiënte wijze toe te passen, uit te breiden en te formaliseren in de context van meer geavanceerde ideeën of toepassingen in minstens één van bovengenoemde drie domeinen.

2. Bekwaam in onderzoek
- De afgestudeerde is in staat om realistische problemen (van meer complexe aard) te structureren in een onderzoeksvraag, een onderzoeksplan op te stellen, innovatieve oplossingen uit te werken en te synthetiseren. Hij houdt daarbij rekening met de systeemgrenzen.
- De afgestudeerde is in staat het juiste abstractieniveau te kiezen op component- , apparaat- en systeemniveau, gegeven de procesfase van het onderzoeksprobleem.
- De afgestudeerde is in staat en heeft de houding om waar nodig bij het eigen onderzoek aangaande energiesystemen andere disciplines te integreren.

3. Bekwaam in ontwerpen
- De afgestudeerde kan energiecomponenten en -systemen ontwerpen met oog voor de dynamische interactie tussen individuele componenten in een globaal systeem.
- De afgestudeerde kan omgaan met veranderlijkheid van het ontwerpproces door externe omstandigheden, zoals maatschappelijke tendensen of politieke beslissingen, of voortschrijdend inzicht. Hij kan dit proces op basis daarvan bijsturen.

4. Wetenschappelijke benadering
- De afgestudeerde kan bestaande theorieën, modellen of interpretaties in het energiedomein aan een kritische beschouwing onderwerpen.
- De afgestudeerde kan modellen en experimentele technieken gebruiken, ontwikkelen en valideren en kan gefundeerd kiezen tussen modelleer- en meetmethodes.
- De afgestudeerde heeft de vaardigheden en kent de technieken om zich een leven lang verder te kunnen bekwamen in zijn technisch vakgebied. Hij kent de informatiebronnen, weet ze naar waarde te schatten en toe te passen in nieuwe omstandigheden. Hij heeft eveneens de vaardigheden om zich verder te ontwikkelen in niet-technische elementen van het vakgebied energie, zoals economische, milieutechnische en regulatorische aspecten.

5. Intellectuele basisvaardigheden
- De afgestudeerde kan kritisch reflecteren over het eigen denken, beslissen en handelen.
- De afgestudeerde kan adequate vragen stellen ten aanzien van een betoog in het vakgebied van de energie en een onderbouwd standpunt innemen. Hij houdt hierbij rekening met de maatschappelijke context.
- De afgestudeerde kan redeneerwijzen in het vakgebied toepassen (bijvoorbeeld interacties tussen onderdelen van het elektriciteitssysteem als basis voor stabiliteit, exergie- en pinchanalyse in de thermodynamica, marktwerking en integratie van hernieuwbare energiebronnen) en is in staat drogredenen te herkennen en te weerleggen.
- De afgestudeerde kan doelgericht werken: bezit pragmatisme; kan omgaan met beperkte bronnen; kan omgaan met risico's.

6. Bekwaam in samenwerken en communiceren
- De afgestudeerde kan zinvol rapporteren over onderzoek en projectresultaten naar experten, peers en betrokkenen, in het Nederlands en/of Engels, zowel mondeling als geschreven.
- De afgestudeerde kan samenwerken en projecten beheren in een (multidisciplinair) team: hij kan verantwoordelijkheden nemen en verdelen, rekening houden met beperkingen op tijd en middelen, projectvooruitgang en resultaten documenteren en compromissen maken.

7. Houdt rekening met de temporele en maatschappelijke context
- De afgestudeerde houdt rekening met een (veranderende) maatschappelijke context, zoals maatschappelijk draagvlak, beleidsbeslissingen, socio-economische context, geopolitiek, energiemarkten en klimaatverandering bij het analyseren en oplossen van complexe energieproblemen.
- De afgestudeerde houdt rekening met de huidige en toekomstige uitdagingen van de energievoorziening en kan, vanuit een technische en socio-economische invalshoek, bijdragen tot de transitie van het energiesysteem in een geglobaliseerde maatschappij.


De afgestudeerde burgerlijk ingenieur: 

  • Laat zich bij de uitoefening van het ingenieursberoep leiden door zijn of haar wetenschappelijke en technische kennis.
  • Heeft een ingenieurshouding die hem of haar in staat stelt om oplossingen voor complexe problemen te formuleren, rekening houdend met relevante randvoorwaarden van economische, juridische, sociale, ... aard.
  • Is zich bewust van zijn of haar maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheid en kan daarnaar handelen.
  • Beschikt over bereidheid tot open communicatie en samenwerking, zowel met ingenieurs binnen en buiten de discipline, als met andere actoren in het werkveld.
  • Heeft inzicht in de bredere rol die burgerlijk ingenieurs in de maatschappij innemen.
  • Toont bereidheid om zich blijvend op de hoogte te houden van nieuwe wetenschappelijke en technische evoluties, en deze voldoende kritisch te benaderen.

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_MA_Ingenieurswetenschappen_Energie.pdf

COBRA 2019-2023
Bestand PDF document COBRA-fiche_MA_Energy_2022-2023.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?
Rechtstreeks:
Na toelating:
Toelating mits het volgen van een voorbereidings- of schakelprogramma of een verkorte bachelor: