Alle opleidingen > Opleiding : Master in de ingenieurswetenschappen: architectuur (Leuven)

Master in de ingenieurswetenschappen: architectuur (Leuven)

Master of Science

Je studieprogramma

Master in de ingenieurswetenschappen: architectuur (120 sp.)

Master in de ingenieurswetenschappen: architectuur (120 sp.)

Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen.

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de master in de ingenieurswetenschappen: architectuur.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ....

Doelstellingen

1.  Competent in één of meerdere wetenschappelijke disciplines

Het volgende geldt voor de verschillende opties:

1. De afgestudeerde beschikt over gevorderde kennis en inzichten in de bouwtechnisch-wetenschappelijke disciplines (bouwmechanica, bouwfysica, constructie, etc.) en beschikt over de eigenschap om zelfstandig ontbrekende bouwtechnische kennis te verwerven en nieuwe ontwikkelingen te volgen en interpreteren. Hij/zij is in staat om deze kennis adequaat toe te passen om bouwtechnische problemen in ontwerpprojecten op te lossen.

2. De afgestudeerde beschikt over gevorderde kennis en inzichten in de architectuurdisciplines (architectuurgeschiedenis en -theorie) en heeft een basiskennis en inzicht in gerelateerde humane wetenschappen (bouwrecht, monumentenzorg, sociologie, etc.) De student is in staat om zelfstandig ontbrekende kennis te verwerven en nieuwe ontwikkelingen te volgen en interpreteren. Hij/zij is in staat om deze kennis adequaat en juist toe te passen op architecturale vraagstukken en ontwerpopdrachten.

Het volgende geldt specifiek voor de opties:

3. Bouwtechnisch Ontwerp: De afgestudeerde beschikt over kennis en inzichten in aanvullende of gespecialiseerde bouwtechnische problemen en methoden (zoals eindige elementen), is in staat om deze toe te passen en nieuwe gespecialiseerde bouwtechnische kennis en inzichten te verwerven door middel van zelfstudie

4. Architectuurontwerp: de afgestudeerde beschikt over kennis en inzichten in aanvullende of gespecialiseerde architectuurdisciplines (zoals Architectuurkritiek), is in staat deze toe te passen en nieuwe gespecialiseerde kennis en inzichten in deze disciplines te verwerven door middel van zelfstudie.

5. Stedelijk project: de afgestudeerde beschikt over kennis en inzichten in de aspecten van stadsplanning, stedelijke projecten en stads- en landschapsontwerp, kan deze toepassen en is in staat om nieuwe of ontbrekende kennis over deze onderwerpen te verwerven door middel van zelfstudie.

2.  Bekwaam in onderzoek

6. De afgestudeerde is bedreven in het opzetten en ontwikkelen van onderzoek en ontwerpend onderzoek, gebaseerd op kritisch inzicht in de relevantie van specifiek vakgebonden kennis.

7. De afgestudeerde beschikt over kennis en inzicht om adequaat de onderzoeksmethoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek toe te passen binnen het domein van zijn/haar masterproef en in ontwerpend onderzoek om complexe problemen aan te pakken.

8. De afgestudeerde heeft een onderzoekende en kritische geest met als doel om gevorderde en grensverleggende kennis te vergaren.

3.  Bekwaam in ontwerp

9. De afgestudeerde is in staat om zelfstandig ruimtelijke, functionele, vormelijke en structurele problemen en opportuniteiten die geassocieerd worden met complexe architectuurprojecten binnen de gekozen optie. De afgestudeerde is in staat deze problemen op te lossen aan de hand van onderzoekend ontwerp.

10. De afgestudeerde is in staat om bouwtechnische-wetenschappelijke en architectuur-wetenschappelijke kennis te integreren in het architectuurontwerp.

11. De afgestudeerde is in staat om complexe ontwerpproblemen en/of -oplossingen te bespreken en te herzien tijdens alle fases van het ontwerpproces.

12. De afgestudeerde kan zelfstandig en kritisch ontwerpen in een multidimensionale en open end opdracht.

13. De afgestudeerde beschikt over een creatieve en innovatieve geest.

4.  Wetenschappelijke benadering

14. De afgestudeerde is in staat om zelfstandig en systematisch problemen en uitdagingen in het architectuurdomein te analyseren en aan te pakken, door het gebruik van relevante theorieën, methodes en modellen.

15. De afgestudeerde kent de specifieke kenmerken van architectuur als een multidimensionale wetenschap.

16. De afgestudeerde is nieuwsgierig, leergierig en volgt kritisch de nieuwe ontwikkelingen binnen het domein.

5.  Intellectuele basisvaardigheden

17. De afgestudeerde is in staat om kritisch zijn/haar eigen werk en dat van anderen te benaderen en te verbeteren.

18. De afgestudeerde is in staat om kritisch te reflecteren over zijn/haar eigen en gerelateerde disciplines en de bijhorende wetenschappelijke en maatschappelijke aspecten.

19. De afgestudeerde toont initiatief.

6.  Geschikt om samen te werken en te communiceren

20. De afgestudeerde is in staat om zelfstandig aan een complex probleem te werken.

21. De afgestudeerde is in staat om een projectplan op te stellen en bij te sturen, samen met medestudenten uit dezelfde of gerelateerde disciplines en om samen tot een geïntegreerd resultaat te komen.

22. De afgestudeerde kan projecten zelfstandig formuleren, kan een werkschema opstellen en naleven, kan omgaan met werkgerelateerde en prestatiegerichte druk.

23. De afgestudeerde kan over een complex probleem, zijn/haar eigen werk en conclusies schriftelijk, mondeling en grafisch communiceren voor een publiek (medestudenten, experten en leken) in Nederlands en Engels.

7.  Rekeninghouden met tijdsgebonden en sociale context

24. De afgestudeerde is zich bewust van de kwaliteit en waarden, alle ethische en normatieve aspecten worden in acht genomen.

25. De afgestudeerde heeft inzicht in en houdt rekening met de bredere (economische, ecologische, architecturale, etc.) implicaties van bouwtechnische en design-gerelateerde keuzes, in lijn met hedendaagse debatten.

26. De afgestudeerde heeft inzicht in en houdt rekening met de bredere historische, socio-economische, technologische en culturele implicaties van architectuur en bouw.

27. De afgestudeerde herkent de verschillende rollen van de spelers in een bouwomgeving (architecten, ontwerpers, ingenieurs, administratie, beleidsmakers, klanten, activisten, residenten en gebruikers, etc.).

De afgestudeerde burgerlijk ingenieur-architect:

Laat zich bij de uitoefening van het beroep van burgerlijk ingenieur-architect leiden door zijn of haar wetenschappelijke en technische kennis.
Heeft een ingenieurshouding die hem of haar in staat stelt om oplossingen voor complexe problemen te formuleren, rekening houdend met relevante randvoorwaarden van economische, juridische, sociale, ... aard.
Is zich bewust van zijn of haar maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheid en kan daarnaar handelen.
Beschikt over bereidheid tot open communicatie en samenwerking, zowel met ingenieur-architecten binnen en buiten de discipline, als met andere actoren in het werkveld.
Heeft inzicht in de bredere rol die burgerlijk ingenieur-architecten in de maatschappij innemen.
Toont bereidheid om zich blijvend op de hoogte te houden van nieuwe wetenschappelijke en technische evoluties, en deze voldoende kritisch te benaderen.