Opleiding

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de bachelor in de taal- en letterkunde.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

Doelstellingen

1. Taalbeheersing
De student beheerst de gekozen talen: voor het Nederlands op het niveau van de professionele moedertaalgebruiker; voor de vreemde levende talen op het niveau C1/B1 van het "ERK Europees referentiekader voor de talen", voor Latijn, Grieks en Hebreeuws op een equivalent niveau voor lezen en op niveau A2 voor schrijven.

Met betrekking tot die talen kan de student:
§  verschillende vormen van taalgebruik, zowel mondeling als schriftelijk, adequaat interpreteren, analyseren, beoordelen en corrigeren.
§  zich in complexe communicatieve situaties mondeling en schriftelijk uitdrukken in de bestudeerde talen aangepast aan doel, publiek en medium (enkel voor de levende talen).
§  complexe literaire en niet-literaire teksten (van verschillende genres, periodes en registers) begrijpen, analyseren, synthetiseren en er kritisch over reflecteren.
§  teksten zelfstandig redigeren, rekening houdend met doel, publiek, tekstgenre en medium (enkel voor de levende talen).

2. Taalkunde
De student kent de belangrijkste concepten, theorieën en ontwikkelingen op het gebied van de taalwetenschap en kan deze kennis adequaat inzetten bij het bestuderen van taalkundige fenomenen en corpora uit de gekozen talen. De student heeft ook inzicht in de structuur, variatie, geschiedenis en het gebruik van deze talen. Hij/zij kan taaluitingen beoordelen met aandacht voor register en sociale of regionale variatie en kan ook teksten in oudere varianten zelfstandig lezen door gebruik te maken van de relevante hulpmiddelen. De student kan taal situeren in een brede maatschappelijke, culturele en historische context en is vertrouwd met de rol van taal in cognitie en menselijke interactie. De student heeft ook inzicht in de manier waarop talen ontstaan, evolueren, en zich van elkaar differentiëren.

3. Letterkunde
De student kent de belangrijkste concepten, theorieën en ontwikkelingen op het gebied van de literatuurwetenschap en kan deze inzetten bij het bestuderen van literaire teksten. De student kan zelfstandig literaire teksten analyseren en die analyse adequaat onderbouwen en motiveren. De student kent de belangrijkste stromingen, auteurs en fenomenen uit de geschiedenis van de Europese literatuur en kan specifieke literaire teksten in deze ruimere context situeren. De student beschikt over gevorderde kennis van en inzicht in de literatuur en literatuurgeschiedenis van de gekozen talen. De student kan literatuur in het algemeen en specifieke literaire teksten in het bijzonder plaatsen in een brede maatschappelijke, culturele en historische context.

4. Onderzoeksvaardigheden
De student is vertrouwd met de verschillende bronnen, databanken, methodes en instrumenten voor literatuurwetenschappelijk en taalkundig onderzoek en kan die gebruiken om doeltreffend informatie te zoeken en deze informatie correct te verwerken. De student kan onder begeleiding een status quaestionis en onderzoeksvraag formuleren over een taalkundig of letterkundig onderwerp en kan de gepaste onderzoeksmethodes aanwenden om tot een onderbouwd antwoord te komen. De student kan, in de gekozen talen, mondeling en schriftelijk rapporteren over dit onderzoek op een wetenschappelijk verantwoorde wijze en met oog voor het doelpubliek. De student is bewust van de waarden en normen van het wetenschappelijk onderzoek en heeft respect voor de intellectuele eigendom van anderen.

De webpagina over het Letterenprofiel bevat een gedetailleerd overzicht van de vormingsdoelen.

De Faculteit Letteren wil haar studenten tot zorgvuldige taalgebruikers en communicatoren vormen die nieuwsgierig en fijngevoelig in de maatschappij staan en met een open blik streven naar een grondig en genuanceerd begrip van maatschappelijke diversiteit en machtsverhoudingen; die zich bewust zijn van het belang van nuance en multiperspectiviteit in het maatschappelijke debat, zichzelf en de ander kritisch durven bevragen vanuit hun kennis van andere tijden en culturen en de weg kennen in de moderne kennis- en informatiemaatschappij.  

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Blauwdruk_BA_Taal- en letterkunde.pdf

COBRA 2019-2023
COBRA fiche_BA taal en letterkunde_Leuven_Kortrijk_2023.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit

• Raadpleeg de beschikbare universiteitsbrede documenten

Meer info?

• Meer informatie over onderwijskwaliteit aan KU Leuven
• Meer informatie over de beschikbare documenten (wat en voor wie?)