Rechtsmethodiek, werkcollege (B-KUL-C03B8A)
Doelstellingen
Leerdoelen
Dit opleidingsonderdeel wil de student vertrouwd maken met de juridische heuristiek en methodologie. Meer bepaald leren studenten hoe zij juridische bronnen vinden (heuristiek) en hoe zij deze bronnen analyseren, verwerken en uiteindelijk toepassen op een concrete casus. Het opleidingsonderdeel is er als dusdanig op gericht studenten de cruciale vaardigheden bij te brengen die moeten bijdragen tot het professionalisme en de zelfredzaamheid van de toekomstige jurist. Het opleidingsonderdeel geldt dus als de basis voor andere rechtsvakken en de latere beroepspraktijk.
Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:
De student hanteert een systematische methode bij het oplossen van juridische casussen. Hij is in staat om zelfstandig een synthese en analyse te maken van de juridisch relevante feiten en de noodzakelijke rechtsregels in verband te brengen met deze feiten. Hij hanteert hierbij een logische en juridisch verantwoorde argumentatie.
De student
• begrijpt en analyseert juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde teksten
• selecteert juridisch relevante feiten uit een empirisch feitencomplex
• formuleert mogelijke rechtsvragen uit een empirisch feitencomplex
• identificeert rechtsregels en rechtsproblemen uit concrete casussen
• brengt rechtsregels in verband met een concrete juridische casus om tot een juridisch verantwoorde oplossing te komen
• ontwikkelt een systematische aanpak bij het uitwerken van juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde oplossingen
• beargumenteert op logische wijze een juridische redenering
De student kan zelfstandig rapporteren over een beknopt rechtswetenschappelijk onderzoek en past hierbij op correcte wijze de noodzakelijke juridisch-wetenschappelijke onderzoeksmethoden toe en kan het gekozen onderzoeksdesign beargumenteren. Hij of zij verwijst steeds correct naar geraadpleegde juridische en rechtswetenschappelijke informatie. Hij of zij is zich steeds bewust van het onderscheid tussen een juridisch-wetenschappelijke en een juridisch-positiegebonden benadering.
De student
• geeft een methodologisch verantwoord overzicht van een juridisch probleem
• kan opgespoorde informatie op een wetenschappelijke wijze verwerken
De student kan helder en correct schriftelijk en mondeling communiceren in het academisch Nederlands en gebruikt hierbij steeds een correct taalregister. Hij kan communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten.
De student
• beheerst schriftelijk en mondeling het academisch Nederlands
• rapporteert op gestructureerde wijze (opbouw en argumentatie) onder de vorm van een (juridisch)-wetenschappelijke tekst
De student kan eenvoudig zakelijk communiceren in het Nederlands, Frans en/of Engels en kan hierbij de correcte juridische en andere vakdomein-gerelateerde terminologie hanteren.
De student
• verwoordt juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde begrippen en ideeën op een correcte en gestructureerde manier
De student kan een gefundeerde en beargumenteerde positie innemen in een maatschappelijk, juridisch debat.
De student
• kan anderen overtuigen door helder en gefundeerd te communiceren
De student kan juridische, rechtswetenschappelijke en algemeen vormende informatie verzamelen en kritisch verwerken.
De student
• gebruikt moderne informatietechnologieën en is bewust van de snelle veranderingen op het vlak van informatietechnologieën
• ontwikkelt een efficiënte methode om relevante informatie uit juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde (digitale) bibliotheken en databanken te verzamelen
• beoordeelt de zoekresultaten op wetenschappelijke kwaliteit en relevantie
• verwijst op correcte juridische of op andere vakdomein-gerelateerde wijze naar informatiebronnen en het werk en ideeën van anderen
• is in staat om rechtsbronnen (wetgeving, rechtsspraak en rechtsleer) op te zoeken, te begrijpen en te verwerken bij het beantwoorden van vakinhoudelijke vragen
• kan de wetgeving betreffende het vakdomein opzoeken en verwerken
• kan, door het lezen van rechtswetenschappelijke en/of andere domeinspecifieke literatuur, zijn kennis over het vak optimaliseren
De student kan zelfstandig voor hem nieuwe kennis en vaardigheden verwerven, verwerken en assimileren.
De student
• kan met anderen samenwerken om een opdracht binnen een voorgeschreven termijn te voltooien
• gaat constructief om met feedback en evaluatie en houdt hiermee rekening in het leerproces
• is zich bewust van de dynamische ontwikkeling van het recht
Begintermen
Om dit opleidingsonderdeel aan te vatten, is het aangewezen dat de student de kennis en de vaardigheden, bijgebracht in volgende opleidingsonderdelen, actief kan gebruiken:
• Inleiding tot de rechtswetenschap
• Verbintenissenrecht
• Publiekrecht I: Staats- en administratief recht (vanaf 2021-2022 Grondwettelijk recht en Bestuursrecht)
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.
( SOEPEL( C02B2A ) OF SOEPEL( C02B2B ) OF SOEPEL( C02X1A ) OF SOEPEL( C04X8A ) OF SOEPEL( D0W11A ) OF SOEPEL( D0T01A ) OF SOEPEL( D0H12A ) OF SOEPEL( HBR22A ) OF SOEPEL( HFR17A ) OF SOEPEL( C41I5A ) ) EN
( GELIJKTIJDIG( C07G7A ) OF GELIJKTIJDIG( C04X0A ) OF GELIJKTIJDIG( C06X6A ) OF GELIJKTIJDIG( HBR22C ) OF GELIJKTIJDIG( HFR15A ) )
Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
C02B2A : Inleiding tot de rechtswetenschap
C02B2B : Inleiding tot de rechtswetenschap
C02X1A : Inleiding tot de rechtswetenschap
C04X8A : Inleiding tot de rechtswetenschap (werkstudenten)
D0W11A : Inleiding tot het economisch recht (TEW)
D0T01A : Inleiding tot het economisch recht
D0H12A : Inleiding tot het economisch recht (HIR)
HBR22A : Inleiding tot de rechtswetenschap
HFR17A : Sources et principes du droit
C41I5A : Recht en onrecht (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
C07G7A : Juridisch schrijven, werkcollege
C04X0A : Juridisch schrijven, werkcollege
C06X6A : Juridisch schrijven, werkcollege (werkstudenten)
HBR22C : Juridisch schrijven, werkcollege
HFR15A : Juridisch schrijven, werkcollege (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
C06D5A : Verbintenissenrecht, werkcollege
C06D6A : Grondwettelijk recht, werkcollege
C06D7A : Bestuursrecht, werkcollege
C06D8A : Goederenrecht, werkcollege
C06D9A : Bijzondere overeenkomsten, werkcollege
C07D0A : Handels- en economisch recht, werkcollege
C07D1A : Vennootschapsrecht, werkcollege
C07D2A : Personen- en familierecht, werkcollege
C07D3A : Familiaal vermogensrecht, werkcollege
C07D5A : Rechtsgeschiedenis, seminarie A
C07D6A : Rechtsgeschiedenis, seminarie B
C07D7A : Verbintenissenrecht, seminarie
C07D8A : Grondwettelijk recht, seminarie
C07D9A : Bestuursrecht, seminarie
C08D0A : Goederenrecht, seminarie
C08D1A : Bijzondere overeenkomsten, seminarie
C08D2A : Handels- en economisch recht, seminarie
C08D3A : Personen- en familierecht, seminarie
C08D4A : Gezondheidsrecht, seminarie
C08D5A : Vennootschapsrecht, seminarie
C08D6A : Familiaal vermogensrecht, seminarie
C04F4A : Strafrecht, werkcollege
C04F5A : Strafprocesrecht, werkcollege
C04F8A : Jurisprudence, Tutorial
C05F4A : ICT-recht, seminarie
C04X0A : Juridisch schrijven, werkcollege
C07G7A : Juridisch schrijven, werkcollege
C06X6A : Juridisch schrijven, werkcollege (werkstudenten)
C08X5A : Juridisch werkcollege A (werkstudenten)
C08X6A : Juridisch werkcollege B (werkstudenten)
C09X7A : Rechtsgeschiedenis, seminarie A (werkstudenten)
C09X8A : Rechtsgeschiedenis, seminarie B (werkstudenten)
C09X9A : Verbintenissenrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y0A : Grondwettelijk recht, seminarie (werkstudenten)
C00Y1A : Bestuursrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y2A : Goederenrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y3A : Bijzondere overeenkomsten, seminarie (werkstudenten)
C00Y4A : Handels- en economisch recht, seminarie (werkstudenten)
C00Y5A : Personen- en familierecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y6A : Gezondheidsrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y7A : Vennootschapsrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y8A : Familiaal vermogensrecht, seminarie (werkstudenten)
C00Y9A : ICT- recht, seminarie (werkstudenten)
HBR22C : Juridisch schrijven, werkcollege
HFR15A : Juridisch schrijven, werkcollege (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
C00K8A : Vennootschapsrecht, werkcollege / Droit des sociétés, travaux pratiques
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
C06X5A : Rechtsmethodiek, werkcollege (werkstudenten)
C02X8B : Rechtsmethodiek, werkcollege
C02X8A : Werkcollege rechtsmethodiek (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
Plaats in het onderwijsaanbod
- Voorbereidingsprogramma: Master in de economie, het recht en de bedrijfskunde (voor (bedrijfs)economische vooropleidingen) (Leuven) 41 sp.
- Bachelor in de criminologische wetenschappen (Leuven) (Optie criminologie) 180 sp.
- Bachelor in de criminologische wetenschappen (Leuven) (Optie rechten) 180 sp.
- Bachelor in de economische wetenschappen (Leuven) 180 sp.
- Bachelor in de toegepaste economische wetenschappen (Leuven) (Traject naar de master in de economie, het recht en de bedrijfskunde) 180 sp.
- Bachelor in de rechten (Leuven) 180 sp.
- Bachelor in de rechten (verkort programma) (Leuven) (Algemene optie) 123 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Rechtsmethodiek, werkcollege (B-KUL-C03B9a)
Inhoud
In het werkcollege rechtsmethodiek komen volgende thema’s aan bod:
• opzoeken en consulteren van wetgeving, rechtspraak en rechtsleer (bibliotheek, databanken, …);
• verwerken van juridische bronnen tot een rechtswetenschappelijke tekst;
• methoden om op een juridisch overtuigende manier de huidige stand van het recht te beschrijven;
• bronvermelding (bibliografie en voet- of eindnoten) volgens de regels van V&A;
• methoden om rechtspraak te analyseren, waaronder arresten van het Hof van Cassatie;
• initiatie tot de juridische praktijk, meer bepaald het gevangeniswezen en het beroep van gerechtsdeurwaarder;*
• initiatie tot het pleiten .
* tenzij deze activiteiten door omstandigheden niet kunnen worden aangeboden..
Studiemateriaal
• cursus
• slides
Toelichting werkvorm
Er vinden zeven werkcolleges plaats, allen tijdens het eerste semester. Zij vinden elke week plaats op een vast tijdstip, volgens de groepsindeling en volgens het rotatieschema van het werkcollege Rechtsmethodiek, het werkcollege Juridisch schrijven en het werkcollege Legal English. De groepsindeling en het rotatieschema verschijnen op Toledo.
Er vinden enkele hoorcolleges plaats, die worden aangekondigd op Toledo.
De studenten schrijven in duo een juridische paper, ‘rechtsvraag’ genoemd. Zij worden begeleid door een rechtsvraagbegeleider. Na indiening zullen de studenten hun paper mondeling verdedigen tijdens een gesimuleerde rechtszaak, of ‘pleitoefening’, in aanwezigheid van een magistraat. Deze vindt plaats in een week tijdens het tweede semester, de ‘pleitweek’ genoemd.
De student neemt deel aan een gevangenisbezoek en volgt een dagstage bij een gerechtsdeurwaarder. De student schrijft zich daarvoor in volgens de procedure beschreven op Toledo.
Aanwezigheid is verplicht voor elk van bovenstaande onderdelen.
Op Toledo wordt een kalender ter beschikking gesteld met een overzicht van de zeven werkcolleges, de hoorcolleges en de pleitweek, en de weken waarin zij plaatsvinden.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Rechtsmethodiek, werkcollege (B-KUL-C23B8b)
Toelichting
Het neutraal rapport, inclusief de mondelinge verdediging, wordt gequoteerd op 14 van de 20 punten.
De schriftelijke proef wordt gequoteerd op 6 van de 20 punten. Op de schriftelijke proef worden vragen gesteld over de inhoud van de hoorcolleges en wordt de inhoud van de werkcolleges getoetst, bijvoorbeeld door middel van de analyse van een vonnis, arrest en/of een wetenschappelijk artikel.
Op de totaalscore worden punten in mindering gebracht indien de student zonder geldige reden (d.i. ziekte of overmacht, mits bewijs):
- afwezig is op het werkcollege;
- bij afwezigheid, het werkcollege niet inhaalt of geen vervangtaak maakt;
- niet aan een gevangenisbezoek deelneemt;*
- geen gerechtsdeurwaardersstage volgt;*
- niet deelneemt aan de pleitoefening;
Behoudens overmacht leiden drie ongewettigde afwezigheden tot een nul-quotering voor het gehele opleidingsonderdeel. De ingeroepen overmacht wordt beoordeeld door de titularis, onverminderd de bevoegdheid van de ombuds om examens te verplaatsen omwille van zwaarwichtige redenen.
Meer informatie hierover wordt ter beschikking gesteld op Toledo.
* Indien deze onderdelen wegens omstandigheden niet worden aangeboden, worden hiervoor geen minpunten in rekening gebracht.
Een onvoldoende voor dit vak is niet tolereerbaar voor rechtenstudenten. Een onvoldoende is wel tolereerbaar voor studenten van een FEB-opleiding.
Toelichting bij herkansen
De tweede examenkans in de derde examenperiode verloopt als volgt. De deelscore van de schriftelijke proef uit de eerste zittijd is niet overdraagbaar naar de tweede zittijd. De student legt de schriftelijke proef dus opnieuw af en dient opnieuw een neutraal rapport in. Dat neutraal rapport moet een duidelijke vooruitgang vertonen. De afwezigheid van een duidelijke vooruitgang impliceert dat de student de verstrekte feedback niet heeft opgevolgd, wat aanleiding geeft tot een lagere quotering. Er is in de tweede zittijd geen nieuwe voorlopige versie of peer review; die elementen verdwijnen bijgevolg uit de beoordeling in het onderdeel ‘rechtsvraag’. Voor de mondelinge verdediging (‘pleitoefening’) wordt een tweede examenkans ingericht. De mondelinge verdediging is verplicht.
Een onvoldoende voor dit vak is niet tolereerbaar voor rechtenstudenten. Een onvoldoende is wel tolereerbaar voor studenten van een FEB-opleiding.