Grondwettelijk recht, seminarie (werkstudenten) (B-KUL-C00Y0A)
Doelstellingen
Overzicht
De student leert aan de hand van het schrijven van een eigen juridische bijdrage over een juridisch vakspecifiek probleem, een onderzoeksvraag te formuleren en op te lossen met een systematische en rechtsmethodologische aanpak.
Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen van de opleiding:
Kennis en inzicht
De student beschikt over een basiskennis en basisinzicht van het nationale, het Europese en het internationale recht. Hij is vertrouwd met de juridische terminologie, het theoretisch kader en de vakeigen bronnen van het publiek- en privaatrecht.
De student ...
- kan met precisie vakgebonden juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde terminologie en basisbegrippen gebruiken bij vakinhoudelijke discussies en vragen
Analytische en probleemoplossende vaardigheden
De student hanteert een systematische methode bij het oplossen van juridische casussen. Hij is in staat om zelfstandig een synthese en analyse te maken van de juridisch relevante feiten en de noodzakelijke rechtsregels in verband te brengen met deze feiten. Hij hanteert hierbij een logische en juridisch verantwoorde argumentatie.
De student:
- begrijpt en analyseert juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde teksten
- selecteert juridisch relevante feiten uit empirisch feitencomplex
- formuleert mogelijke rechtsvragen uit een empirisch feitencomplex
- identificeert rechtsregels en rechtsproblemen uit concrete casussen
- brengt rechtsregels in verband met een concrete juridische casus om tot een juridisch verantwoorde oplossing te komen
- ontwikkelt een systematische aanpak bij het uitwerken van juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde oplossingen
- beargumenteert op logische wijze een juridische redenering
- kan juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde casussen plaatsen binnen een historische, socio-economische en politieke context
- kan standpunten m.b.t. ethische, normatieve of maatschappelijke vragen inventariseren, analyseren en synthetiseren en neemt hierover vervolgens een beredeneerd standpunt in
Wetenschappelijke vaardigheden
De student kan zelfstandig rapporteren over een beknopt rechtswetenschappelijk onderzoek en past hierbij op correcte wijze de noodzakelijke juridisch-wetenschappelijke onderzoeksmethoden toe en kan het gekozen onderzoeksdesign beargumenteren. Hij verwijst steeds correct naar geraadpleegde juridische en rechtswetenschappelijke informatie. Hij is zich steeds bewust van het onderscheid tussen een juridisch-wetenschappelijke en een juridisch-positiegebonden benadering.
De student:
- selecteert de passende rechtswetenschappelijke onderzoeksmethode en kan deze toepassen op een voorliggende onderzoeksvraag
- geeft een methodologisch verantwoord overzicht van een juridisch probleem
- levert een korte rechtswetenschappelijke bijdrage met een beschrijvende of eenvoudig normatieve vraagstelling
- kan een kritisch onderzoekende houding aannemen dankzij zijn analytisch en synthetisch vermogen
- is zich bewust van het onderscheid tussen een juridisch-wetenschappelijke benadering van een rechtsvraag en een juridisch-positiegebonden benadering
Communicatievaardigheden
- De student kan helder en correct schriftelijk en mondeling communiceren in het academisch Nederlands en gebruikt hierbij steeds een correct taalregister. Hij kan communiceren met vakgenoten.
De student:
- beheerst schriftelijk en mondeling het academisch Nederlands
- rapporteert op gestructureerde wijze (opbouw en argumentatie) onder de vorm van een (juridisch-)wetenschappelijke tekst
- communiceert mondeling met (niet)-vakgenoten en kan waar nodig, gebruik maken van audiovisuele middelen
- De student kan eenvoudig zakelijk communiceren in het Nederlands, Frans en/of Engels en kan hierbij de correcte juridische en andere vakdomein-gerelateerde terminologie hanteren.
De student:
- verwoordt juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde begrippen en ideeën op een correcte en gestructureerde manier
- De student kan een gefundeerde en beargumenteerde positie innemen in een maatschappelijk, juridisch debat.
De student:
- kan anderen overtuigen door helder en gefundeerd te communiceren
- neemt een (juridisch-)wetenschappelijk onderbouwd maatschappelijk standpunt in en communiceert dit schriftelijk
Informatievaardigheden
De student kan juridische, rechtswetenschappelijke en algemeen vormende informatie verzamelen en kritisch verwerken.
De student:
- ontwikkelt een efficiënte methode om relevante informatie uit juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde (digitale) bibliotheken en databanken te verzamelen
- beoordeelt de zoekresultaten op wetenschappelijke kwaliteit en relevantie
- verwijst op correcte juridische of op andere vakdomein-gerelateerde wijze naar informatiebronnen en het werk en ideeën van anderen
- is in staat om rechtsbronnen (wetgeving, rechtsspraak en rechtsleer) op te zoeken, te begrijpen en te verwerken bij het beantwoorden van vakinhoudelijke vragen kan, door het lezen van rechtswetenschappelijke en/of andere domeinspecifieke literatuur, zijn kennis over het vak optimaliseren
Leervaardigheden
De student kan zelfstandig voor hem nieuwe kennis en vaardigheden verwerven, verwerken en assimileren.
De student:
- gaat constructief om met feedback en evaluatie en houdt hiermee rekening in het leerproces
- is zich bewust van de dynamische ontwikkeling van het recht
Begintermen
De theoretische kennis van het staatsrecht wordt voorondersteld. Aangezien de thema's doorgaans inspelen op de politieke en juridische actualiteit, is een interesse hiervoor en een kennis hiervan een pluspunt. Van de studenten wordt een actieve participatie verwacht.
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.
(SOEPEL(C03B8A) OF SOEPEL(C02X8B) OF SOEPEL(C06X5A) OF SOEPEL(HBR24A) OF SOEPEL(HBR29C)) EN (SOEPEL(C07G7A) OF SOEPEL(C04X0A) OF SOEPEL(C06X6A) OF SOEPEL(HBR22C) OF SOEPEL(HFR15A))
Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
C03B8A : Rechtsmethodiek, werkcollege
C02X8B : Rechtsmethodiek, werkcollege
C06X5A : Rechtsmethodiek, werkcollege (werkstudenten)
HBR24A : Rechtsmethodiek (werkcollege met kennismakingsstage) (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
HBR29C : Rechtsmethodiek (werkcollege met kennismakingsstage)
C07G7A : Juridisch schrijven, werkcollege
C04X0A : Juridisch schrijven, werkcollege
C06X6A : Juridisch schrijven, werkcollege (werkstudenten)
HBR22C : Juridisch schrijven, werkcollege
HFR15A : Juridisch schrijven, werkcollege (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
C07D8A : Grondwettelijk recht, seminarie
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Grondwettelijk recht, seminarie (werkstudenten) (B-KUL-C00Y0a)
Inhoud
In het seminarie staatsrecht rapporteren de studenten zowel mondeling als schriftelijk over een zelfstandig – maar onder begeleiding − rechtswetenschappelijk onderzoek rond een concrete rechtsvraag binnen het staatsrecht.
De toewijzing van de onderwerpen gebeurt aan het begin van het academiejaar. Voor verdere informatie: zie Toledo.
Studiemateriaal
Er wordt een basisnota ter beschikking gesteld met de voornaamste rechtspraak en literatuur over het behandelde onderwerp. De overige bronnen worden door de student zelf opgezocht.
Toelichting werkvorm
Het seminarie gaat van start met algemene sessies waarop onder meer methodologie, bronnengebruik, mogelijke onderwerpen en praktische afspraken aan bod komen. Aanwezigheid is verplicht.
Het seminarie zelf bestaat uit een wetenschappelijke schrijfoefening, een mondelinge presentatie en peer review.
De wetenschappelijke schrijfoefening leidt tot het eigenlijke seminariewerk. Het seminariewerk is niet louter descriptief maar bevat ook een eigen juridisch onderbouwde opinie (evaluatieve of normatieve dimensie). Het resultaat is een paper die moet voldoen aan de vormvereisten die aan de studenten schriftelijk worden meegedeeld via Toledo. Van deze paper wordt een voorlopige versie ingediend, voorafgaand aan de mondelinge presentatie. Bij deze voorlopige versie wordt de student ook gevraagd een beknopte zelfevaluatie bij het eigen werk te schrijven.
Daarnaast wordt de student gevraagd een peer review nota te schrijven bij de voorlopige versie van het seminariewerk van een medestudent (meer uitleg op Toledo).
De mondelinge rapportage bestaat uit het deelnemen aan en het verdedigen van het seminariewerk tijdens een groepsbijeenkomst met medestudenten. Tijdens deze bijeenkomst wordt de peer review ook mondeling toegelicht en vindt een groepsdiscussie plaats.
De definitieve versie van het seminariewerk wordt ingediend na de mondelinge verdediging.
Naast de klassieke didactische leervorm van colleges, kunnen complementaire werkvormen ingezet worden (afgestemd op begeleide zelfstudie).
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Grondwettelijk recht, seminarie (werkstudenten) (B-KUL-C20Y0a)
Toelichting
Algemeen
Het schriftelijke werkstuk dient elektronisch ingediend te worden en staat op 16 van de 20 punten. De evaluatie gebeurt aan de hand van een evaluatieschema dat terug te vinden is op Toledo. Het niet of niet tijdig indienen van een definitieve versie leidt automatisch tot een ongeldige indiening en de onmogelijkheid om punten te behalen voor deze zitperiode. Een tekst die manifest niet voldoet aan de meegedeelde vormvereisten (aantal pagina’s, opmaak, voet- of eindnoten, bibliografie, enz...) staat gelijk met het niet tijdig indienen.
Het presenteren van het seminariewerk tijdens een groepsbijeenkomst staat op 2 van de 20 punten. Studenten kunnen enkel deelnemen aan deze bijeenkomst wanneer zij de voorlopige versie van het seminariewerk tijdig en op geldige wijze hebben ingediend. Het niet deelnemen aan de groepsbijeenkomst heeft een nulquotering tot gevolg voor dit subonderdeel.
Het schrijven van een peer review nota en deelname aan de discussie tijdens de groepsbijeenkomst staat op 2 van de 20 punten. Studenten kunnen enkel deelnemen aan het systeem van peer review (schrijven en toelichting ervan tijdens groepsbijeenkomst) wanneer zij de voorlopige versie van het seminariewerk tijdig en op geldige wijze hebben ingediend. Het niet deelnemen aan het systeem van peer review heeft een nulquotering tot gevolg voor dit subonderdeel.
Tweede examenkans
In de derde examenperiode kunnen de studenten herkansen voor dit opleidingsonderdeel. De herkansing gebeurt via een vervangtaak door de titularis te bepalen en in te leveren ten laatste op de eerste dag van de derde examenperiode. Studenten die herkansen, contacteren de titularis per e-mail binnen vijf kalenderdagen na de bekendmaking van de resultaten van het tweede semester.