Statistiek voor bedrijfswetenschappen (S) (B-KUL-HSH89A)

Doelstellingen
5a: Gebruikt statische en dynamische modellen, grafisch en algebraïsch, om (bedrijfs)economische problemen te analyseren en op te lossen. Definieert kanstheoretische modellen, grafisch en algebraïsch. Toetst de kwaliteit van kanstheoretische kaders voor het modelleren van (bedrijfs)economische problemen.
5b: Gebruikt beschrijvende en inferentiële statistische methoden en technieken bij het oplossen van (bedrijfs)economische problemen. Past beschrijvende statistische methoden en technieken toe. Gebruikt betrouwbaarheidsintervallen en hypothesetoetsen voor parameters van verdelingen bij het oplossen van (bedrijfs)economische problemen.
5c: bestudeert en interpreteert met behulp van lineaire regressietechnieken verbanden tussen variabelen.
6c: Kiest en gebruikt in lijn met de gegeven praktijkrelevante en (bedrijfs)economische probleemstelling en onderzoeksmethode de correcte technieken voor verwerving, analyse en interpretatie van data. Kiest en gebruikt de correcte beschrijvende statistische technieken voor analyse en interpretatie van data. Kiest en gebruikt de correcte inferentiële statistische technieken voor analyse en interpretatie van data.
6e: Trekt op een wetenschappelijke manier praktijkrelevante besluiten uit kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksresultaten. Trekt op een wetenschappelijke manier praktijkrelevante besluiten uit kwantitatieve onderzoeksresultaten.
Begintermen
Er is geen voorkennis vereist voor dit opleidingsonderdeel.
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
Y00266 : Statistiek voor bedrijfswetenschappen (S)
HSA10A : Statistics for Business (B)
HTH85A : Statistiek voor bedrijfswetenschappen (BL)
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
6 sp. Statistiek voor bedrijfswetenschappen (S) (B-KUL-HSH89a)



Inhoud
Hoofdstuk 1 : Beschrijvende Statistiek voor 1 variabele
- Classificatie van gegevens (kwalitatief - kwantitatief)
- Kijken naar gegevens (grafieken voor kwalitatieve en kwantitatieve gegevens, histogram,...)
- Gegevens samenvatten met kengetallen (gemiddelde, standaardafwijking, mediaan, kwartielen, boxplot,...)
Hoofdstuk 2 : Kansrekening
- Toevalsexperiment, uitkomstenruimte, gebeurtenis
- Experimentele kans
- Uniforme kansen
- Algemene basisregels voor kansen
- Somregel
Hoofdstuk 3 : Toevalsvariabelen
- Discrete en continue toevalsvariabele
- Kengetallen van een toevalsvariabele
- De normale verdeling
- De binomiale verdeling
Hoofdstuk 4 : Sommen van onafhankelijke toevalsvariabelen
- Onafhankelijkheid en correlatie
- Verwachtingswaarde en variantie
- Verdeling van sommen van onafhankelijke toevalsvariabelen (Centrale Limietstelling)
Hoofdstuk 5 : Steekproeftrekkingen
Hoofdstuk 6 : Inleiding tot inferentie
- Betrouwbaarheidsintervallen voor het populatiegemiddelde (gekende sigma)
- Hypothesetoetsen voor het populatiegemiddelde (gekende sigma)
- Type-I- en type-II-fout en onderscheidingsvermogen
Hoofdstuk 7: Inferentie voor het populatiegemiddelde (ongekende sigma)
- Betrouwbaarheidsintervallen voor het populatiegemiddelde (ongekende sigma)
- Hypothesetoetsen voor het populatiegemiddelde (ongekende sigma)
Hoofdstuk 8: Inferentie voor twee populatiegemiddelden
- Betrouwbaarheidsintervallen voor het verschil van twee populatiegemiddelden
- Hypothesetoetsen voor het verschil van twee populatiegemiddelden
Hoofdstuk 9: Inferentie voor meerdere populatiegemiddelden: ANOVA
Hoofdstuk 10: Inferentie voor populatieproporties
- Betrouwbaarheidsintervallen voor een populatieproportie
- Hypothesetoetsen voor een populatieproportie
- Betrouwbaarheidsintervallen voor het verschil van twee populatieproporties
- Hypothesetoetsen voor het verschil van twee populatieproporties
Hoofdstuk 11: toetsen van samenhang
- chi-kwadraattoets voor onafhankelijkheid
- toets voor de populatiecorrelatie
Hoofdstuk 12: Enkelvoudige lineaire regressie
- Het theoretische model
- De kwaliteit van het berekende model
- Betrouwbaarheids- en voorspellingsintervallen
Toelichting werkvorm
Onderwijsmethoden.
Hoorcolleges: tijdens de hoorcolleges wordt de theorie uitgelegd aan de hand van uitgewerkte voorbeelden. Nadat een nieuw begrip of een nieuwe methode aangebracht wordt, wordt de aanpak van oefeningen en problemen die daarop betrekking hebben 'gedemonstreerd'. De docent demonstreert ook hoe er moet gewerkt worden met het grafisch rekentoestel, de TI-84.
Werkcolleges: tijdens de werkcolleges gaan de studenten zelf aan de slag met nieuwe oefeningen en problemen. De docent biedt daarbij zoveel mogelijk individuele hulp aan en geeft bijkomende klassikale uitleg bij algemeen voorkomende moeilijkheden. Studenten krijgen oefenmateriaal aangeboden in de cursustekst, en kunnen aan de hand van de (eind)oplossingen zichzelf evalueren over de betreffende leerstof. Oefeningen uit de syllabus die niet behandeld werden tijdens de werkcolleges mogen ter verbetering worden ingediend. Het maken van oefeningen door de student zelf is essentieel om te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel.
Begeleid studiemoment: tijdens het begeleid studiemoment kunnen studenten in groep of indivdueel oefeningen oplossen of theorie verwerken. De aanwezige docent zal met veel plezier komen helpen als er problemen opduiken bij het oplossen van de oefeningen of bij het verwerken van de theorie.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Statistiek voor bedrijfswetenschappen (S) (B-KUL-H74924)
Toelichting
Het examen is schriftelijk.
Het examen bestaat voornamelijk uit oefeningen die inzicht in en toepassing van de leerstof vereisen, maar kan ook theoretische vragen bevatten. De oefeningen zijn analoog aan de oefeningen die tijdens de hoor- en werkcolleges opgelost werden en aan de oefeningen die in de syllabus opgenomen zijn. Men moet evenwel bedenken dat er tijdens het leerproces aanvankelijk eenvoudige oefeningen gemaakt worden zodat de moeilijkheidsgraad van de oefeningen op het examen hoger ligt dan de gemiddelde moeilijkheidsgraad van de oefeningen uit de hoor- en werkcolleges.
Er wordt van uitgegaan dat de student tijdens het examen een grafisch rekentoestel (van het type TI- 84) meebrengt.
De student mag tijdens het examen gebruik maken van een 'formularium' bestaande uit één A4-blad dat hij/zij aan beide zijden zelf beschreven heeft (gedrukte of gekopieerde formularia zijn niet toegelaten) en dat hij/zij handtekent.
Een voorbeeld van een volledig examen kan gevonden worden op de elektronische leeromgeving tegen het einde van het semester.
Het examen in tweede zittijd verloopt identiek als in eerste zittijd.