Franse Literatuur III: 17e en 18e eeuw (B-KUL-F0AF3A)

4 studiepuntenFrans26 urenTweede semester
Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar niet ingericht, maar wel volgend jaar. Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar niet ingericht, maar wel volgend jaar.
POC Taal- en letterkunde

Leerdoelen:

In deze cursus zullen de studenten de in BA2 ("Geschiedenis van de Franse literatuur II") verworven kennis verder ontwikkelen door in drie opeenvolgende modules een van de meest centrale argumenten van de zeventiende- en achttiende-eeuwse (Franse) literatuur te bestuderen, namelijk de relatie tussen "feit" en "fictie".

Aan het eind van de cursus zullen de studenten geleerd hebben om

- diepgaande kennis te ontwikkelen door verschillende sleutelteksten uit de Franse literatuur kritisch te beoordelen, in relatie tot maatschappelijke en culturele vragen die relevant zijn voor de vroegmoderne periode

- gebruik te maken van verschillende concepten, leesmethoden (narratologie, reader-response theorie, ... ) en leerstrategieën bij het interpreteren en vergelijken van een grote verscheidenheid aan bronnen

- verslag uit te brengen van hun bevindingen volgens academische normen en met gebruik van het Frans op internationaal C1-niveau, door middel van korte schriftelijke verslagen, groepsdiscussies, mondelinge presentatie en groepswerk

Persoonlijke ontwikkelingsdoelen:

In deze cursus zullen studenten leren hoe ze:

-een persoonlijk standpunt innemen ten aanzien van bepaalde algemene opvattingen over vroegmoderne literatuur, en meer in het algemeen ten aanzien van de constructiviteit van het dominante "feit versus fictie"-verhaal

-inzicht verwerven in hun eigen (kritische) leesgewoonten

-verantwoordelijkheid nemen voor groepswerk

-actief deelnemen aan kleine groepsdiscussies, met openheid voor de lectuur van andere studenten

- constructieve, eerlijke, maar kritische peer review uitvoeren

 

De studenten hebben de colleges Franse Literatuur in BA1 en BA2 gevolgd.

Onderwijsleeractiviteiten

4 sp. Franse Literatuur III: 17e en 18e eeuw (B-KUL-F0AF3a)

4 studiepuntenFransWerkvorm: College26 urenTweede semester
POC Taal- en letterkunde

Deze cursus beoogt de diepgaande studie van één van de meest centrale problematieken van de (vroegmoderne) literatuur, meer bepaald de verhouding tussen feit en fictie. De drie modules moeten studenten toelaten om (1) inzicht te verwerven in het historisch karakter van een essentiële vraag met betrekking tot literatuur en daarbij een meer genuanceerd en gecontextualiseerd begrip te ontwikkelen van vroegmoderne literatuur ; (2) hun analytische vaardigheden verder te ontwikkelen aan de hand van close-readings, discussieseminaries en de omgang met originele historische documenten.

In een eerste module staat de vraag naar het belang van fictie en (esthetisch, maar ook moreel) bedrog in vroegmoderne maatschappelijke en literaire kringen centraal. Dit gebeurt aan de hand van een grondige lectuur van enkele werken die de fictionele en esthetische verbeelding van bedrog centraal stellen (cf. Dom Juan; Point de Lendemain).

In een tweede module wordt dieper ingegaan op het romangenre, zoals dat tijdens de vroegmoderne periode vorm kreeg, waarbij de bewuste vermenging van feit en fictie en het effect hiervan op de lezer een centrale plaats krijgt. (cf. Manon Lescaut, La religieuse)

In een derde luik zal aandacht besteed worden aan het groeiend belang van (literaire) periodieken in de publieke ruimte (met daarbij een bezoek aan de collectie van de Koninklijke Bibliotheek (KBR)). In een periode van diepe politieke, intellectuele en literaire crisis, was de pers immers een cruciale speler in een snelle circulatie van fictie en non-fictie, maar ook pseudo-authentieke werken en gefictionaliseerde teksten en was het tegelijkertijd een creatief platform voor literair experiment en maatschappijkritiek.  

Leeslijst

Molière, Dom Juan ou le festin de pierre (1665)

Prévost, Manon Lescaut (1731)

Vivant Denon, Point de Lendemain (1777)

Diderot, La Religieuse (1796)

Een reader met theoretische en literatuurhistorische teksten, evenals een anthologie van tijdschriftartikels, worden ter beschikking gesteld via Toledo.

 

 

Hoorcolleges en discussieseminaries.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Franse Literatuur III: 17e en 18e eeuw (B-KUL-F2AF3a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Paper/Werkstuk, Self assessment/Peer assessment
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal


De evaluatie bestaat uit een geschreven werkstuk op basis van één van de discussieseminaries (50 %) waarvan een uitgebreid abstract besproken wordt door medestudenten (10 %); de leerstof die in de hoorcolleges aan bod komt, zal worden geëvalueerd tijdens een mondeling examen (open boek) (40% van het eindtotaal).

 

De evaluatie bestaat uit het schrijven van een paper (50% van het totaal; enkel bij onvoldoende in eerste zittijd) en uit een mondeling examen (open boek) (50%).