Master in de ingenieurswetenschappen: artificiële intelligentie (Leuven)

Master of Science

De afgestudeerde is competent in één of meer wetenschappelijke disciplines

1. De afgestudeerde heeft gevorderde kennis en inzicht in de fundamenten van de wiskunde en de computerwetenschappen die bij artificiële intelligentie ingezet worden: 1) theoretische informatica, algoritmen en datastructuren, en programmatie van AI systemen, 2) optimalisatie, numerieke methodes en lineaire algebra

2. De afgestudeerde heeft gespecialiseerde kennis en inzicht in artificiële intelligentie en zijn deelgebieden waaronder machine learning, data mining en neurale netwerken, kennisrepresentatie en redeneren, natuurlijke taalverwerking en computervisie.

3. De afgestudeerde bezit kennis en inzicht in een aantal domeinen uit de humane wetenschappen die voor AI van belang zijn

4. De afgestudeerde kan kennis uit de verschillende domeinen van artificiële intelligentie op creatieve wijze toepassen, uitbreiden, verdiepen en integreren.


De afgestudeerde is bekwaam in onderzoek

5. De afgestudeerde kan volledige, wetenschappelijke informatie vergaren over een complex probleem, de relevantie ervan inschatten en waardevolle aspecten verwerken.

6. De afgestudeerde kan complexe AI-problemen analyseren en structureren in deelproblemen en er onderzoeksvragen en onderzoekstrategieën rond formuleren.

7. De afgestudeerde kan zelfstandig een onderzoeksproject rond artificiële intelligentie en zijn toepassingen opzetten, uitvoeren, opvolgen en bijsturen.

8. De afgestudeerde kan onderzoeksresultaten kritisch evalueren, en daarover een discussie aangaan.

9. De afgestudeerde heeft de houding om waar nodig andere disciplines te betrekken bij het onderzoek.


De afgestudeerde is bekwaam in ontwerpen

10. De afgestudeerde kan AI-theorieën, modellen en technieken gebruiken om innovatieve oplossingen voor complexe problemen in industrie en maatschappij te ontwerpen en te ontwikkelen

11. De afgestudeerde kan nieuwe AI-theorieën, modellen en technieken ontwerpen en ontwikkelen.

12. De afgestudeerde kan AI-oplossingen ontwikkelen voor multidisciplinaire problemen, die vaak ook een open karakter hebben.

13. De afgestudeerde kan een gefundeerde beslissing nemen over het gebruik van specifieke data, kennis, modellen, representaties, theorieën, algoritmen en software bij het ontwerp en ontwikkelingsproces en het effect ervan inschatten op performantie en computationale vereisten

14. De afgestudeerde kan technische specificaties (beschikbare data en kennis, performantie en computationele vereisten) en randvoorwaarden vanuit het toepassingsdomein (economisch en industrieel) afwegen en in rekening brengen


De afgestudeerde past een wetenschappelijke benadering toe

15. De afgestudeerde kan theorieën, modellen, technieken en ontwikkelingen in het domein van de artificiële intelligentie kritisch analyseren en evalueren

16. De afgestudeerde houdt rekening met de beperkingen en grenzen van AI-technieken en modellen.

17. De afgestudeerde is in staat om zelfstandig de ontwikkelingen in hun domein bij te houden.

18. De afgestudeerde geeft blijk van wetenschappelijke integriteit in denken en handelen.


De afgestudeerde beschikt over intellectuele basisvaardigheden

19. De afgestudeerde kan zelfstandig kritisch-constructief reflecteren over het eigen denken, beslissen en handelen.

20. De afgestudeerde kan een beredeneerd oordeel vormen gebaseerd op objectieve argumenten, ook in het geval van onvolledige of irrelevante informatie.

21. De afgestudeerde kan abstraherend en structurerend denken


De afgestudeerde is bekwaam om samen te werken en te communiceren

22. De afgestudeerde kan mondeling en schriftelijk communiceren in het Nederlands en/of het Engels over eigen onderzoek en probleemoplossingen met leken, experten en andere stakeholders

23. De afgestudeerde kan efficiënt projectmatig werken in groep, kan teamrollen dragen, en kan omgaan met sociale dynamiek.

24. De afgestudeerde kan omgaan met deadlines via een zelfstandig opgestelde werkplanning.


De afgestudeerde houdt rekening met de maatschappelijke en sociale context

25. De afgestudeerde heeft inzicht in de impact en rol van artificiële intelligentie in de maatschappij (juridische, economische, ethische, sociologische en technisch-industriële context) en is vertrouwd met de principes van betrouwbare AI (menselijke controle en menselijk toezicht; technische robuustheid en veiligheid; privacy en databeheer; transparantie; diversiteit, non-discriminatie en rechtvaardigheid; maatschappelijk en
milieuwelzijn; en verantwoording).

26. De afgestudeerde is zich bewust van de juridische, economische, ethische, sociologische en technisch-industriële context waarin wordt gewerkt, de verantwoordelijkheden als AI-ingenieur, en handelt daarnaar.

27. De afgestudeerde kan participeren aan het brede debat rond AI en daarbij standpunten duiden en innemen.
Rechtstreeks:
Na toelating: