Bachelor in de communicatiewetenschappen (Leuven)

Bachelor of Science

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de bachelor in de communicatiewetenschappen.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

In de bacheloropleiding verwerven studenten domeinspecifieke kennis, vaardigheden en attitudes. De afgestudeerde bachelor in de Communicatiewetenschappen...


1. Kennis en inzichten

1.1 heeft kennis van en inzicht in de kernbevindingen van de communicatiewetenschap, met name van de volgende deeldisciplines:
- mediacultuur,
- strategische communicatie
- mediapsychologie.
De bachelor kent en begrijpt de theorieën, concepten en paradigma's die eraan ten grondslag liggen.

1.2 heeft kennis van en inzicht in de academische analyse van gemedieerde communicatie, met name de structuur, organisatie, werking en ontwikkeling van:
- het medialandschap,
- communicatietechnologieën binnen een bedrijfs- en publiekscontext,
- processen die de bedoelde (persuasieve) en onbedoelde effecten van gemedieerde communicatie bepalen,
- de ethische, normatieve en juridische aspecten verbonden aan de rol van media en gemedieerde communicatie in de maatschappij.

1.3 erkent het belang van een empirische basis voor sociaal- en communicatiewetenschappelijke inzichten en theorieën en begrijpt hoe empirische gegevens en theorievorming zich tot elkaar verhouden; hij heeft basisinzicht in de kenmerken, principes en praktijken van de standaard kwalitatieve en kwantitatieve designs, in de context van explorerend, hypothesetoetsend en interpretatief onderzoek; de assumpties en hoofdkenmerken van beschrijvende en inferentiële statistiek.


2. Analyseren en reflecteren

2.1 kan zijn kennis van en inzichten in de communicatiewetenschappelijke bevindingen in verband brengen met elkaar, met een grondig begrip van de samenleving en met een brede kennis van de elementaire denk- en referentiekaders van verwante en relevante disciplines uit de sociale wetenschappen.

2.2 kan zijn kennis van en inzichten in de gemedieerde communicatie in verband brengen met elkaar, met een grondig begrip van de samenleving waarin die communicatie een rol speelt en met een brede kennis van de elementaire denk- en referentiekaders van verwante en relevante disciplines uit de sociale wetenschappen.

2.3 heeft inzicht in de ethische, maatschappelijke en academische eisen die aan communicatiewetenschappelijk onderzoek worden gesteld en kan reflecteren over de wetenschappelijke verworvenheden van onderzoeksbevindingen door de gehanteerde sociaalwetenschappelijke methoden en technieken te ontleden en de bevindingen kritisch te bespreken.

2.4 kan in algemene termen de communicatiewetenschappelijke benadering van sociale probleemstellingen situeren ten opzichte van andere sociaalwetenschappelijke benaderingen; hij kan vanuit dit breder kader en rekening houdend met de diversiteit aan inzichten binnen de discipline, reflecteren over de waarde en de pertinentie van de discipline.

2.5 kan (in algemene termen en bij afgebakende cases) reflecteren over de geldigheid, de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van communicatiewetenschappelijke bevindingen en inzichten; hij beseft dat elke theorie berust op vooronderstellingen, dat wetenschappelijke inzichten bevraagd worden, veranderen en verlaten worden.

2.6 kan kritisch reflecteren over de door hem gehanteerde aanpak en methodologie en de kwaliteit en betrouwbaarheid van de geformuleerde oplossing; hij overweegt daarbij alternatieve verklaringen en benaderingen van binnen en buiten de discipline.


3. Onderzoeken


3.1 kan relevante sociaal- en communicatiewetenschappelijke bronnen vinden, selecteren en begrijpen; hij is vertrouwd met de kenmerkende structuur en stijl van verschillende typen wetenschappelijke publicaties en kan deze zelfstandig toepassen.

3.2 vertoont de wil en motivatie om te komen tot inzicht in en het vinden van een oplossing voor afgebakende, modelmatige disciplinegebonden vragen en problemen; daarbij legt hij relaties met verwante vragen en problemen binnen de discipline en hanteert hij een uitgesproken internationaal perspectief.

3.3 kan binnen een aangereikt kader en in een begeleide groep een eenvoudige communicatiewetenschappelijke probleemstelling omzetten in onderzoeksvragen, een onderzoeksontwerp opstellen (zowel kwantitatief als kwalitatief), en de volledige empirische cyclus doorlopen om een antwoord op de onderzoeksvragen te formuleren.

3.4 heeft kennis van en houdt rekening met de ethische en deontologische regels van de communicatiewetenschap en het wetenschappelijk onderzoek in het algemeen. Hij voert onderzoek nauwgezet en consciëntieus uit en communiceert over de resultaten op verifieerbare wijze.


4. Terugkoppelen


4.1 kan a.d.h.v. zijn disciplinegebonden kennis en inzichten onder begeleiding en in gecontroleerde omstandigheden een eenvoudig beargumenteerd inhoudelijk, ethisch en/of wetenschappelijk standpunt innemen over (bedoelde en onbedoelde) maatschappelijke consequenties van gemedieerde communicatie en het handelen van relevante actoren daarin.

4.2 kan in onderzoeksresultaten bepaalde verbanden en voor hem nieuwe gezichtspunten ontdekken; hij heeft inzicht in de toepassing van (eigen) eenvoudig onderzoek en kan dit, met een algemeen begrip van de structuur en werking van het relevante werkveld, vertalen naar communicatiebeleid en -strategie.

4.3 kan over communicatiewetenschappelijke onderwerpen en (eigen) onderzoek op een adequate en professionele wijze (mondeling en schriftelijk) rapporteren en discussiëren met collega-studenten, in het Nederlands, Engels en Frans.


5. Procesmatig denken en handelen

5.1 kan in een team werken en een constructieve bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat.

5.2 kan in een afgebakend project effectief en efficiënt werken; hij toont daarbij aandacht voor kwaliteit, zorgvuldigheid, planning en organisatie.

5.3 kan verschillende redeneerwijzen (inductie, deductie, analogie, enz.) identificeren en aanwenden om een argumentatie op te bouwen op verschillende abstractieniveaus; hij kan inzichten en interpretaties analyseren en integreren tot een samenhangend geheel.

5.4 kan informatie verwerven, verwerken en interpreteren.

5.5 kan de eigen competenties evalueren en ze door middel van bijscholing of zelfstudie actualiseren, verbreden of verdiepen.

I. Communicatiewetenschappelijke inzichten en analyse

1. De bachelor is bereid tot levenslang leren en opvolgen van wetenschappelijke evoluties en actuele debatten binnen de communicatiewetenschappelijke discipline.

2. De bachelor toont een intellectuele belangstelling voor de complexe verhoudingen tussen media, communicatietechnologieën, het individu en de maatschappelijke context, en is in staat om deze analytisch en kritisch te duiden.

3. De bachelor is bereid het handelen af te stemmen op de opgebouwde (multi)disciplinaire kennis en inzichten.

 

II. Communicatiewetenschappelijke onderzoeksmethoden

1. De bachelor ontwikkelt een onderzoeksgerichte attitude om maatschappelijke thema’s te problematiseren, in een communicatiewetenschappelijk perspectief te plaatsen en aan een kritische schouwing te onderwerpen.

2. De bachelor engageert zich om de methoden en technieken van communicatiewetenschappelijk (en algemeen wetenschappelijk) onderzoek correct toe te passen en deze in een masteropleiding verder te ontwikkelen.

3. De bachelor is bereid om te handelen overeenkomstig een wetenschappelijk integere, reflectieve basishouding.

 

III. Professionele terugkoppeling

1. De bachelor is alert voor de mogelijkheden en valkuilen in de aanwending van communicatiewetenschappelijk onderzoek en theorie voor de ontwikkeling van beleid en strategie in diverse professionele contexten. 

2. De bachelor spreidt een bereidheid tentoon om vanuit mediacultureel, strategisch-communicatief en mediapsychologisch perspectief constructief bij te dragen aan het formuleren van alternatieven om aan actuele problemen het hoofd te bieden.

 

IV. Algemene academische vorming

1. De bachelor toont een bereidheid tot collegiale en effectieve multidisciplinaire samenwerking.

2. De bachelor zet zich in om eigen ideeën en reflecties op een beredeneerde en zelfkritische wijze te presenteren.

3. De bachelor cultiveert een open houding ten aanzien van diverse leefwerelden, groepen en culturen.

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
Bestand PDF document Blauwdruk_BA_Communicatiewetenschappen.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?
Na een academische bacheloropleiding opteer je normaliter voor een masteropleiding. Hieronder vind je een opsomming van de meest aansluitende masters op de bachelor in de communicatiewetenschappen.


Rechtstreeks:
Na toelating:
Toelating mits het volgen van een voorbereidings- of schakelprogramma of een verkorte bachelor: