Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S0I35A)

3 studiepuntenNederlands20 urenTweede semesterUitgesloten voor examencontract
OC Educatieve master maatschappijwetenschappen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel hebben de studenten elk de volgende doelstellingen bereikt:

  • De studenten zijn gemotiveerd om filosofische gesprekken te voeren binnen en buiten het eigen vakdomein.
  • De studenten kunnen filosofische vragen stellen bij lesinhouden die aansluiten bij hun eigen vakdomein en bij aanverwante vakdomeinen.
  • De studenten kunnen een vragende, socratische attitude aannemen en integreren in het werken met hun doelgroep.
  • De studenten kunnen een filosofisch gesprek voorbereiden en opstarten met een groep.
  • De studenten kunnen de groep op een participatieve én efficiënte manier (op een beginnersniveau) begeleiden bij het voeren van een filosofisch gesprek.
  • De studenten kunnen de (zelf)reflectie van leerlingen stimuleren en ondersteunen en kunnen in de groep een veilige en vrije ruimte creëren waarbinnen dat mogelijk is.
  • De studenten hebben inzicht in verschillende methodes om een filosofisch gesprek te voeren.
  • De studenten hebben inzicht in de waarde, effecten en doelstellingen van het filosofisch gesprek.
  • De studenten kunnen reflecteren over een filosofisch gesprek dat ze observeren of begeleiden of waarin ze participeren.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

Studenten hebben ofwel reeds een bachelordiploma behaald, ofwel zijn zij max. 70 sp. verwijderd van het bachelordiploma.


Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
S0I13A : Masterproef
S0I11A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I05A : Stage maatschappijwetenschappen 1
S0J68A : Stage maatschappijwetenschappen 2
S0P70A : Vakdidactiek rechten

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S0I35a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum20 urenTweede semester
OC Educatieve master maatschappijwetenschappen

De OLA bestaat uit 25 contacturen (in blokken van 2,5 uur). Aanwezigheid op alle contactmomenten is verplicht (zie evaluatie).

Deze OLA laat zien hoe je binnen je eigen discipline en aanverwante disciplines filosofische gesprekken kan voeren met een groep (leerlingen) over een onderwerp dat zich daartoe leent. Het is een kennismaking met het fenomeen ‘filosofische gesprekken’ en biedt de gelegenheid houdingen en vaardigheden uit de filosofische praktijk te oefenen en erover te reflecteren.

In vijf plenaire sessies worden de belangrijkste theoretische achtergronden voorgesteld, afgewisseld met korte oefeningen. De volgende thema's kunnen aan bod komen:

  • De praktische filosofie en het filosofisch gesprek, o.a. met kinderen en jongeren;
  • Waarde, effecten en doelstellingen van het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren;
  • De houding van de filosofisch gespreksbegeleider: de maieutiek, het belang van ‘leeg’ luisteren.
  • De techniek van het kritisch denken: kunnen registreren van de spontane redenering en argumentatie van deelnemers en daarop doorvragen (beginselen van de argumentatieleer);
  • De kunst van het vragen stellen en vragend werken met een (klas)groep;
  • De structuur van een filosofisch gesprek;
  • Vergelijking tussen verschillende scholen/methodes in het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren;
  • Achtergronden van de socratische methode en toepassingen en varianten van het socratisch gesprek. Verschillen en gelijkenissen met andere methodes in het filosoferen.

In vijf werkcolleges in groepen van ca. 20 studenten worden de studenten in het volgende begeleid:

  • een filosofisch gesprek opstarten vanuit een impuls
  • oefenen in het begeleiden van filosofische gesprekken
  • ideeën en werkvormen uitwisselen om te gebruiken in de klas
  • uitdenken van een onderzoeksvraag (voor de paper) en een impuls (voor de lesvoorbereiding)

Naast deze werkcolleges kunnen de studenten naar keuze enkele stagelessen 'filosofisch gesprek met kinderen en jongeren' begeleiden, zowel in het secundair als in het basisonderwijs. Als zij hiervoor interesse hebben, observeren ze eerst een les gegeven door de docent in het secundair en/of in het basisonderwijs. Nadien kunnen afspraken gemaakt worden met de leerkracht van de klas in kwestie. Precieze stageplekken worden nog bekend gemaakt bij aanvang van het seminarie.

Verplicht studiemateriaal: het boek Kristof Van Rossem, Het filosofisch gesprek: De basis (Leuven: LannooCampus, 2020). Dit boek kan via de docent aangekocht worden.

Bijkomend aanbevolen studiemateriaal: op Toledo vinden de studenten achtergrondartikelen en een bibliografie met referenties aan boeken, artikelen, video’s, didactisch materiaal … die ze kunnen gebruiken als achtergrond bij de paper en de lesvoorbereiding.

De contacturen vinden plaats in Leuven.

De eerste 12,5 contacturen zijn interactief. De theorie zoals uitgelegd in het boek wordt aangereikt aan de hand van korte oefeningen die meteen bruikbaar zijn in de (klas)groep.

Tijdens de volgende 12,5 contacturen (werkcolleges) worden vooreerst in groep filosofische gesprekken gevoerd en verschillende werkvormen uitgeprobeerd. De effecten en doelstellingen van de verschillende werkvormen worden samen besproken en in functie van bruikbaarheid geëvalueerd. Daarna oefenen de studenten ook in het zelf begeleiden van een filosofisch gesprek en krijgen ze hierop feedback.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Filosofisch gesprek met kinderen en jongeren (B-KUL-S2I35a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Vaardigheidstoets


Evaluatiekenmerken
De evaluatie bestaat uit drie opdrachten die samen de eindscore bepalen. 

  • De studenten schrijven een paper waarin zij een eigen onderzoeksvraag in verband met het filosofisch gesprek uitwerken en verbinden met een concreet filosofisch gesprek.
  • De studenten maken een lesvoorbereiding (voor één les) waarin zij een impuls uitwerken en een methode kiezen en beschrijven.
  • Tijdens de contactmomenten vindt een evaluatiemoment plaats waarbij elke student individueel een filosofisch gesprek begeleidt met enkele van de medestudenten. 

De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze opdrachten worden door de docent(en) vastgelegd en gecommuniceerd via Toledo.

Bepaling van het eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Het eindresultaat is een gewogen cijfer waarbij alle opdrachten in rekening genomen worden: 

  • De paper telt voor 50 % van het eindcijfer.
  • Het lesvoorbereidingsformulier staat op 20 % van het eindcijfer.
  • De kwaliteit van het leiden van het filosofisch gesprek staat op 20 % van het eindcijfer.
  • De peerevaluatie van een filosofisch gesprek staat op 10 % van het eindcijfer.

Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle opdrachten tijdig werden afgelegd. 

Aanwezigheid op alle contactmomenten is verplicht. Andere verplichtingen, zoals stage, tellen niet als geldige reden voor afwezigheid. Enkel wie een gewettigd document van afwezigheid (vb. ziekteattest) kan voorleggen, kan zich verontschuldigen. De docent kan in dat geval beslissen om de student een vervangopdracht te geven. Wanneer studenten om zwaarwichtige redenen gedurende een langere periode of regelmatig niet kunnen deelnemen aan de verplichte contactmomenten, verwittigen zij zo spoedig mogelijk de examenombuds. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken voor elke ongewettigde afwezigheid.

Indien de student één van de opdrachten niet tijdig indient of niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd”, tenzij om een gegronde reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/onderwijs/plagiaat) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen (https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat). Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Studenten die niet geslaagd zijn en gebruik wensen te maken van een tweede examenkans, moeten contact opnemen met de lesgever om af te spreken welke opdrachten zij (opnieuw) moeten indienen en hoe ze dat moeten doen. De verdere instructies over tweede examenkans vindt de student op Toledo.

Wie tijdens de werkcolleges ongewettigd afwezig was, verliest opnieuw 10 % op het eindresultaat voor elke ongewettigde afwezigheid.
Wie de deadline bij de tweede examenkans overschrijdt zonder gegronde reden, krijgt een eindresultaat ‘niet afgelegd’.