Stage bio-ingenieurswetenschappen (semester 2) (B-KUL-I0W23A)






Doelstellingen
Dit OPO kan alleen worden opgenomen door studenten van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Tijdens de stage voert de student onder begeleiding een welomschreven opdracht uit in een bedrijf of organisatie, behorend tot het werkveld van de opleiding. Het doel is om enerzijds verworven kennis en competenties te confronteren met de praktijk en deze verder te ontwikkelen, en anderzijds aan de hand van een eerste werkervaring een aantal bijkomende competenties en attitudes te ontwikkelen die belangrijk zijn in het werkveld.
Stagespecifieke technische competenties
- Beroep kunnen doen op verworven kennis en competenties om het probleem van de stage-opdracht te beschrijven en oplossingen te formuleren
- In staat zijn om verworven kennis verder uit te diepen en doelgericht nieuwe informatie op te zoeken die nodig is voor de stageopdracht
- Taken en handelingen vakkundig, doelgericht en efficiënt uitvoeren met aandacht voor de kwaliteit
- Doelgericht rapporteren over de vorderingen en het eindresultaat
- Tussentijdse resultaten en het eindresultaat kritisch evalueren
Functioneren binnen de organisatie
- Oordeelkundig handelen volgens de regels en afspraken binnen de organisatie
- Rekening houden met de randvoorwaarden (middelen, timing, prioritering…) binnen de stageomgeving
- Op professionele wijze omgaan met diverse collega’s
Reflectie over het leerproces, leerresultaat en het eigen functioneren
- Kritisch reflecteren over de eigen handelingen en de resultaten daarvan
- Eigen sterke en zwakke punten formuleren
- Kunnen reflecteren over de eigen beroepshouding
Begintermen
Een master-student bio-ingenieurswetenschappen kan slechts één stage-OPO opnemen in het ISP.
Elk van de onderstaande stage-OPO is bijgevolg niet cumuleerbaar met enig ander stage-OPO:
- I0W22A ‘Stage bio-ingenieurswetenschappen’ (semester 1)
- I0W23A ‘Stage bio-ingenieurswetenschappen’ (semester 2)
- I0W20A ‘Internship bioscience engineering’ (semester 1)
- I0W21A ‘Internship bioscience engineering’ (semester 2)
- I0T81B ‘Ontwikkeling van geo-toepassingen’
- I0D65B ‘Geo-Application Development’
- I0U77A 'Practica Integrada I'
- I0A98A Industriële stage katalytische technologie
Wanneer studenten, na goedkeuring door de POC, één van de stages I0W20A, I0W22A, I0T81B of I0D65B hebben uitgevoegd vóór de limietdatum vóór de eerste indiening van het ISP voor de master-opleiding dan kan de POC cumul met de andere stage-OPO toestaan. Dit is evenwel niet mogelijk voor cumul met I0A98A.
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
I0W20A : Internship Bioscience Engineering (Semester 1)
I0W21A : Internship Bioscience Engineering (Semester 2)
I0W22A : Stage bio-ingenieurswetenschappen (semester 1)
I0O70B : Stage als keuzevak (4 weken) (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
I0O71B : Stage als keuzevak (6 weken) (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
Plaats in het onderwijsaanbod
- Master in de bio-ingenieurswetenschappen: biosysteemtechniek (Leuven) 120 sp.
- Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde (Leuven) 120 sp.
- Master in de bio-ingenieurswetenschappen: milieutechnologie (Leuven) 120 sp.
- Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbeheer (Leuven) 120 sp.
- Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelenwetenschappen en voeding (Leuven) 120 sp.
- Master in de bio-ingenieurswetenschappen: katalytische technologie (Leuven) 120 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
6 sp. Stage bio-ingenieurswetenschappen (semester 2) (B-KUL-I0W23a)
Inhoud
Tijdens de stage voert de student gedurende minimum vijf weken onder begeleiding een welomschreven opdracht uit in een bedrijf of organisatie, behorend tot het werkveld van de opleiding. Het doel is om enerzijds verworven kennis en competenties te confronteren met de praktijk en deze verder te ontwikkelen, en anderzijds aan de hand van een eerste werkervaring een aantal bijkomende competenties en attitudes te ontwikkelen die belangrijk zijn in het werkveld. Universitaire onderzoekslaboratoria zijn toegelaten als stage-organisatie in die mate dat de aard van het stageproject moet toelaten ook andere dan onderzoeksvaardigheden te verwerven. De stageopdracht dient volledig los te staan van de masterproef.
Alle informatie over de procedure van de stage en bijhorende documenten is te vinden op de facultaire website: https://www.biw.kuleuven.be/studeren/stages/stages.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Stage bio-ingenieurswetenschappen (semester 2) (B-KUL-I2W23a)
Toelichting
Voor de eindevaluatie wordt een commissie aangesteld door de faculteit en gebruik gemaakt van een evaluatiematrix die de drie onderdelen (product, proces en presentatie) beoordeelt. De scores van de individuele commissieleden op elk van de 3 onderdelen worden na afloop van de presentatie door de evaluatiecommissie tot een consensuscijfer (X/20) per onderdeel teruggebracht. Om tot de eindscore te komen, worden de deel-consensusscores gewogen a rato van 50% voor proces, 25% voor verslag en 25% voor presentatie.
Het resultaat moet overgemaakt zijn aan de faculteit uiterlijk op 19 mei van het lopende academiejaar.
Toelichting bij herkansen
(a) Indien de eindscore (de combinatie van drie deelscores: één voor de evaluatie van het proces, één voor het verslag en één voor de presentatie), en a rato van 50% voor proces, 25% voor verslag en 25% voor presentatie, onvoldoende is (< 10/20) maar het deelresultaat voor het stageproces is voldoende (≥10/20, berekend volgens de gewogen scores), dan is er een 2de examenkans. Die bestaat uit het herwerken en opnieuw indienen van het verslag vóór de start van de derde examenperiode. Er is geen nieuwe presentatie. Het eindresultaat voor de 2de examenkans wordt berekend als een gewogen gemiddelde van de oorspronkelijk processcore (50%) en de nieuwe score voor het verslag (40%). De afwezigheid van een presentatie wordt bijgevolg gepenaliseerd a rato van 10%. De nieuwe score voor het verslag wordt in onderling overleg tussen de leden van de evaluatiecommissie in consensus vastgesteld. Elk lid van de stage-evaluatiecommissie dient via de stagecoördinator een nieuwe ingevulde evaluatiematrix in voor het onderdeel ‘verslag’ bij de facultaire studentenadministratie.
(b) Indien er geen stage-evaluatie is geweest vóór 19 mei, dan wordt de student verwezen naar de 2de examenkans zoals in (a). Indien er bij de start van de derde examenperiode geen stage-evaluatie is geweest of de eindscore is onvoldoende, dan is de student niet geslaagd voor het OPO en heeft hij/zij alle examenkansen voor het academiejaar opgebruikt.