Bachelor in de taal- en regiostudies: Japanse studies (Leuven)

Bachelor of Arts

Wat vind je op deze webpagina?

Op deze pagina’s kun je als (toekomstige) student o.a. het officieel studieprogramma raadplegen. 

Je vindt ook alles over toelatingsvoorwaarden en aanvullende opleidingen, detailinformatie over de opleidingsonderdelen, je uurrooster per week …

Ben je toekomstig student?

Neem dan zeker eerst een kijkje op de pagina van de bachelor in de taal- en regiostudies: Japanse studies.

Je leest er alles over

- Inhoud van de opleiding

- Beginprofiel

- Toekomstmogelijkheden

- Infomomenten & brochures

- Je campus

- ...

OPLEIDINGSSPECIFIEKE LEERRESULTATEN BACHELOR JAPANSE STUDIES

1.  De student heeft een kennis en vaardigheden van de Japanse taal op intermediair niveau (gelijkaardig aan niveau N2 van JLPT).

2.  Om te luisteren, lezen, spreken, schrijven en interactieve activiteiten uit te voeren heeft de student kennis van de Japanse woordenschat, uitdrukkingen en grammatica op intermediair niveau (met inbegrip van nuances m.b.t. modaliteit, tijdsaspect, enz.) en van de linguïstiek.

3.  De student kan eenvoudige teksten in het klassiek Japans lezen en begrijpen.

4.  De student kent hiragana, katakana en 800 kanji.

5.  De student heeft kennis van de Japanse taal in interactie met de historische, culturele (incl.populaire cultuur) en maatschappelijke context.

6.  De student kent de basisprincipes en dagelijkse gewoonten van de Japanse cultuur in al haar facetten : maatschappij, geschiedenis, economie, politiek, recht en materiële cultuur en taal.

7.  De student kan honoratief taalgebruik en andere taalregisters van het Japans herkennen en toepassen.

8.  De student kan werken met hulpmiddelen zoals (elektronische) woordenboeken, digitale bronnen, enz. ter ondersteuning van een voortdurende verwerving van kennis en vaardigheden met betrekking tot de Japanse taal en Japan als regio.

9.  De student is in staat de belangrijkste gebeurtenissen, mijlpalen en actoren uit de Japanse geschiedenis te situeren in een socio-historische context.

10.  De student heeft kennis van de historische evolutie die aan de basis ligt van de actuele socio-economische en politieke problemen en kan deze duiden binnen de bredere Aziatische regio.

11.  De student kent de belangrijkste actuele socio-economische en politieke thema’s met betrekking tot Japan en kan deze uitleggen.


Algemeen wetenschappelijke competenties

12.  De student kan het onderscheid maken tussen wetenschappelijk en niet-wetenschappelijk onderzoek.

13.  De student kan onderzoeksmethodes identificeren en de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek evalueren.

14.  De student bezit het vermogen wetenschappelijke vragen te identificeren, te formuleren en deze kritisch te evalueren.

15.  De student beschikt over vaardigheden met betrekking tot de wetenschappelijke methode die in de studie over Japan gangbaar is en leert deze methode toepassen, te plaatsen en kritisch te evalueren.

16.  De student is in staat moderne technieken uit de informatiekunde toe te passen.

17.  De student bezit de vaardigheden om de moderne technieken uit de informatiekunde in de Japanse taal enerzijds en met betrekking tot Japan anderzijds, toe te passen.

18.  De student kan de gangbare wetenschappelijke referentietechnieken herkennen en toepassen.

19.  De student is in staat om een literatuurstudie te verrichten zowel van Japans-talige als van niet-Japans-talige bronnen.

20.  De student kan werken met wetenschappelijke bronnen zowel in het Japans als in de door de student gekende Westerse talen.

21.  De student heeft inzicht in en kennis van ondersteunende disciplines die niet onmiddellijk betrekking hebben op Japan maar kan deze toepassen op de studie van o.a. de Japanse cultuur, geschiedenis, maatschappij, politiek en economie.

22.  De student heeft voldoende academische vaardigheden om data (informatie) via moderne wetenschappelijke methodes te analyseren en inzichtelijk te maken.

23.  De student kan onder begeleiding wetenschappelijk onderzoek verrichten over een Japan-gerelateerd onderwerp waarin een wetenschappelijk onderbouwd antwoord wordt gegeven op een onderzoeksvraag.

24.  De student kan een korte samenvatting maken in het Japans over onder begeleiding verricht wetenschappelijk onderzoek over een Japan-gerelateerd onderwerp.

25.  De student kan op wetenschappelijk verantwoorde wijze mondeling en schriftelijk rapporteren over het gevoerde onderzoek.

26.  De student kan alleen of in groep een gestructureerde en wetenschappelijk onderbouwde presentatie geven.


Algemene competenties

27.  De student kan verworven kennis situeren in een brede wetenschappelijke en socio-culturele context.

28.  De student heeft waardering voor de wetenschappelijke studie van de verschillende uitdrukkingsvormen van menselijke beschaving.

29.  De student heeft een algemene kritische ingesteldheid.

30.  De student kan samenwerken met anderen.

31.  De student is in staat zich op een heldere en gestructureerde manier schriftelijk en mondeling te uiten.

32.  De student kan zelfstandig wetenschappelijk verantwoorde scripties van beperkte omvang schrijven.

33.  De student bezit een attitude van openheid ten aanzien van andere culturen.


Algemene competentie met betrekking tot de minores

34.  De student heeft kennis van een nevendiscipline.


Competenties met betrekking op de minor in economisch beleid en management

35.  De student heeft kennis van de beginselen van de micro- en de macro-economie.

36.  De student heeft een grondige kennis van het systeem en de grondbeginselen van dubbel boekhouden overeenkomstig de algemene boekhoudprincipes en de Belgische boekhoudwetgeving.

37.  De student heeft een wetenschappelijk onderbouwd inzicht in het proces van ondernemen.

38.  De student beschikt over algemene kennis met betrekking tot het activiteitenveld van marketing.

39.  De student kan de belangrijkste marketing termen en concepten begrijpen, definiëren, uitleggen en toepassen.

40.  De student heeft kennis van de belangrijkste thema’s van de economische ontwikkeling van Japan.

41.  De student kan de belangrijkste concepten en instellingen met betrekking tot de Japanse economie begrijpen, definiëren, uitleggen en toepassen.

42.  De student kan verbanden leggen tussen historische ontwikkelingen en actuele thema’s van de Japanse economie.


Competenties met betrekking op de minor in cultuur en geschiedenis

43.  De student kan de kennis over Japan plaatsten in een breder cultureel en historisch kader.

44.  De student kent de beginselen van de Koreaanse taal.

45.  De student heeft inzicht in de componenten van het begrip literatuur en in de problemen en onderzoeksmethoden van de studie van literaire cultuur in Europa.

46.  De studenten bezitten inzicht in het wetenschapsterrein van de sociale en culturele antropologie.

47.  De studenten kunnen hun kennis met betrekking tot Japan in vergelijkend perspectief plaatsten met ontwikkelingen in China.

De webpagina over het Letterenprofiel bevat een gedetailleerd overzicht van de vormingsdoelen.

De Faculteit Letteren wil haar studenten tot zorgvuldige taalgebruikers en communicatoren vormen die nieuwsgierig en fijngevoelig in de maatschappij staan en met een open blik streven naar een grondig en genuanceerd begrip van maatschappelijke diversiteit en machtsverhoudingen; die zich bewust zijn van het belang van nuance en multiperspectiviteit in het maatschappelijke debat, zichzelf en de ander kritisch durven bevragen vanuit hun kennis van andere tijden en culturen en de weg kennen in de moderne kennis- en informatiemaatschappij.  

Kwaliteit van de opleiding

Hier vind je een overzicht van de resultaten van de interne kwaliteitszorgmethode COBRA.

Onderwijskwaliteit op het niveau van de opleiding

Blauwdruk
BLAUWDRUK_BA_japanse studies.pdf

COBRA 2019-2023
COBRA-fiche_BA_Japanse studies.pdf

Onderwijskwaliteit op het niveau van de universiteit


Meer info?
Rechtstreeks:
Na toelating:
Toelating mits het volgen van een voorbereidings- of schakelprogramma of een verkorte bachelor: