Inhoud

De cursus omvat de volgende onderwerpen:

• Basisconcepten van het programmeren: in dit onderdeel worden de verschillende bouwstenen van het programmeren voorgesteld aan de hand van de programmeertaal Python. Zo wordt er onder andere aandacht besteed aan datatypes, datastructuren, variabelen, voorwaardelijke constructies, functies, in- en uitvoer van data. De concepten worden voorgesteld in het kader van tekstgerichte toepassingen.
• Reguliere expressies: in dit onderdeel wordt dieper ingegaan op het beschrijven van patronen voor het herkennen en doorzoeken van tekst door middel van reguliere expressies. Er wordt specifiek aandacht besteed aan de inbedding van reguliere expressies in een Python-script.
• Objectgeoriënteerd programmeren: in dit onderdeel worden de basisbeginselen van objectgeoriënteerd programmeren besproken, waarbij programma's op een overzichtelijke en herbruikbare manier gestructureerd worden. Eveneens wordt er aandacht besteed aan enkele meer geavanceerde programmeerconcepten, zoals het beheer van fouten en uitzonderingen.
• Tekst- en datamanipulatie: in het laatste onderdeel worden gevorderde technieken voor tekst- en datamanipulatie aangeleerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van enkele bestaande Python-bibliotheken, die de tekst- en dataverwerking vergemakkelijken. Er wordt eveneens aandacht besteed aan datavisualisatie, het manipuleren van internetdata, en het manipuleren van tekst en data via de command-line-interface.

Studiemateriaal

Cursusmateriaal in de vorm van lespresentaties, en interactieve programmeeroefeningen in de vorm van Jupyter notebooks

Toelichting werkvorm

De werkvorm van het opleidingsonderdeel bestaat uit vier hoorcolleges en negen werkcolleges; er wordt bewust voor gekozen om een belangrijk deel van de cursus voor te behouden voor praktijkgerichte oefensessies.