Stage III: doorgroeistage (B-KUL-O0H15A)

9 studiepuntenNederlands8 urenBeide semestersUitgesloten voor examencontractUitgesloten voor creditcontract
OC Educatieve master ontwerpwetenschappen

Doelstellingen:

  • De student kan initiatief nemen in het samenwerken met de vakmentor: o.a. observaties, voorbereidende vergaderingen, feedback integreren in het eigen leerproces, leerbehoeften formuleren en communiceren, gemaakte afspraken naleven, … (functioneel geheel 5 en 7); *
  • De student kan de eigen verbale en non-verbale communicatieve vaardigheden in klasverband aanscherpen (functioneel geheel 2); *
  • De student kan stagepartners doelgericht in functie van (een) persoonlijke leerdoel(en) kiezen en contacteren, (functioneel geheel 3); *
  • De student kan op correcte manier administratieve taken uitvoeren die behoren tot het takenpakket van de leraar (functioneel geheel 4); *
  • De student zoekt actief naar domeinspecifieke kennis, vaardigheden en attitudes; innovaties, actuele thema’s en gebruikt deze kennis in de praktijk. (Functioneel Geheel 3, 5); *
  • De student observeert en begeleidt leer - en onderwijsprocessen - zelfstandig. (Functioneel Geheel 1 en 5); *
  • De student creëert een positief leef – en leerklimaat met oog voor gelijkheid, gelijkwaardigheid, diversiteit en inclusie. (Functioneel Geheel 1, 2, 3 en 4); *
  • De student communiceert helder en constructief met de betrokken personen (vakmentoren, stagebegeleiders, medestudnten, leerlingen, ouders, leerkrachten,…) (Functioneel Geheel 7);*

Vormingsdoelen

  • De student heeft de eerste stappen in de basiscompetenties van de startende leerkracht gezet, zoals deze decretaal werden vastgelegd.*
  • De student reflecteert kritisch en flexibel op zijn/haar handelen en stuurt dit handelen naar gelang de reflectie bij. (Functioneel Geheel 5)*
  • De student ontwikkelt attitude om de eigen vakdeskundigheid blijvend te bevragen en te actualiseren. (Functioneel Geheel 3, 5)*

* zie document: Basiscompetenties Leraar; bron: Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de basiscompetenties van de leraren; (2018)

  • De student communiceert helder en constructief met de betrokken personen (leraaropleider, medestudenten, leerlingen, ouders, leerkrachten,…)
  • De student kan verantwoordelijkheid nemen en dragen
  • De student toont initiatief
  • De student is puntueel

Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.


GELIJKTIJDIG( O0H14A )

Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
O0H14A : Stage II: ingroeistage

Onderwijsleeractiviteiten

9 sp. Stage III: doorgroeistage (B-KUL-O0H15a)

9 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Stage8 urenBeide semesters
OC Educatieve master ontwerpwetenschappen

De stage gebeurt voor een deel in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs of (i.o.m. stagecoördinator) alternatieve contexten. Wanneer de student in een alternatieve context stage volgt is het aantal uren af te spreken met de stagecoördinator.

Tijdens de stage in het secundaire onderwijs ontwikkelt en organiseert de student zelf lessen. De student voert een aantal vakspecifieke taken uit, en daarnaast ook enkele meso-activiteiten in de organisatie of school (schoolbrede activiteiten zoals klasseraden, oudercontacten, uitwerken van excursies, leermateriaal of onderzoek). De student moet minstens 30 lesuren van 50 minuten voorbereiden en geven.
Er wordt gestreefd naar één begeleidend stagebezoek per stagecontext, na dit bezoek volgt een trialoog met de vakmentor, de stagebegeleider en de student-stagiar. De student neemt de inzichten van dit gesprek mee in het groeiportfolio.

Het groeiproces wordt door de student zelf bijgehouden in het groeiportfolio. Hierin documenteert de student welke stappen reeds zijn gezet, hoe de student aan de leerresultaten werkt, welke behaald zijn en op welke manier.

NOOT: Bij de keuze van een tweede vakdidactiek zal de verdeling tussen stage voor de eerste vakdidactiek en stage in een tweede vakdidactiek worden vastgelegd i.om. studietrajectbegeleiding en de stagecoördinator. Een eigen stageplan wordt voorgelegd ter goedkeuring.

Zie Toledo

Stage III bestaat hoofdzakelijk uit stageactiviteiten in een secundaire school en kan aangevuld worden door complementaire educatieve contexten. De student krijgt op de stageplaats een vakmentor toegewezen die de student bijstaat in zijn/haar groeiproces. Vanuit de opleiding gebeurt de begeleiding door een stagebegeleider. De stagebegeleider bezoekt de stageplaats en organiseert intervisiemomenten voor de studenten.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage III: doorgroeistage (B-KUL-O2H15a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Medewerking tijdens contactmomenten, Portfolio


Stage III wordt geëvalueerd op basis van de volgende elementen:

  • Een groeiportfolio waarin de student het proces bijhoudt en evalueert (40%)
  • Het eindverslag van de vakmentoren (10%)
  • De zelfsturende attitude om het stagetraject vorm te geven en de  pro-actieve houding ten opzichte van de stagebegeleiders en -mentoren (i.e. administratie, voorbereidingen lesontwerpen, reflecties, communicatie) (30%)
  • Aanwezigheid en participatie op de intervisie- en contactmomenten (10%)
  • De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleiders (10%)

 

Voor Stage 3 geldt 80% aanwezigheidsplicht (op de contactmomenten) alsook deelnameplicht aan alle taken. De student kan pas slagen als alle taken voor de permanente evaluatie zijn uitgevoerd. Afwezigheden worden verwittigd en gewettigd. Bij langdurige afwezigheden wordt de ombuds (vertrouwelijk) ingelicht door de student. Bij meer dan 3 ongewettigde afwezigheden wordt de student uitgesloten voor het opleidingsonderdeel. Het niet tijdig inleveren van de opdrachten leidt tot een NA (niet –afgelegd) voor het hele opleidingsonderdeel. In geval van gewettigde afwezigheden dient de student te overleggen met de titularis.

Een student slaagt wanneer de gewogen som van de onderdelen (groeiportfolio, eindverslag, zelfsturende attitude, aanwezigheid) minstens 10 op 20 bedraagt. Indien op één van de delen een score van minder dan 10/20 wordt behaald, kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor alle delen).

Indien de student door overmacht niet aanwezig kan zijn op het indienmoment of de evaluatie dient de student in elk geval het werkstuk - op het voorziene indienmoment en in de toestand waarin het zich dan bevindt - in. Hij laat het werkstuk indienen door een derde tegen ontvangstbewijs of hij stuurt het werkstuk - of foto's ervan - digitaal via e-mail naar de titularis. Het ingediende geldt als beeld van de toestand van het werk op dat moment.

Een tweede examenkans is enkel mogelijk als de stageplaats niet meer betrokken moet worden (bijvoorbeeld herwerking van het portfolio). Dit kan enkel in samenspraak met de titularis van het OPO.