Stage maatschappijwetenschappen 2 (B-KUL-O0H01A)
Doelstellingen
Als praktijkcomponent vult de stage de theoretische component van het leraarluik van de educatieve master aan. Voor elk van de decretaal vastgelegde basiscompetenties (functionele gehelen en attitudes) voor pas afgestudeerde leraren wordt in de opleidingsonderdelen van de theoretische component een basis gelegd. Die basis volstaat echter niet voor een daadwerkelijke beheersing van de betreffende competenties. De stage zet daarnaast in op de onderwijspraktijk binnen het reflectief ervaringsleren.
Leerresultaten
Op het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- te reflecteren op de eigen onderwijspraktijk en kan deze op basis hiervan bijsturen.
- inhoudelijke thema’s en relevante referentiekaders m.b.t. leren en onderwijzen in de algemene didactiek en de domeinen van de maatschappijwetenschappen en aanverwante te integreren in lesvoorbereidingen, in de uitwerking van projecten op de onderwijsinstellingen, …
- aan de hand van relevante referentiekaders innovatieve en krachtige leeromgevingen zelfstandig te ontwerpen én te realiseren in de complexe realiteit van een onderwijssetting binnen het domein van de maatschappijwetenschappen en aanverwante.
- zowel in team als individueel een krachtige leeromgeving te realiseren. Hij/zij kan doelgericht lesonderdelen/lessen voorbereiden en uitvoeren, met duidelijk uitgeschreven doelen, structuur en inhoud. Gebruikte werkvormen en leermiddelen sluiten hierop aan. De student heeft oog voor de betrokkenheid van de lerenden, reageert gepast om die betrokkenheid te continueren en realiseert een vlot lesverloop. De les wordt in het Standaardnederlands uitgevoerd en is naar inhoud en vorm afgestemd op de beginsituatie van de lesgroep. De student doet redelijke aanpassingen aan individuele kenmerken van de lerenden. De student kan de leerresultaten evalueren.
- zelfstandig een leeromgeving kritisch te evalueren met inbegrip van zijn/haar eigen functioneren, in termen van de leeropbrengst bij de leerlingen en aan de hand van relevante argumenten uit de onderzoeksliteratuur te onderbouwen.
- kritische denkvaardigheden gepast in te zetten voor, tijdens en na het realiseren van een leeromgeving, met als doel mogelijke alternatieven te identificeren, te analyseren en te evalueren om de leeromgeving, m.i.v. het eigen functioneren te optimaliseren.
- met respect voor eigenheid en diversiteit van lerenden de diversiteitsgedachte te integreren in het eigen didactisch handelen.
- met inzicht in het reilen en zeilen van een school schoolactiviteiten te organiseren, te ondersteunen en te realiseren.
- vanuit het eigen vakgebied een relevante bijdrage te leveren aan activiteiten met als doel het versterken van de kwaliteit van het onderwijs op klasoverstijgend niveau.
- zijn/haar eigen leerproces te observeren, bij te sturen en actief op zoek te gaan naar situaties om zijn/haar competenties te verbreden en te verdiepen, mede aan de hand van de feedback van medestudenten, de vakmentor en de stagebegeleider.
- kennis en inzicht in de eigen vakdiscipline, vakdidactiek en algemene pedagogisch-onderwijskundige kaders aan te tonen. De student kan deze drie domeinen geïntegreerd, kritisch en gedifferentieerd inzetten en bijsturen.
- aan te tonen stappen gezet te hebben in de ontwikkeling van de decretaal vastgelegde basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren.
Vormingsdoelen
- De student is alert en bereid om leeromgevingen kritisch te bekijken, gebruikmakend van wetenschappelijke literatuur.
- De student is alert en bereid om op gepaste wijze schoolomgevingen kritisch te bekijken.
- De student is alert en bereid om het eigen functioneren als leerkracht kritisch te bekijken in functie van de lerenden.
- De student staat open voor en gaat waarderend om met feedback.
- De student heeft zich een kritische attitude eigen gemaakt t.a.v. vakdidactisch onderzoek in de onderwijspraktijk en onderwijsbeleid en kan deze attitude gepast inzetten.
- De student heeft oog voor verschillende vormen van diversiteit zowel binnen de professionele werkomgeving als binnen de concrete onderwijsleeromgeving.
- De student vertoont een professionele houding ten aanzien van al zijn stageactiviteiten. Dat uit zich o.a. in het gepast communiceren – in standaardnederlands – met en het naleven van afspraken met de school, vakmentor en stagebegeleider, het goed kunnen plannen van taken en opdrachten en het respecteren van deadlines.
Begintermen
De stage vult de theoretische component van het leraarluik aan. De verworven kennis en inzichten uit de algemeen pedagogisch-didactische vakken en vakdidactiek dienen als basis voor de stage.
Om dit opleidingsonderdeel te kunnen opnemen, moeten anderstalige studenten een certificaat kunnen voorleggen waaruit blijkt dat zij voor Nederlands ten minste over het niveau C1 van het Europese referentiekader voor de talen beschikken.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (Leuven) 90 sp.
- Educatieve master in de wetenschappen en technologie (Leuven) 120 sp.
- Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Leuven) 60 sp.
- Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Leuven) 60 sp.
- Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Brussel) 60 sp.
- Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Geel) 60 sp.
- Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Aalst) 60 sp.
- Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Kortrijk) 60 sp.
- Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Brugge) 60 sp.
- Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Diepenbeek) 60 sp.
- Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Brussel) 60 sp.
- Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Geel) 60 sp.
- Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Aalst) 60 sp.
- Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Kortrijk) 60 sp.
- Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Brugge) 60 sp.
- Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Diepenbeek) 60 sp.
- Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Antwerpen) 60 sp.
- Educatieve master in de wetenschappen en technologie (verkort programma) (Gent) 60 sp.
- Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Antwerpen) 60 sp.
- Educatieve master in de maatschappijwetenschappen (verkort programma) (Gent) 60 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Doorgroeistage 1 (B-KUL-O0H17a)
Inhoud
In het onderdeel ‘Doorgroeistage 1’:
- observeert de student lessen in de onderwijsinstelling waar hij/zij dit stageonderdeel doorloopt.
- staat de student individueel voor de groep lerenden en is de student verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs voor een groep lerenden.
- maakt de student een aantal micro/meso-taken (bij voorkeur min. 1 micro- en 1 meso-taak)
- schrijft de student een reflectieverslag bij een les, of bij een feedbackgesprek met lector of mentor.
In verband met de micro/meso-taken formuleert de student in overleg met de vakmentor en stagebegeleider activiteiten waarmee de basiscompetenties van afgestudeerde leraren kunnen worden ingeoefend.
De precieze inhoud van alle opdrachten wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.
De algemene stageverwachtingen kan de student nalezen op de website van School of Education.
Studiemateriaal
Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)
Mogelijk kunnen verplaatsingskosten betrekking hebben op dit opleidingsonderdeel.
Toelichting onderwijstaal
De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig online leermateriaal worden gebruikt.
Toelichting werkvorm
Elke student zal een observatiestage en actieve lesstage doorlopen (+ bijhorende micro/meso-taken).
Binnen dit onderdeel ontwerpt, begeleidt en realiseert de student allerlei activiteiten op niveau van de leerling en de klas. Het onderdeel richt zich op het begeleiden van leerprocessen in een onderwijsleeromgeving (teksten en beeldmateriaal zoeken, kerninhoud uitleggen, opdrachten formuleren, cursus uitwerken, differentiëren tijdens de les, ...).
Vanuit de onderwijsinstelling krijgt de student een vakmentor toegewezen. Daarnaast wordt ook begeleiding voorzien vanuit de KU Leuven door een stagebegeleider. Voor de concrete organisatie van de stagebegeleiding wordt dus gekozen voor een model van trajectbegeleiding. Via de besprekingen van de stageactiviteiten, van het eigen leerproces en van het portfolio – waarin de lesvoorbereidingen en (tussentijdse) evaluaties van vakmentor en stagebegeleider worden verzameld – met de stagebegeleider en met de vakmentor, worden de studenten aangezet tot reflectie en bijsturing.
Voor studenten die deelnemen aan een alternatief traject zoals werkplekleren, kunnen examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.
5 sp. Doorgroeistage 2 (B-KUL-O0H01a)
Inhoud
In het onderdeel ‘Doorgroeistage 2’:
- observeert de student lessen in de onderwijsinstelling waar hij/zij dit stageonderdeel doorloopt.
- staat de student individueel voor de groep lerenden en is de student verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs voor een groep lerenden.
- maakt de student een aantal micro/meso-taken (bij voorkeur min. 1 micro- en 1 meso-taak)
- schrijft de student een reflectieverslag bij een les, of bij een feedbackgesprek met lector of mentor.
In verband met de micro/meso-taken formuleert de student in overleg met de vakmentor en stagebegeleider activiteiten waarmee de basiscompetenties van afgestudeerde leraren kunnen worden ingeoefend.
De precieze inhoud van alle opdrachten wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo.
De algemene stageverwachtingen kan de student nalezen op de website van School of Education.
Studiemateriaal
Studiekost: 26-50 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)
Mogelijk kunnen verplaatsingskosten betrekking hebben op dit opleidingsonderdeel.
Lesmateriaal zie Toledo
Toelichting onderwijstaal
De onderwijstaal van deze leeractiviteit is Nederlands, maar er kan gedeeltelijk Engelstalig onlineleermateriaal worden gebruikt.
Toelichting werkvorm
Elke student zal een observatiestage en actieve lesstage doorlopen (+ bijhorende micro/meso-taken).
Binnen dit onderdeel ontwerpt, begeleidt en realiseert de student allerlei activiteiten op niveau van de leerling en de klas. Het onderdeel richt zich op het begeleiden van leerprocessen in een onderwijsleeromgeving (teksten en beeldmateriaal zoeken, kerninhoud uitleggen, opdrachten formuleren, cursus uitwerken, differentiëren tijdens de les, ...).
Vanuit de onderwijsinstelling krijgt de student een vakmentor toegewezen. Daarnaast wordt ook begeleiding voorzien vanuit de KU Leuven door een stagebegeleider. Voor de concrete organisatie van de stagebegeleiding wordt dus gekozen voor een model van trajectbegeleiding. Via de besprekingen van de stageactiviteiten, van het eigen leerproces en van het portfolio – waarin de lesvoorbereidingen en (tussentijdse) evaluaties van vakmentor en stagebegeleider worden verzameld – met de stagebegeleider en met de vakmentor, worden de studenten aangezet tot reflectie en bijsturing.
Voor studenten die deelnemen aan een alternatief traject zoals werkplekleren, kunnen examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Stage maatschappijwetenschappen 2 (B-KUL-O2H01a)
Toelichting
Evaluatiekenmerken
In de evaluatie wordt rekening gehouden met de vorming, het stageproces en de reflectie over het eigen leerproces.
Een leraar moet beschikken over kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes op zeer diverse vlakken (cf. de tien functionele gehelen en acht attitudes van de basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren).
Het opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd op basis van het afgelegde stageproces en aan de hand van een evaluatiedossier (portfolio). De kwaliteit van de stagetaken en het portfolio maken deel uit van de beoordeling. Specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.
Bepaling van het eindresultaat
De score op het opleidingsonderdeel wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en stagebegeleider(s), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. De evaluatie gebeurt in samenspraak met de vakmentor(en). Niettemin zijn het de stagebegeleider(s) en docent(en) die de eindverantwoordelijkheid hebben voor het bepalen van het uiteindelijke resultaat.
Om leergroei te garanderen kan de actieve stage pas opgenomen worden na goedkeuring van de stagebegeleider. De onderwijsinstelling waar de student stage loopt en de stagebegeleider zijn in de mogelijkheid om de stage te allen tijde stop te zetten indien de student herhaaldelijk of in ernstige mate de stageverplichtingen niet nakomt. Dat leidt tot een NA (niet afgelegd) voor het betreffende stagedeel.
Voorwaarden:
- De student is verplicht aanwezig tijdens de voorziene stagemomenten in de stageschool. Ongewettigde afwezigheid (d.w.z. zonder formele, schriftelijke verwittiging vooraf of wettiging d.m.v. doktersattest achteraf) leidt tot een NA (niet-afgelegd) voor het hele opleidingsonderdeel.
- De deadlines voor het portfolio worden tijdig door de stagebegeleider bekend gemaakt. Zolang het portfolio niet is ingediend, kan geen cijfer gegeven worden voor het gehele opleidingsonderdeel.
- Er is slechts één examenkans, die kan worden opgenomen in de eerste of tweede examenperiode.
Voor studenten die deelnemen aan een alternatief traject zoals werkplekleren, kunnen de examenactiviteiten van dit opleidingsonderdeel aangepast worden.
Toelichting bij herkansen
Er is geen tweede examenkans.
Er is geen tweede examenkans.
De stages gaan door in samenwerking met een onderwijs- of vormingsinstelling tijdens het schooljaar. Herkansen is daarom niet mogelijk.