Oud-Oosterse literatuur: historische bronnen (B-KUL-F0XY5A)

4 studiepuntenNederlands26 urenTweede semester
Abraham Kathleen |  Suchard Benjamin (plaatsvervanger)
Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar ingericht, maar niet volgend jaar. Dit opleidingsonderdeel wordt dit academiejaar ingericht, maar niet volgend jaar.
POC Taal- en letterkunde

De doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn, ten eerste, dat de student een wetenschappelijk gefundeerde competentie in het lezen van Akkadische historische bronnen verwerft, ten tweede, dat hij op zelfstandige basis wetenschappelijke artikels in verband met een bepaald historisch thema verzamelt, leest, en verwerkt, en ten derde, dat hij op een academisch adequate manier kan rapporteren over de historische implicaties van het gekozen thema.          

Degelijke kennis van de Akkadische taal, gebruik grammatica's en woordenboeken,  kennis van wetenschappelijke literatuur.  Een goede opleiding in het Akkadisch en andere talen van het Oude Nabije Oosten (Hebreeuws) wordt verwacht.     

Onderwijsleeractiviteiten

4 sp. Oud-Oosterse literatuur: historische bronnen (B-KUL-F0XY5a)

4 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum26 urenTweede semester
Abraham Kathleen |  Suchard Benjamin (plaatsvervanger)
POC Taal- en letterkunde

(1) Tekstcorpus: In dit college worden Akkadische historische teksten gelezen en besproken die licht werpen op de geschiedenis en cultuur van het Oude Nabije Oosten vanaf de 9de eeuw VOT en tot aan het begin van de hellenistische periode, d.w.z. de periodes van de eerste wereldrijken (de Neo-Assyrische, Neo-Babylonische, en Perzische wereldrijken). De focus op deze periodes vloeit voort uit de volgende overwegingen: (1) het zijn de periodes in de geschiedenis van het Tweestromenland die uiterst rijk zijn aan tekstbronnenmateriaal, (2) het was een tijd van intense politieke, culturele en linguïstische contacten tussen Mesopotamie en het Oude Israël, (3) de tijd van de Babylonische ballingschap, een cruciale periode in de wording van het Joodse volk en in de tekstoverlevering van de Hebreeuwse Bijbel, (4) een tijd die diep doorgedrongen is in het Europees collectief geheugen dankzij de legers en paleizen van de Assyriërs, de legendarische “hangende tuinen”, de “toren van Babylon”, de stadsmuren van Babylon (bekend als een van de Zeven Wonderen van de Wereld), en nog meer. Kronieken, annalen, en bouw- en rotsinscripties van Assyrische en Babylonische heersers werpen licht op de gebeurtenissen van die tijd (veldtochten, deportaties, tribuut, administratie, etc.). Hun discours kan kritisch vergeleken worden met het Bijbelse discours over dezelfde gebeurtenissen. Administratieve, juridische en economische archieven werpen licht op het dagelijks leven in die tijd.   


(2) Wetenschappelijk onderzoek: Tevens wordt een wetenschappelijke attitude aangeleerd ten opzichte van deze geschreven informatiebronnen. Hierbij zal uitgaande van de gelezen teksten worden ingegaan op de culturele en historische achtergronden. Er zal gebruik gemaakt worden van wetenschappelijke tekstedities, moderne vertalingen en secundaire literatuur bij het lezen, verwerken, interpreteren en vergelijken van de teksten. Er wordt gewerkt, indien toepasselijk, met meer dan één bestaande vertaling, gezocht naar verschillen in de vertalingen en naar wat in de oorspronkelijke tekst aanleiding gaf tot de afwijkende vertalingen. De student wordt gemotiveerd een standpunt in te nemen (gereflecteerd in een precieze vertaling), of om af te zien van een standpunt in te nemen omwille van lacunes in zijn/haar kennis of ambiguïteit van de tekst.

(3) Presentaties: Een eerste, voorbereidende presentatie door de student vindt plaats in de les juist voor de Paasvakantie en een tweede, definitieve presentatie vindt plaats in de laatste les van het semester. Voor de presentaties moet elke student een tekst(*) (of een aantal tekstfragmenten uit een groep van samenhangende teksten) voorbrengen die hij voorheen thuis zelfstandig heeft voorbereid gebruik makend van de bestaande hulpmiddelen en vakliteratuur. Hij stelt zijn vertaling voor, kan deze filologisch verantwoorden, en geeft uitleg bij het belang van de tekst voor de geschiedenis of geschiedschrijving van het Oude Israël. Een andere optie is dat de student (in plaats van een tekst) een historisch thema presenteert. Hij (of zij) dient dan een overzicht te geven van de belangrijkste spijkerschriftbronnen, de stand van het wetenschappelijk onderzoek en een overzicht van de onderzoeksvragen die aan het beschikbare bronnenmateriaal gesteld kunnen worden.  De student kan de tekst of het thema in samenspraak met de docent zelf kiezen (idealiter aansluitend bij verdere onderzoekinteresses en/of bij het museumbezoek). Belangrijk bij de keuze is dat het mogelijk aanknopingspunten biedt met de geschiedenis van het Oude Israel, of met historische bronnen uit het Hebreeuwse taal- en cultuurgebied. Een laatste optie is de presentaties te koppelen aan een museumbezoek – zie hieronder.

(4) Optioneel: In februari 2019 is de docent samen met de studenten naar de tentoonstelling “I am Ashurbanipal, king of the World, King of Assyria” in het British Museum geweest. De studenten kregen een geleide rondleiding bij de tentoonstelling, en ook bij de vaste collectie van het British Museum. Dit bezoek verving 4 contacturen. Deze optie van een begeleid museumbezoek is voor herhaling vatbaar en kan met de studenten op voorhand besproken worden. Het bezoek kan ook met een opdracht verbonden worden: de student zal dan zelf informatie over een bepaald museumstuk opzoeken, verwerken en presenteren. In dit laatste geval vervangt het bezoek 8 contacturen.

(*) één tekst of een aantal tekstfragmenten uit een groep van samenhangende teksten. De student kan de lectuur in samenspraak met de docent zelf kiezen (idealiter aansluitend bij verdere onderzoekinteresses). Belangrijk bij de keuze is dat de teksten mogelijk aanknopingspunten hebben met de geschiedenis van het Oude Israel, of met historische bronnen uit het Hebreeuwse taal- en cultuurgebied.

RIME = The Royal Inscriptions of Mesopotamia, University of Toronto. RINAP (The royal inscriptions of the Neo Assyrian period: http://oracc.museum.upenn.edu/rinap/). Rocío Da Riva, The Neo-Babylonian Royal Inscriptions. An Introduction (Guides to the Mesopotamian Textual Record  4), Ugarit-Verlag 2008. Mark W. Chavalas (ed.), The Ancient Near East. Historical Sources in Translation (Blackwell Sourcebooks in Ancient History), Oxford : Blackwell Publishing, 2006. Jean-Jacques Glassner, Chroniques Mésopotamiennes (1993) (translated as Mesopotamian Chronicles, 2004). Karl Hecker et alii, Texte aus der Umwelt des Alten Testaments (TUAT), Band I – Rechts- und Wirtschaftsurkunden – Historisch-chronologische Texte; TUAT Neue Folge Band 2 – Staatsverträge, Herrscherinschriften und andere Dokumente zur politischen Geschichte; TUAT Neue Folge Band 6 – Grab-, Sarg-, Bau- und Votivinschriften. Aanvullende literatuur, zie Toledo. Eigen notities van de studenten.     

Mogelijkheid bestaat om studenten uit het buitenland die het Nederlands slechts gedeeltelijk beheersen in de lessen te integreren en het examen af te leggen.

Het college omvat (1) een begeleid lezen van teksten, (2) een wekelijkse opdracht die het lezen van de teksten tijdens de contacturen optimaal ondersteunt, en (3) twee presentaties door de student in de les voor de paasvakantie (25%) en in de laatste les van het semester (50%). Bij het lezen van de teksten tijdens de contacturen wordt van de studenten actieve participatie verwacht; dit zal in de evaluatie voor 25% meegewogen worden. De presentaties zullen voor 75% (25+50) meegewogen wordt. (4) Een begeleid museumbezoek (optioneel).

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Oud-Oosterse literatuur: historische bronnen (B-KUL-F2XY5a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Presentatie, Take-home


Dit vak wordt tijdens het onderwijs getoetst in de vorm van een permanente evaluatie (25% voor teksten, 75% voor presentaties). Met permanente evaluatie wordt hier bedoeld een beoordeling van de actieve participatie van de studenten bij het lezen van de teksten tijdens de contacturen en de twee presentaties die de student maakt over een zelf bestudeerde Akkadische tekst (of tekstfragmenten) of een historisch thema  en wetenschappelijke artikels. Indien gekozen wordt voor een museumbezoek met opdracht zal de inhoud en vorm van de presentaties aangepast en vastgelegd worden aan het begin van het semester.

De beoordeling is op basis van permanente evaluatie (25%) en een werkstuk (75%). Het resultaat van de permanente evaluatie tijdens de contacturen die 25% van het eindresultaat uitmaken wordt overgedragen naar de derde examenperiode (ook in geval van onvoldoende). Met werkstuk wordt bedoeld: De studenten krijgen een take-home examen waarbij ze een aantal teksten rond eenzelfde thema moeten vertalen en interpreteren. De studenten moeten deze vertaling filologisch kunnen verantwoorden en inhoudelijk becommentariëren.  De teksten moeten ook in een ruimer historisch/cultureel en vergelijkend verband geplaatst worden. Hiervan wordt een paper schriftelijk ingediend op de voorziene datum tijdens de examenperiode.