Nederlandse letterkunde III: middeleeuwen (B-KUL-F0AN1A)
Doelstellingen
Het verwerven van een grondige en geïntegreerde vertrouwdheid met de methodologie van de studie van de middeleeuwse letterkunde. De studenten dienen door concrete analyse aan te tonen zelfstandig onderzoek (ontsluiting, interpretatie, contextualisering) op het gebied van de medioneerlandistiek te kunnen verrichten.
Over de verworven inzichten rapporteren (mondeling en/of schriftelijk) in een academisch adequate vorm en in een taal die qua correctheid beantwoordt aan het niveau van een professionele moedertaalgebruiker.
Begintermen
Basiskennis van de onderzoeksvraagstellingen en methodologie die relevant is voor de studie van de Middelnederlandse literatuur, zoals verworven in Ba2, in het opleidingsonderdeel Nederlandse literatuur II: middeleeuwen.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Voorbereidingsprogramma: Master in de taal- en letterkunde (60 sp.) en Educatieve master in de talen (120 sp.) (toegepaste taalkunde) (Leuven) 32 sp.
- Voorbereidingsprogramma: Master in de taal- en letterkunde (60 sp.) en Educatieve master in de talen (120 sp.) (toegepaste taalkunde) (Leuven) (Taalmodule Nederlands) 32 sp.
- Voorbereidingsprogramma: Master in de taal- en letterkunde (60 sp.) en Educatieve master in de talen (120 sp.) (wijsbegeerte) (Leuven) 28 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (derde taal) (Leuven) (Taalmodule Nederlands) 56 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (programma voor studenten gestart vóór 2021-2022) (Leuven) (Taalmodule Nederlands) 180 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (verkort programma voor professionele bachelors in het onderwijs: secundair onderwijs) (Leuven) (Nederlands niet gevolgd) 123 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (programma voor studenten gestart in 2021-2022 of later) (Leuven) (Taalmodule Nederlands) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Nederlandse letterkunde III: middeleeuwen (B-KUL-F0AN1a)
Inhoud
Het opleidingsonderdeel is casusgeoriënteerd: één verschijnsel (tekst, tekstgroep, genre, oeuvre, ...) staat centraal waarbij alle relevante vraagstellingen – materialiteit, editieproblematiek, literair-historische positionering, literair-sociologische aspecten, exegese en interpretatie – in de loop van de collegereeks aan bod komen. De bewerkte casus kan wisselen, waarbij aansluiting met lopend onderzoek nagestreefd wordt.
De concrete inhoud wordt elk academiejaar gewijzigd. In de afgelopen jaren zijn onder ander de volgende onderwerpen aan bod gekomen: De Middelnederlandse vertaling van de Epistola de morte Hieronymi; De vertaling van Paulus' Brief aan de Romeinen in het handschrift Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 2849-51; De vertaling van het bijbelboek Handelingen der apostelen in het handschrift Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 2849-51; Jacob van Maerlants Der naturen bloeme in het Dycksche handschrift.
Het startpunt wordt doorgaans gevormd door fotomateriaal van een tekst in manuscript. Hoe lezen we een manuscript en hoe maken we een editie zijn de eerste activiteiten, maar daarnaast dient deze tekst ook literair-historisch ingekaderd te worden. Vandaar dat we verschillende literair-historische aspecten onder de loep zullen nemen: de brontekst, de vertaler, de vertaal- en bewerkingstechniek, de handschriftelijke overlevering van de vertaling, de historische en maatschappelijke context van de bestudeerde tekst, een eventuele maecenas, het beoogde publiek etc.
Voor deelname aan dit college is basiskennis van het Latijn gewenst, maar een beperkt aantal deelnemers zonder Latijnkennis kan toegelaten worden (niet alle individuele c.q. groepsopdrachten zullen betrekking hebben op vertaal- en bewerkingstechniek).
Studiemateriaal
Het studiemateriaal zal aan het begin van de collegereeks aangeboden worden (reader, fotomateriaal).
Toelichting werkvorm
De opzet van deze collegereeks is om deze vertalingen in het genoemde handschrift te ontsluiten. Daartoe vervaardigen we gezamenlijk een diplomatische transcriptie, die we opwerken tot een kritische editie. Maar daarnaast dient deze tekst ook literair-historisch ingekaderd te worden. Vandaar dat we verschillende literair-historische aspecten onder de loep zullen nemen: de auteur, de vertaler, de vertaal- en bewerkingstechniek, de handschriftelijke overlevering van de vertaling, het genre, structuur en betekenis etc.
Van alle deelnemers wordt verwacht dat zij een gedeelte van de tekst transcriberen en editeren (individueel) en daarnaast een van de literair-historische vragen bewerken (individueel of groepsgewijs, afhankelijk van het aantal deelnemers). Beide onderdelen van de werkzaamheden vormen in eerste instantie het onderwerp van een presentatie, welke vervolgens uitgewerkt wordt in een paper. Beide toetsingselementen – referaat en paper – wegen even zwaar in de beoordeling.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Nederlandse letterkunde III: middeleeuwen (B-KUL-F2AN1a)
Toelichting
Van alle deelnemers wordt verwacht dat zij een gedeelte van de tekst transcriberen en editeren (individueel) en daarnaast een van de literair-historische vragen bewerken (individueel of groepsgewijs, afhankelijk van het aantal deelnemers). Beide onderdelen van de werkzaamheden vormen in eerste instantie het onderwerp van een presentatie, welke vervolgens uitgewerkt wordt in een paper. Beide toetsingselementen – referaat en paper – wegen even zwaar in de beoordeling.
Toelichting bij herkansen
Aangezien presentaties niet herhaald kunnen worden buiten het semester, veronderstelt de 2de examenkans dat de presentatie reeds gedaan werd. Indien dat het geval is, dan volstaat in de herkansing een toereikende herziening van het werkstuk.