Kosmische evolutie (B-KUL-G0Z17A)

3 studiepuntenNederlands26 urenEerste semesterUitgesloten voor examencontract
Facultaire POC Wetenschappen

Kosmische evolutie legt zich toe op de geschiedenis van ons universum, van oerknal tot mens, gebaseerd op de huidige stand van zaken in de (historische) natuurwetenschappen (kosmologie, geologie, biologie). Kosmische evolutie beoogt echter in de eerste plaats niet enkel het chronologische verhaal te vertellen, maar op een andere – meer integrerende – manier te kijken naar de kosmische geschiedenis. Evolutie – of eerder universele verandering – geldt hierbij als leidend concept van de kosmische geschiedenis.
 
Concrete leerdoelen voor dit opleidingsonderdeel zijn

(1) kennis nemen met de stand van wetenschappelijke kennis van de (historische) natuurwetenschappen (kosmologie, geologie, biologie), alsook het aftasten van de grenzen van de natuurwetenschappen;

(2) inzicht verwerven in de structuren, de processen, de mechanismen en de evolutie van het universum, de aarde, en het leven op aarde;

(3) doorheen de werking van het universum de universele natuurwetten ontdekken;

(4) systeemdenken aanleren aan de hand van diverse zelfregulerende systemen op alle schalen in het universum;

(5) betekenis geven aan de aspecten tijd en ruimte in de context van een evoluerend universum;

(6) contextualiseren van de menselijke geschiedenis vanuit de perspectieven eigen aan kosmische evolutie;

(7) maatschappelijke probleemstellingen (bv. klimaat, energie, grondstoffen) beschouwen vanuit de perspectieven eigen aan kosmische evolutie;

(8) een natuurwetenschappelijk fundament opbouwen voor de verdere ontwikkeling van een eigen mens- en wereldbeeld.

Geen specifieke voorkennis is vereist

Ruime transdisciplinaire interesse

Enige vaardigheid om redeneringen in een natuurwetenschappelijk denkkader te begrijpen

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Kosmische evolutie: hoorcollege (B-KUL-G0Z17a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College26 urenEerste semester
Facultaire POC Wetenschappen

Het opleidingsonderdeel vertrekt vanuit de basisprincipes van kosmische evolutie. Hierbij staat het concept van universele verandering centraal, waarbij steeds complexere structuren met een steeds grotere nood aan energie, tot stand komen.

Vervolgens worden deze algemeen geldende basisprincipes van kosmische evolutie geïllustreerd aan de hand van sleutelmomenten in de kosmische geschiedenis. Hierbij wordt steeds aandacht besteed aan de achterliggende processen en mechanismen om complexe structuren te doen ontstaan en te laten voortbestaan. Ook het dynamische, zelfregulerende karakter van de systemen komt steeds aan bod. Vanuit de diverse perspectieven wordt ook steeds gereflecteerd over de plaats van de mens in dit alles, alsook over de implicaties voor maatschappelijke probleemstellingen.

Vanuit het kosmologische perspectief wordt vooral aandacht besteed aan het paradigma van de oerknal en de expansie van het universum, de grootschalige structuur van het universum, de kosmische achtergrondstraling, de nucleosynthese, de opbouw, het ontstaan en de evolutie van sterrenstelsels en sterren, de opbouw, het ontstaan en evolutie van planeetstelsels en planeten, de problematiek rond bewoonbare exoplaneten.

Vanuit een geologisch perspectief ligt de nadruk op de werking van de aarde als een ‘levende’ planeet, als voorbeeld van een zelfregulerend planetair systeem in een veranderende kosmische omgeving. Specifieke aandacht wordt besteed aan de complexe interacties tussen de geosfeer, atmosfeer, hydrosfeer en biosfeer. Bijzondere aandacht gaat uit naar het belang van platentektoniek, alsook van de biosfeer in het aardse systeem.

Vanuit biologisch perspectief wordt gefocust op de karakteristieken van leven zoals we het nu kennen op aarde. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de energetische processen, de informatieoverdracht als cruciale aspecten van het leven. Verder komen de basisprincipes van biologische evolutie ruimschoots aan bod. Vanuit deze biologische perspectieven wordt ook gereflecteerd over exoleven.

 

  • cursusmateriaal (presentaties; teksten; …)
  • wetenschappelijke artikels
  • online materiaal

Aanbevolen literatuur:

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Kosmische evolutie (B-KUL-G2Z17a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Take-home
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.

De evaluatie bestaat uit twee onderdelen: een take-home opdracht (essay) en een schriftelijk examen.

De take-home opdracht behelst een essay waarin de student op een gestructureerde en onderbouwde manier een stelling rond aspecten die aan bod komen in het opleidingsonderdeel, ontwikkelt. Met het essay toont de student aan in hoeverre hij/zij inzicht verworven heeft in de principes van kosmische evolutie.

Het schriftelijk examen gebeurt onder de vorm van mini-essay(s) (van maximum één geschreven bladzijde per mini-essay), waarin kort en krachtig een redenering wordt opgebouwd met betrekking tot de gestelde vra(a)g(en). Voor deze opdracht wordt een concrete stelling voorgelegd die in relatie staat met kosmische evolutie. Met deze mini-essay(s) toont de student aan dat zij/hij inzicht verworven heeft in de essentiële aspecten van kosmische evolutie. Het schriftelijk examen is open boek, wat betekent dat de student kan gebruik maken van de eigen notities, de afdrukken van de presentaties, alsook de cursusteksten.

Een eenvoudige beoordelingsstructuur – met een schaal geslaagd / niet geslaagd – wordt aangewend. Om te slagen voor het opleidingsonderdeel dient de student geslaagd te zijn voor beide onderdelen (take-home opdracht; schriftelijk examen). Een ‘niet geslaagd’ op een of beide onderdelen resulteert in een ‘niet geslaagd’ voor het opleidingsonderdeel.

Enkel voor het schriftelijk examen is een herkansing mogelijk. Voor de take-home opdracht is geen herkansing mogelijk. Het niet inleveren of ‘niet geslaagd’ zijn voor de take-home opdracht (essay) betekent dan ook dat de student niet kan slagen voor het opleidingsonderdeel.