Nederlandse letterkunde II: naoorlogse literatuur (B-KUL-F0XU5A)
Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van een groep van vier colleges die studenten in de eerste plaats informatie willen verschaffen over de Nederlandse letterkunde in een breed historisch perspectief. Deze colleges zijn gegroepeerd rond scharnierpunten in de literair-culturele context en introduceren daarnaast enkele concrete literaire teksten. Die teksten worden bestudeerd als afzonderlijke taalkunstwerken met eigen principes (thematisch en formeel-stilistisch), maar ze worden ook in een ruimere context geplaatst (met oog voor o.a. de wisselende opvattingen over literatuur en de plaats ervan in cultuur en samenleving). De focus ligt dus zowel op literair-historische kennis als op literaire competentie.
Dit opleidingsonderdeel gaat in op de evolutie van de Nederlandse letterkunde na 1945 en bouwt voort op inzichten uit de voorgaande colleges.
De studenten krijgen een literair-historisch overzicht in de vorm van hoorcolleges; daarbij hoort een syllabus met bloemlezing. In de hoorcolleges worden daarnaast (fragmenten van) specifieke teksten met de studenten geanalyseerd. De studenten verzorgen, na lees- en opzoekingswerk, ook zelf presentaties over leerstofonderdelen en/of persoonlijke lectuur en wisselen daarover van mening met de groep. Die activiteit is gericht op de verwerving van literaire competentie en op de functionele inoefening van mondelinge taalvaardigheid en presentatietechnieken.
Begintermen
Van de studenten wordt verwacht dat zij een zekere vertrouwdheid hebben met de geschiedenis van de Nederlandse literatuur en de algemene principes van tekstanalyse. De eindtermen van het middelbaar onderwijs gelden als begintermen.
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
V0LI8A : Nederlandse letterkunde II: naoorlogse literatuur
Plaats in het onderwijsaanbod
- Voorbereidingsprogramma: Master in de taal- en letterkunde (60 sp.) en Educatieve master in de talen (120 sp.) (wijsbegeerte) (Leuven) 28 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (derde taal) (Leuven) (Taalmodule Nederlands) 56 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (programma voor studenten gestart vóór 2021-2022) (Leuven) (Taalmodule Nederlands) 180 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (verkort programma voor professionele bachelors in het onderwijs: secundair onderwijs) (Leuven) (Nederlands gevolgd) 123 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (verkort programma voor professionele bachelors in het onderwijs: secundair onderwijs) (Leuven) (Nederlands niet gevolgd) 123 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (programma voor studenten gestart in 2021-2022 of later) (Leuven) (Taalmodule Nederlands) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Nederlandse letterkunde II: naoorlogse literatuur (B-KUL-F0XU5a)
Inhoud
Dit opleidingsonderdeel behandelt de periode van 1945 tot vandaag. De belangrijkste tendensen en stromingen worden besproken en toegelicht aan de hand van representatieve literaire en literair-kritische teksten. De literaire evoluties worden gesitueerd in een algemener historisch en cultureel kader. Onderwerpen die behandeld worden zijn onder meer de Grote Vijf, de experimentele poëzie, het 'andere proza', het postmodernisme. Ook concepten als auteur, canon, genre, poëtica, stroming, functie enz. komen daarbij aan bod.
Studiemateriaal
Een syllabus met de leerstof van de colleges wordt ter beschikking gesteld van de studenten. Bij het college hoort ook een bloemlezing van literaire teksten. Van de studenten wordt daarnaast verwacht dat ze zelfstandig een drietal teksten lezen uit de behandelde periode (wordt meegedeeld aan het begin van de lessenreeks); over sommige daarvan is een apart seminarie voorzien.
Aanbevolen literatuur: Hugo Brems, Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse lliteratuur 1945-2005 (2006).
Toelichting werkvorm
Hoorcollege met interactie
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Nederlandse letterkunde II: naoorlogse literatuur (B-KUL-F2XU5a)
Toelichting
Het mondelinge examen telt mee voor 80% van de punten, de twee seminaries met opdrachten elk voor 10%.
Toelichting bij herkansen
De resultaten op de opdrachten worden in het geval van een voldoende in dezelfde verhoudingen (te weten voor 10% per opdracht van het totaal) overgenomen bij de herkansing. Bij een onvoldoende op (één van de) de opdrachten, krijgen de studenten een vervangende opdracht.