Nederlandse letterkunde III: vroegmoderne tijd (B-KUL-F0AN2A)
Doelstellingen
Algemene doelstellingen:
Dit opleidingsonderdeel maakt je aan de hand van actuele onderzoeksmethoden grondig vertrouwd met een verschijnsel (stroming, genre oeuvre, enz.) uit de Nederlandse literatuur van de 16de, 17de en/of 18de eeuw. Je kunt de verworven kennis, vaardigheden en onderzoeksmethoden zelfstandig toepassen en er verslag van doen. Dat doe je in een academisch adequate vorm en in een taal die beantwoordt aan het niveau van een professionele moedertaalgebruiker.
Specifieke doelstellingen in 2023-2024
Je verwerft inzicht in actuele ontwikkelingen en benaderingswijzen van de historische Nederlandse letterkunde in vergelijkend en interdisciplinair verband;
Je verwerft inzicht in het ontstaan en de verspreiding van cultureel erfgoed en niet-canonieke literaire cultuur in de vroegmoderne tijd;
Je verwerft in het bijzonder meer inzicht in het genre van vroegmoderne (lied)handschriften die functioneerden in de stedelijke context van de Zuidelijke Nederlanden en aangelegd werden door jonge leden van de betere sociale klassen als expressie van hun identiteit. De aandacht in deze collegereeks gaat niet alleen naar inhoudelijke en materiële aspecten, maar ook naar de literair-historische context waarin ze functioneerden.
Begintermen
De eindtermen voor de literatuurcolleges in het algemeen en in het bijzonder voor het college Nederlandse literatuur I: vroegmoderne periode (Leuven) of Nederlandse literatuur (I of II): vroegmoderne periode (Kortrijk) gelden als begintermen voor dit college.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Voorbereidingsprogramma: Master in de taal- en letterkunde (60 sp.) en Educatieve master in de talen (120 sp.) (toegepaste taalkunde) (Leuven) 32 sp.
- Voorbereidingsprogramma: Master in de taal- en letterkunde (60 sp.) en Educatieve master in de talen (120 sp.) (toegepaste taalkunde) (Leuven) (Taalmodule Nederlands) 32 sp.
- Voorbereidingsprogramma: Master in de taal- en letterkunde (60 sp.) en Educatieve master in de talen (120 sp.) (wijsbegeerte) (Leuven) 28 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (derde taal) (Leuven) (Taalmodule Nederlands) 56 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (programma voor studenten gestart vóór 2021-2022) (Leuven) (Taalmodule Nederlands) 180 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (verkort programma voor professionele bachelors in het onderwijs: secundair onderwijs) (Leuven) (Nederlands niet gevolgd) 123 sp.
- Bachelor in de taal- en letterkunde (programma voor studenten gestart in 2021-2022 of later) (Leuven) (Taalmodule Nederlands) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Nederlandse letterkunde III: vroegmoderne tijd (B-KUL-F0AN2a)
Inhoud
Algemeen:
Het opleidingsonderdeel behandelt een specifiek en representatief verschijnsel uit de Nederlandse literatuur van de 16de, 17de en/of 18de eeuw. Actuele onderzoeksmethoden staan daarbij centraal. Het verschijnsel (een stroming, een genre, een oeuvre, enz.) wordt gesitueerd in de wisselende opvattingen over literatuur en de plaats ervan in cultuur en samenleving.
Inhoud 2023-2024:
Vandaag maken we playlists via Spotify of YouTube met onze favoriete songs. Ook in de vroegmoderne tijd verzamelden mensen hun lievelingsliederen, zij het op een ietwat andere manier. Voornamelijk jonge vrouwen en mannen uit de hogere burgerij en adelstand legden liedverzamelingen aan in manuscriptvorm waarin ze de liedteksten van contemporaine ‘hits’ of andere liederen die ze wilden onthouden, verzamelden, soms afgewisseld met gedichten, tekeningen en andere schrijfsels. Sommigen lieten hun liedboek ook circuleren in hun vrienden- en kennissenkring met de vraag er een lied in te noteren. Door de studie van deze zogenaamde alba amicorum, de voorlopers van de moderne poëziealbums krijgen moderne onderzoekers een uniek inzicht in de muzikale smaak van de betere maatschappelijke kringen in onze gewesten.
De collegereeks opent met een situering van het gerne van liedhandschriften en alba amicorum binnen de bredere vroegmoderne liedcultuur in de Nederlanden. We brengen het ook in verband met de 17de-eeuwse Parijse wereldlijke liederenschat, die onlosmakelijk verbonden is met de muzikale smaak van de welgestelde jeugd in onze gewesten. Nadien zoomen we in op enkele prachtige overgeleverde, maar quasi onbestudeerde liedhandschriften die bewaard worden in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience (Antwerpen) en de Koninklijke Bibliotheek van België (Brussel). We analyseren de diverse aspecten die bij liedonderzoek komen kijken vanuit een methodologische invalshoek en gaan aan de slag met verschillende databanken om de herkomst en verspreiding van de liederen na te gaan.
Studiemateriaal
Verplichte lectuur wordt beschikbaar gesteld op Toledo in de vorm van pdf's of links naar online beschikbare bronnen. Ook een korte syllabus en de PowerPointpresentaties uit de colleges worden online geplaatst (dit overeenkomstig met de voortgang van het college).
Toelichting onderwijstaal
De onderwijstaal is Nederlands. De studenten zelf dienen zich ook in het Nederlands uit te drukken.
Toelichting werkvorm
De collegereeks bestaat uit een combinatie van hoor- en werkcolleges, waarbij literair-historische achtergrondinformatie en methodologische introducties worden afgewisseld met het bespreken van secundaire literatuur en het bestuderen van primair bronnenmateriaal. Het college omvat ook een bezoek aan de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience voor een kennismaking met een recent verworven liedhandschrift uit 1620.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Nederlandse letterkunde III: vroegmoderne tijd (B-KUL-F2AN2a)
Toelichting
Toetsing vindt plaats op basis van een dossier bestaande uit (korte) schrijfopdrachten dat tijdens de examenperiode wordt toegelicht tijdens een mondeling examen. Losse opdrachten worden tijdens de collegeweken ingeleverd. Op basis van het uiteindelijke dossier en de mondelinge toelichting wordt één globaal punt bepaald. Aanwezigheid en actieve participatie tijdens de contactmomenten worden als conditio sine qua non verondersteld.
Zie voor een toelichting op de inhoud van de verschillende colleges, richtlijnen voor de opdrachten en evaluatiecriteria de studiehandleiding op Toledo.
Toelichting bij herkansen
Voor studenten die de colleges hebben bijgewoond, gelden dezelfde modaliteiten als bij de eerste examenkans. Wie de colleges niet heeft kunnen bijwonen of anderszins niet heeft voldaan aan de voorwaarden, dient een vervangend lectuurpakket (primaire en secundaire literatuur) aan te vragen dat eveneens getoetst wordt met een dossier en een mondeling examen. De student is er zelf verantwoordelijk voor om tijdig met de docent contact op te nemen en te informeren naar de inhoud van het lectuurpakket en de bijbehorende opdrachten.