Probleemoplossend vermogen in de interne geneeskunde, deel 5 (B-KUL-E0CG6A)






Doelstellingen
Aan het einde van het opleidingsonderdeel…
… is de ASO in staat om voor complexe ziektebeelden diagnoses en/of differentieel diagnoses te stellen. In het geval van patiëntencontacten is de ASO ook in staat om voor de complexe ziektebeelden van het specialisme een (preventie)beleid uit te tekenen en een met de patiënt en hun naasten overlegd behandelbeleid op te stellen en/of uit te voeren. (BN3)
… kan de ASO de verworven kennis en inzichten met betrekking tot de complexe ziektebeelden van het specialisme of die raken aan het specialisme in de medische praktijk integreren om zo probleemoplossend vermogen toe te passen. (BN3)
… is de ASO in staat de voor het specialisme relevante gevorderde medisch(-technische) vaardigheden toe te passen in de praktijk. (BN3)
… is de ASO in staat om op basis van een analyse van de zorgbehoeften van patiënten individueel een (preventie)beleid uit te tekenen en/of vanuit hun discipline een bijdrage te leveren aan het beleid. (BN3)
… kan de ASO wetenschappelijk onderbouwde medisch-klinische informatie over de oorzaken, risicofactoren en preventiemaatregelen ten aanzien van de ziektebeelden van het specialisme op een correcte manier overdragen aan medici en andere zorgverleners en weet de ASO het initiatief te nemen om studenten, patiënten en/of een breder publiek hierop te attenderen. (BN2)
… is de ASO in staat om, vanwege zijn in het specialisme verworven expertise, als aanspreekpunt te fungeren voor masterstudenten geneeskunde, lagerejaars ASO’s, medici en/of andere zorgverleners en weet hun kennis en/of vaardigheden in het specialisme op een constructieve manier te bevorderen. (BN2)
… kan de ASO met betrekking tot de complexe ziektebeelden van het specialisme doeltreffend en begrijpelijk communiceren met patiënten, hun naasten, medici en/of andere zorgverleners. (BN3)
… weet de ASO positief contact te onderhouden met andere medici en zorgverleners, overlappende en gedeelde verantwoordelijkheden met hen af te stemmen en op een professionele manier te participeren in de gedeelde klinische besluitvorming. (BN3)
… kan de ASO op een gepaste manier omgaan met meningsverschillen in het contact met andere medici en zorgverleners en verschillen in professionele achtergrond. (BN3)
… is de ASO in staat om de eigen kennis en vaardigheid in te schatten en (diagnostische) informatie over te dragen, rekening houdend met de kwaliteit en/of (patiënt)veiligheid van de verleende zorg en op basis daarvan bij te dragen tot een passend beleid. (BN3)
… kan de ASO in diverse situaties de kwaliteit en/of (patiënt)veiligheid van de verleende zorg op adequate wijze evalueren en op basis daarvan passende maatregelen nemen. (BN3)
Per leerdoel wordt tussen haken aangegeven welk bekwaamheidsniveau (BN) wordt vooropgesteld aan het einde van het opleidingsjaar.
Meer specifiek:
Bekwaamheidsniveau 1 (BN1): De ASO is bekwaam om de supervisor te assisteren bij het uitvoeren van het leerdoel
Bekwaamheidsniveau 2 (BN2): De ASO is bekwaam om het leerdoel uit te voeren onder directe, proactieve supervisie
Bekwaamheidsniveau 3 (BN3): De ASO is bekwaam om het leerdoel uit te voeren onder indirecte, reactieve supervisie
Bekwaamheidsniveau 4 (BN4): De ASO is bekwaam om het leerdoel zelfstandig uit te voeren
Begintermen
De begintermen zijn de eindtermen die beschreven zijn voor de opleiding “Master in de geneeskunde”
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.
SOEPEL( E0AM6A ) EN SOEPEL( E0AX2A ) EN SOEPEL( E0BB2A ) EN SOEPEL( E0CB8A )
Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
E0AM6A : Probleemoplossend vermogen in de interne geneeskunde, deel 1
E0AX2A : Probleemoplossend vermogen in de interne geneeskunde, deel 2
E0BB2A : Probleemoplossend vermogen in de interne geneeskunde, deel 3
E0CB8A : Probleemoplossend vermogen in de interne geneeskunde, deel 4
Plaats in het onderwijsaanbod
- Master in de specialistische geneeskunde (Leuven) (Afstudeerrichting Inwendige geneeskunde) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
1 sp. Gevalsbespreking (B-KUL-E0CG6a)
Inhoud
Tijdens deze sessies worden de praktijkgevallen voorgesteld en in teamverband, eventueel interdisciplinair, besproken. Er zal aandacht worden besteed aan urgenties en diagnostische problemen.
Studiemateriaal
Patiëntendossiers
Toelichting werkvorm
De ASO luistert naar de praktijkgevallen die worden voorgesteld en stelt zelf voor.
De ASO participeert actief tijdens de discussie.
12 sp. Klinische stage (B-KUL-E0CG7a)




Inhoud
De ASO’s nemen in de eigenlijke ziekenhuiscontext actief deel aan de zorgverstrekking en alle daarbij bijhorende activiteiten door artsen-specialisten in het domein van interne geneeskunde. Ze worden geconfronteerd met uiteenlopende aandoeningen en/of situaties. Ze leren de eerder verworven inzichten en vaardigheden toe te passen in de praktijk en verwerven de vooropgestelde competenties
Studiemateriaal
Praktijkgevallen
Harrison's Principles of Internal Medicine. Fauci AS, Braunwald E, Kasper DL et al, eds. McGraw-Hill.
www.forumIG.be
Toelichting werkvorm
De ASO loopt stage op de klinisch/diagnostische dienst en leert er voor de dienst relevante activiteiten.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Probleemoplossend vermogen in de interne geneeskunde, deel 5 (B-KUL-E2CG6a)
Toelichting
De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.
De beoordeling van het OPO gebeurt aan de hand van de volgende criteria:
- De ASO presenteert een casus op de werkvloer, die via een beoordelingsformulier in Medbook wordt beoordeeld.
- De ASO wordt verondersteld om – behoudens overmacht – aanwezig te zijn op gevalsbesprekingen.
- De ASO wordt beoordeeld op het functioneren op de werkvloer. De ASO laat ten minste drie keer een Korte Klinische Beoordeling invullen door een superviserend staflid en voert ten minste twee formele gesprekken met zijn/haar supervisoren; nl. ten minste één functioneringsgesprek (halfweg het opleidingsjaar) en één evaluatiegesprek (op het einde van het opleidingsjaar). Beide gesprekken vinden hun schriftelijke neerslag in het daartoe bestemde beoordelingsformulier in Medbook.
Er wordt een pass verkregen indien aan alle hierboven genoemde criteria wordt voldaan.