Inleiding tot de seksuele pedagogiek (B-KUL-E00M2B)
Doelstellingen
• De studenten kunnen (in een maatschappelijke discussie) op een positieve manier formuleren en beargumenteren waarom seksuele voorlichting en/of relationele en seksuele vorming (RSV) nodig is.
• De studenten kunnen de samenhang tussen RSV en (historische) maatschappelijke ontwikkelingen benoemen en verduidelijken.
• De studenten kunnen onderkennen dat RSV zich slechts kan ontwikkelen binnen bepaalde beleidsopties en kunnen dit herkennen en benoemen in specifieke situaties.
• De studenten kunnen op basis van kennis uit de voorlichtingskunde een vormingstraject beschrijven en ontwerpen en bestaande initiatieven op hun waarde evalueren.
• De studenten worden zich door de inhoud van de colleges bewust van de eigen attitude ten aanzien van RSV en leren aanvoelen in welke mate ze voor zichzelf een rol in RSV zien weggelegd.
Begintermen
Er zijn geen specifieke begintermen voor dit opleidingsonderdeel.
Er moet voldaan zijn aan de toelatingsvoorwaarden van de opleiding om dit vak op te kunnen nemen.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Bachelor in de criminologische wetenschappen (Leuven) (Optie criminologie) 180 sp.
- Master in de seksuologie (Leuven) 120 sp.
- Master in de pedagogische wetenschappen (Leuven) (Afstudeerrichting orthopedagogiek) 120 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Inleiding tot de seksuele pedagogiek (B-KUL-E00M2a)
Inhoud
De onderstaande inhoud is tentatief en niet exhaustief, d.w.z. dat er ook andere inhouden aan bod kunnen worden gebracht.
- Seksuele pedagogiek: begripsbepalingen en definities
- Geschiedenis van de seksuele voorlichting (met ook aandacht voor Vlaanderen)
- Planmatig voorlichten (met aandacht voor Intervention Mapping)
- Relationele en seksuele vorming (RSV) op school
- Relationele en seksuele voorlichting in gezinnen
- Praktijkvoorbeelden (m.m.v. Jong en Van Zin vzw en Konekt)
Studiemateriaal
- Alle studiemateriaal (o.a. PowerPoint-presentaties, teksten uit boeken, artikels) is vindbaar op Toledo.
Toelichting werkvorm
Tijdens de colleges worden de verschillende inhouden van het OPO aan de hand van PowerPoint-presentaties toegelicht. De docent streeft daarbij naar een interactieve manier van les geven. Daarbij worden de studenten regelmatig - hetzij individueel hetzij in kleine groepjes - uitgedaagd om actief te reflecteren over (de eigen ervaringen met) 'seksuele voorlichting' en/of 'relationele en seksuele vorming', daarover te discussiëren met andere studenten en uiteindelijk hun ervaringen, ideeën en mening te delen met de rest van de groep - waaruit dan een bredere groepsdicussie kan groeien.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Inleiding tot de seksuele pedagogiek (B-KUL-E20M2b)
Toelichting
De evaluatie van het OPO 'Inleiding tot de seksuele pedagogiek' bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Een individueel werkstuk: een (theoretische) paper (15 punten). Indien een student er niet in slaagt de paper voor deze deadline in te dienen, wordt de paper niet in deze zittijd beoordeeld. Deze paper dient geschreven te worden volgens verschillende criteria die men op Toledo kan raadplegen. Voor papers die niet aan deze formele voorwaarden voldoen, geldt dat ze los van de inhoud als onvoldoende worden gequoteerd.
2. Een groepspresentatie (3 punten) met peer evaluatie (2 punten). De student wordt verwacht actief bij te dragen aan groepswerk ter voorbereiding van 1 discussiecollege. Dit wordt geëvalueerd op basis van de mondelinge presentatie tijdens discussiecollege (3 punten) en een peer evaluiatie (2 punten)