Stage in economie, recht en bedrijfskunde (B-KUL-D0N96A)

6 studiepuntenNederlands160 urenTweede semesterUitgesloten voor examencontractUitgesloten voor creditcontract
Van Hulle Cynthia (coördinator) |  N. |  Van Hulle Cynthia (medewerker)
POC Master in de economie, het recht en de bedrijfskunde

LET OP: deze verplichte stage in economie, recht en bedrijfskunde kan in geen enkel geval aanleiding geven tot speciale faciliteiten voor studenten (bijvoorbeeld het verplaatsen van examens, wijziging van deadlines voor het indienen van werkstukken, het niet bijwonen van verplichte colleges,...)

Bij het voltooien van de stage heeft de student de volgende leerresultaten bereikt:

1. De student krijgt een meer diepgaand en realistisch begrip over de verschillende aspecten die deel uitmaken van een professionele werkomgeving (zoals de werkplaatscondities, bedrijfscultuur, …). Daarnaast biedt een stage de student een relevante professionele ervaring door zijn actieve deelname aan formele functionele activiteiten binnen de organisatie, maar ook doordat hij vertrouwd raakt met de informele organisatiecultuur.

2. De stage biedt de student een kader om nieuwe perspectieven te ontwikkelen met betrekking tot de kerncompetenties en versterkt de transfer van theorie naar de praktijk. De student integreert theoretische kennis met praktijkervaringen en ontplooit zich zo verder binnen zijn discipline of vakgebied.

3. De student kan nieuwe en complexe informatie kritisch analyseren, interpreteren en bijgevolg ook aanwenden met het oog op het formuleren en aanreiken van oplossingen voor levensechte probleemsituaties. Hij maakt daarbij gebruik van relevante theoretische en methodologische strategieën en modellen.

4. De student kan vanuit zijn praktijkervaringen waardevolle en transfereerbare kennis genereren.

 

Bij het voltooien van de stage heeft de student een groei doorgemaakt op het vlak van een aantal breder inzetbare, persoonlijke en loopbaangerichte doelstellingen (= vormingsdoelen):

1. De stage draagt bij tot de loopbaanontwikkeling van de student en de vorming van zijn professionele identiteit, doordat de student op deze manier een meer concreet beeld krijgt over mogelijke toekomstige professionele activiteiten.

2. De stage beoogt de student een ingesteldheid tot levenslang leren bij te brengen, zodat hij in staat is de verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen directe inzetbaarheid (zelfregulerende vaardigheden). De student krijgt meer vertrouwen in zijn capaciteiten, wordt zich bewust van zijn sterke punten en leert hoe hij zijn werkpunten kan identificeren en verbeteren.

3. De student leert de competenties die nodig zijn om te functioneren binnen een professionele omgeving verder te ontwikkelen of te verbeteren. Een aantal specifieke competenties worden hieronder opgelijst:

  • De student heeft een pro-actieve ingesteldheid; kan nieuwe opportuniteiten herkennen en is gemotiveerd om uitdagingen aan te gaan.
  • De student is leergierig.
  • De student is veerkrachtig en deinst er niet voor terug om obstakels te overwinnen.
  • De student reflecteert regelmatig over de verschillende aspecten van zijn stage-activiteiten.
  • De student zet zich in en is geëngageerd om aan de verwachtingen en behoeftes van interne en externe klanten te voldoen.
  • De student is resultaat georiënteerd en neemt goede beslissingen op  basis van analyse, ervaring en eigen beoordeling. Hij beschikt over de nodige probleemoplossingsvaardigheden.
  • De student vat snel de essentie en onderliggende structuur van ideeën, projecten en voorstellen.
  • De student neemt verantwoordelijkheid op voor het geleverde werk en beslissingen die hij daarbij genomen heeft.
  • De student kan op een efficiënte wijze het werk plannen en daarbij prioriteiten bepalen.

  • Studenten kunnen enkel starten met de ‘Stage in economie, recht en bedrijfskunde’, indien zij het gemeenschappelijke plichtgedeelte, het gericht plichtgedeelte en een aantal van de plichtvakken uit de optie gelijktijdig opnemen of reeds hebben behaald.
  • Het stageproject is geen meeloopstage. Tijdens de stage moet de student een discipline-overstijgend probleem diagnosticeren en vanuit een interdisciplinair geïntegreerd perspectief creatieve oplossingen uitwerken en/of implementeren.

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
D0N70A : Stage in economie, recht en bedrijfskunde

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Stage in economie, recht en bedrijfskunde (B-KUL-D0N96a)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Stage160 urenTweede semester
N. |  Van Hulle Cynthia (medewerker)
POC Master in de economie, het recht en de bedrijfskunde

De stage ERB stelt de student in staat de kennis, inzichten en vaardigheden die verworven werden in het plichtgedeelte of de optie toe te passen in een reële werksituatie en zich zo verder te ontplooien. Door confrontatie met de praktijk kan de student bovendien nieuwe, waardevolle en transfereerbare kennis verzamelen.

Daarnaast biedt een actieve deelname aan formele en informele activiteiten binnen een stagecontext de student de mogelijkheid om zijn/haar professionele competenties (verder) te ontwikkelen en wordt hij/zij hierdoor ook gestimuleerd om kritisch te reflecteren over zijn/haar praktijkervaringen, persoonlijke ontwikkeling en professionele identiteit.

Praktijkervaringen tijdens de stage.

De stage laat de student toe om op een reflectieve manier te leren uit zijn/haar ervaringen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Stage in economie, recht en bedrijfskunde (B-KUL-D2N96a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Verslag, Presentatie, Procesevaluatie

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.

Evaluatiekenmerken

  • De beoordeling van de stage is gebaseerd op de volgende drie informatiebronnen.

(1) De student schrijft een rapport en wordt hierop beoordeeld door een academisch lid van de onderzoeksgroepen verbonden met het topic van het stageproject.
(2) De stagementor kent een finale beoordeling toe op basis van het leerproces dat de student heeft doorlopen en de mate waarin de student voldoet aan de vormingsdoelen.
(3) De student presenteert de belangrijkste elementen uit het stagerapport voor de beoordelingscommissie.

  • De student moet voor elk van de drie onderdelen slagen om de stage succesvol af te ronden. Het resultaat van de stage wordt weergegeven onder de vorm van een geslaagd/niet-geslaagd beslissing.
  • De inleveringstermijn en deadline worden vastgelegd door de stagecoördinator en via Toledo meegedeeld.

Bepaling eindresultaat

  • Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de beoordelingscommissie. Er wordt voor dit opleidingsonderdeel gewerkt met een geslaagd/ niet-geslaagd beoordeling.
  • Indien de student niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.
  • Indien de vastgelegde inleveringstermijn voor het rapport niet wordt gerespecteerd, kan de student niet deelnemen aan de presentatie en wordt de eindbeoordeling voor het opleidingsonderdeel NA (niet afgelegd), tenzij om een zwaarwichtige reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Tweede examenkans

  • De evaluatiekenmerken en bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans verschilt van die van de eerste examenkans.
  • Wegens de aard van de deelevaluaties bestaat er geen mogelijkheid tot herkansen van het stageproject (augustus/ september) voor studenten die niet geslaagd zijn bij de eerste examenkans. Voor de tweede examenkans wordt daarom in onderlinge overeenstemming tussen de student en de beoordelingscommissie een nieuwe evaluatievorm bepaald.