Criminologische praktijk "strafrechtsbedeling en welzijnszorg" (B-KUL-C05G2B)
Doelstellingen
Dit hoor- en werkcollege sluit rechtstreeks aan bij de stages die de studenten volbrengen en heeft als eerste doelstelling het begeleiden van de stageopdracht. Naast de voorbereiding van de stageopdracht die zich voornamelijk concentreert in het eerste semester wordt in het tweede semester de concrete uitwerking van de stageopdracht begeleid en ondersteund. Bedoeling is om de studenten aan te leren om een wetenschappelijke onderzoeksopdracht tot een goed einde te brengen.Daarnaast wordt getracht de ervaringen van de studenten op hun stageplaats te problematiseren, te thematiseren en te analyseren. Ten slotte wordt er ruimte vrij gemaakt om actuele ontwikkelingen in het domein te bespreken.
Leerdoelen
• Kennen: Het verdiepen van de kennis van de criminologische interventies en van de kennis inzake de gedragswetenschappelijke, institutionele en juridische theorie in de praktijk. Het verder optimaliseren van de kennis om praktijkproblemen efficiënter te kunnen evalueren en oplossen.
• Kunnen: Het confronteren van de opgebouwde theoretische kennis met de praktijk en omgekeerd. In staat zijn om criminologische interventies te analyseren binnen instellingen die instaan voor de aanpak van criminaliteitsproblemen binnen het domein van strafrechtsbedeling/welzijnszorg. Binnen dit opleidingsonderdeel wordt tevens voldoende ruimte geboden om ervaringen uit de praktijk met elkaar te delen, te thematiseren en te problematiseren.
• Houding: Gevoelig worden voor problemen, de dragers daarvan en de inbedding ervan in organisaties. Bereid zijn om op een constructief kritische wijze (zowel naar de theorie als naar de praktijkproblemen) te reflecteren over specifieke problemen. Openheid ten aanzien van ervaringen van collegae en bereidheid om samen na te denken en te communiceren.
Begintermen
Aangezien in de stageopdracht theorie en praktijk met elkaar worden geconfronteerd en het contact met de criminologische praktijk het sluitstuk is van de bacheloropleiding, wordt verwacht dat de student alle voorgaande opleidingsonderdelen inzake kennen, kunnen en houding heeft verworven. Bovendien verwachten wij dat de student een open houding aanneemt ten aanzien van nieuwe ervaringen, bereid is in interactie te treden met medestudenten en in staat is tot (zelf)reflectie.
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Je mag dit opleidingsonderdeel enkel opnemen als je nog maximaal 70 studiepunten moet verwerven om het diploma te behalen.
Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
C00A8A : Deontologische problemen uit de criminologische praktijk
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
14 sp. Stage (B-KUL-C05G3a)
Inhoud
1) Stage + stageopdracht (eerste 10 weken van het tweede semester / 4 dagen per week; op vrijdag wordt college gegeven in Leuven)
Van de studenten wordt verwacht dat zij gedurende de eerste 10 weken van het tweede semester stage lopen en hun stageopdracht uitvoeren. De stageopdracht dient te gebeuren in een criminologisch relevante setting, in dit geval binnen het ruime domein van strafuitvoering/nazorg/hulpverlening (gevangeniswezen, justitiehuizen, initiatieven voor alternatieve sancties, bemiddelingsdiensten en andere herstelrechtelijke projecten, slachtofferzorg en slachtofferbeleid). De rol van het didactisch team bestaat uit diens beschikbaarheid voor het opvangen van individuele problemen.Bij aanvang van de stage wordt een kort verslag gemaakt, op het einde een uitgebreid. Daarnaast wordt gerapporteerd over de uitvoering van de stageopdracht.
2) Begeleidend werkcollege (tijdens het eerste en tweede semester)
In het eerste semester is het werkcollege bedoeld om de studenten voor te bereiden op hun stage. Deze voorbereiding gebeurt middels de uitwerking van een concrete stageopdracht.
Studenten verkennen de literatuur m.b.t. de stageopdracht en werken een stappenplan uit voor de stageopdracht. Dit omvat een fenomeenanalyse, een probleemstelling, een vraag en een plan van aanpak om tot een oplossing te komen.
Voorbereiding van de stageopdracht:
- Week 1 van het eerste semester: theoretische toelichting over de uitwerking van een concrete stageopdracht (stappenplan van inhoudelijke aandachtspunten & werkwijze, toelichting deelopdrachten, feedbackmomenten en tijdspad), literatuuropgave.
- Week 7: individueel tussentijds feedbackmoment.
- Week 12: collectief finaal feedbackmoment: studenten leggen aan elkaar hun vorderingen voor, kaarten mogelijke knelpunten aan en zoeken naar oplossingen en krijgen waar nodig bijsturing door docenten.Het didactisch team organiseert in het tweede semester ondersteunende werkcolleges bestaande uit twee componenten: feedback en begeleiding bij de stageopdracht en supervisie m.b.t. stage-ervaringen. Het werkcollege moet de studenten tijdens de stage begeleiden en hen na afloop van de stage tot een bredere integratie doen komen. Thematisch reflecteren, rapporteren en het mondeling presenteren van de stageopdracht in de groep is een belangrijk onderdeel.
Studiemateriaal
Bij de begeleidende werkcolleges worden afhankelijk van het thema teksten ter beschikking gesteld.
Toelichting werkvorm
Uitwerken van de stageopdracht en/of participerende observatie van de activiteiten op de stageplaats en/of uitvoering van bepaalde criminologische interventies.
5 sp. Werkcollege (B-KUL-C05G4a)
Inhoud
1) Stage + stageopdracht (eerste 10 weken van het tweede semester / 4 dagen per week; op vrijdag wordt college gegeven in Leuven)
Van de studenten wordt verwacht dat zij gedurende de eerste 10 weken van het tweede semester stage lopen en hun stageopdracht uitvoeren, binnen het domein van strafsrechtsbedeling/welzijnszorg (in de ruime zin van het woord: gevangeniswezen, justitiehuizen, initiatieven voor alternatieve sancties, bemiddelingsdiensten of andere herstelrechtelijke projecten, diensten voor slachtofferhulp/slachtofferzorg en verwante beleidsinstanties).
2) Begeleidend werkcollege (tijdens het eerste en tweede semester)
In het eerste semester is het werkcollege bedoeld om de studenten voor te bereiden op hun stage. Deze voorbereiding gebeurt middels de uitwerking van een concrete stageopdracht.
Studenten verkennen de literatuur m.b.t. de stageopdracht en werken een stappenplan uit voor de stageopdracht. Dit omvat een fenomeenanalyse, een probleemstelling, een vraag en een plan van aanpak om tot een oplossing te komen.
Voorbereiding van de stageopdracht:
Week 1 van het eerste semester: theoretische toelichting over de uitwerking van een concrete stageopdracht (stappenplan van inhoudelijke aandachtspunten & werkwijze, toelichting deelopdrachten, feedbackmomenten en tijdspad), literatuuropgave.
Week 7: individueel tussentijds feedbackmoment.
Week 12: collectief finaal feedbackmoment: studenten leggen aan elkaar hun vorderingen voor, kaarten mogelijke knelpunten aan en zoeken naar oplossingen en krijgen waar nodig bijsturing door docenten.Het didactisch team organiseert in het tweede semester ondersteunende werkcolleges bestaande uit twee componenten: feedback en begeleiding bij de stageopdracht en supervisie m.b.t. stage-ervaringen. Het werkcollege moet de studenten tijdens de stage begeleiden en hen na afloop van de stage tot een bredere integratie doen komen. Thematisch reflecteren, rapporteren en het mondeling presenteren van de stageopdracht in de groep is een belangrijk onderdeel.
De inhoud wordt jaarlijks bepaald, rekening houdend met de actuele ontwikkelingen binnen het vakgebied en ten dele in interactie met de studenten. Daarbij zijn regelmatig wederkerende thema's: bepaalde evoluties in het gevangeniswezen of binnen de justitiehuizen, internering, de drugsproblematiek en behandelingsmogelijkheden, de problematiek van intrafamiliaal geweld en de multidisciplinaire aanpak ervan, de bemiddelingspraktijk, deontologische aspecten van de stage, enz.
Studiemateriaal
Ter gelegenheid van de bespreking van bijzondere thema's wordt tekstmateriaal (artikels, verslagen, omzendbrieven, e.d.m.) ter beschikking gesteld in de loop van het jaar.
Toelichting werkvorm
• Voorbereiden en uitvoeren van een stageopdracht
• Mondelinge presentatie van de stageopdracht
• Voorbereiding van de thema's van de interactiecolleges
• Actieve participatie aan de interactiecolleges
• Schriftelijke rapportage over de interactiecolleges
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Criminologische praktijk "strafrechtsbedeling en welzijnszorg" (B-KUL-C25G2b)
Toelichting
Overeenkomstig art. 13 van het stagereglement wordt het opleidingsonderdeel ‘criminologische praktijk’ op een totaal van 20 punten op volgende elementen beoordeeld:
3 ptn. op stageverslagen
4 ptn. op stageactiviteiten - algemeen
2 ptn. op werkproces stageopdracht
6 ptn. op de definitieve rapportering van de stageopdracht
2 ptn. op presentatie stageopdracht binnen werkcollege criminologische praktijk
3 ptn. op andere opdrachten binnen het werkcollege criminologische praktijk.
Anderzijds wordt de aanwezigheid op de stageplaats beoordeeld met een geslaagd/niet geslaagd resultaat.
Indien een student in de eerste zittijd niet slaagt voor dit opleidingsonderdeel (op basis van bovenstaande puntenverdeling), wordt voor de tweede zittijd in een vervangopdracht voorzien. De inhoud van de vervangopdracht zal afgestemd worden op basis van de scores die de student haalde op de verschillende onderdelen van het opleidingsonderdeel. Indien een student in eerste zittijd niet slaagt voor aanwezigheid op stageplaats, dan dient deze het gehele opleidingsonderdeel opnieuw af te leggen, ongeacht de overige punten.
Indien een student niet slaagt voor het opleidingsonderdeel in tweede zittijd, dient het volledige opleidingsonderdeel opnieuw gedaan te worden.
Aanwezigheid op elk werkcollege is verplicht (behoudens noodzakelijke uitzonderingen, mits bewijs) en de voorgeschreven deadlines dienen gerespecteerd. Nalatigheden hieromtrent worden gesanctioneerd met een nul quotering voor die opdracht.
Een onvoldoende voor dit vak is niet tolereerbaar.
Toelichting bij herkansen
Indien een student in de eerste zittijd niet slaagt voor dit opleidingsonderdeel (op basis van vermelde puntenverdeling), wordt voor de tweede zittijd in een vervangopdracht voorzien. De inhoud van de vervangopdracht zal afgestemd worden op basis van de scores die de student haalde op de verschillende onderdelen van het opleidingsonderdeel. Indien een student in eerste zittijd niet slaagt voor aanwezigheid op stageplaats, dan dient deze het gehele opleidingsonderdeel opnieuw af te leggen, ongeacht de overige punten.
Indien een student niet slaagt voor het opleidingsonderdeel in tweede zittijd, dient het volledige opleidingsonderdeel opnieuw gedaan te worden.