Fiscaal recht (B-KUL-C03B3B)

5 studiepuntenNederlands39 urenTweede semester
POC Rechten

Leerdoelen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student de basisbeginselen, de structuur, en de opbouw van het Belgisch fiscaal recht, onder invloed van Europees en internationaal fiscaal recht, begrijpen en uitleggen. Bovendien kan de student praktische fiscale probleemstellingen analyseren en oplossen.

De student verkrijgt inzicht in het Belgisch fiscaal recht, onder invloed van Europees en internationaal fiscaal recht. Hierbij wordt aandacht besteed aan:
• de basisbeginselen van het fiscaal recht;
• de structuur van het fiscaal recht aan de hand van de indeling van de fiscale wetboeken;
• de structuur en opbouw van de inkomstenbelastingen en de indirecte belastingen;
• de invloed van Europees en internationaal fiscaal recht op het Belgische fiscaal recht.

De cursus wil de basisbeginselen, de structuur, en de opbouw van het fiscaal recht in het algemeen doorgronden. Europese en internationale fiscaliteit komt aan bod op een geïntegreerde wijze doorheen de cursus. Het voorgaande moet studenten toelaten om typische fiscale praktijkgevallen kritisch te analyseren en op te lossen.
 

Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:

De student beschikt over een basiskennis en basisinzicht van het Belgische, het Europese en het internationale recht. Hij is vertrouwd met de juridische terminologie, het theoretisch kader en de vakeigen bronnen van het publiek- en privaatrecht.

De student
• heeft een grondige kennis van en inzicht in de basisconcepten van het eigen vakdomein
• kan met precisie vakgebonden juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde terminologie en basisbegrippen gebruiken bij vakinhoudelijke discussies en vragen

De student heeft inzicht in de wisselwerking tussen de Belgische, Europese en internationale rechtsorde.

De student
• kan de nationale regels uit het vakdomein situeren in hun Europese en internationale context
• kan de positieve werking van een vakspecifieke regel relativeren doordat hij inzicht heeft in de regels die in andere rechtsstelsel gelden

De student bezit een algemene basisvorming over de mens in de samenleving en heeft een basisinzicht in de historische en actuele socio-economische en politieke factoren die het recht beïnvloeden en de samenleving mee vormgeven. De student kan omgaan met het dynamische karakter van het recht en kan het recht in zijn maatschappelijke en historische context situeren.

De student
• heeft een inzicht in de ontwikkelingen die het vakdomein heeft doorgemaakt in historisch perspectief
• heeft inzicht in de historische, economische en/of maatschappelijke achtergrond van de kernregels uit het eigen vakdomein en kan omgaan met de dynamische ontwikkeling van het recht

De student hanteert een systematische methode bij het oplossen van juridische casussen. Hij is in staat om zelfstandig een synthese en analyse te maken van de juridisch relevante feiten en de noodzakelijke rechtsregels in verband te brengen met deze feiten. Hij hanteert hierbij een logische en juridisch verantwoorde argumentatie.

De student
• begrijpt en analyseert juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde teksten
• selecteert juridisch relevante feiten uit een empirisch feitencomplex 
• formuleert mogelijke rechtsvragen uit een empirisch feitencomplex
• identificeert rechtsregels en rechtsproblemen uit concrete casussen
• brengt rechtsregels in verband met een concrete juridische casus om tot een juridisch verantwoorde oplossing te komen
• ontwikkelt een systematische aanpak bij het uitwerken van juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde oplossingen
• beargumenteert op logische wijze een juridische redenering

De student kan helder en correct schriftelijk en mondeling communiceren in het academisch Nederlands en gebruikt hierbij steeds een correct taalregister. Hij kan communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten.

De student
• beheerst schriftelijk en mondeling het academisch Nederlands

De student kan juridische, rechtswetenschappelijke en algemeen vormende informatie verzamelen en kritisch verwerken.

De student
• is in staat om rechtsbronnen (wetgeving, rechtsspraak en rechtsleer) op te zoeken, te begrijpen en te verwerken bij het beantwoorden van vakinhoudelijke vragen
• kan de wetgeving betreffende het vakdomein opzoeken en verwerken

Grondige kennis van de verschillende rechtsdomeinen die interageren met het fiscaal recht (i.h.b. grondwettelijk recht, goederenrecht, verbintenissenrecht, handels-, vennootschaps- en financieel recht en het jaarrekeningenrecht).

Voor juridische opleidingsonderdelen geldt bovendien een soepele volgtijdelijkheid (“het hebben gevolgd”) met de vakken “Inleiding tot de rechtswetenschap”, “Verbintenissenrecht”, “Publiekrecht I. Staats- en administratief recht” (vanaf 2021-2022: "Grondwettelijk recht" en "Bestuursrecht") uit de eerste fase.
Aan deze volgtijdelijkheid wordt voor de meeste studenten automatisch voldaan door toepassing van art. 23 van het onderwijs- en examenreglement doordat immers van de studenten verwacht wordt, zowel bij een eerste inschrijving als bij een herinschrijving, dat zij sowieso eerst alle vakken van eerste fase opnemen vooraleer andere vakken te mogen opnemen.

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
C08X4A : Fiscaal recht (werkstudenten)

Onderwijsleeractiviteiten

5 sp. Fiscaal recht (B-KUL-C03B3a)

5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College39 urenTweede semester
POC Rechten

1) Oorsprong van de belastingen; Overzicht van de Belgische belastingen, Grondregels van Belgisch belastingrecht

2) Inkomstenbelasting
     a. Personenbelasting (toepassingsgebied, grondslag, berekening)
     b. Vennootschapsbelasting (toepassingsgebied, grondslag, berekening)
     c. Rechtspersonenbelasting (toepassingsgebied, grondslag, berekening)
     d. Belasting der niet-inwoners (toepassingsgebied, grondslag, berekening)
     e. Voorheffingen

3) BTW (Werking, toepassingsgebied ratione personae, ratione materiae, Grondslag, Tarief, Aftrekregeling)

• Handboek (meer informatie op Toledo)
• Aanbevolen: Powerpoint-presentatie voor de hoorcolleges

Hoorcolleges aangevuld met twee oefeningensessies

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Fiscaal recht (B-KUL-C23B3b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen


Het gebruik van het wetboek is toegelaten.