Fiscaal recht (B-KUL-C03B3A)

6 studiepuntenNederlands45 urenTweede semesterUitgesloten voor examencontract
POC Master in de economie, het recht en de bedrijfskunde

Leerdoelen

Aan het einde van dit opleidingsonderdeel kan de student de basisbeginselen, de structuur, en de opbouw van het Belgisch fiscaal recht, onder invloed van Europees en internationaal fiscaal recht, begrijpen en uitleggen. Bovendien kan de student praktische fiscale probleemstellingen analyseren en oplossen.

De student verkrijgt inzicht in het Belgisch fiscaal recht, onder invloed van Europees en internationaal fiscaal recht. Hierbij wordt aandacht besteed aan:
• de basisbeginselen van het fiscaal recht;
• de structuur van het fiscaal recht aan de hand van de indeling van de fiscale wetboeken;
• de structuur en opbouw van de inkomstenbelastingen en de indirecte belastingen;
• de invloed van Europees en internationaal fiscaal recht op het Belgische fiscaal recht.

De cursus wil de basisbeginselen, de structuur, en de opbouw van het fiscaal recht in het algemeen doorgronden. Europese en internationale fiscaliteit komt aan bod op een geïntegreerde wijze doorheen de cursus. Het voorgaande moet studenten toelaten om typische fiscale praktijkgevallen kritisch te analyseren en op te lossen.

Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:

De student beschikt over een basiskennis en basisinzicht van het Belgische, het Europese en het internationale recht. Hij is vertrouwd met de juridische terminologie, het theoretisch kader en de vakeigen bronnen van het publiek- en privaatrecht.
• heeft een grondige kennis van en inzicht in de basisconcepten van het eigen vakdomein
• kan met precisie vakgebonden juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde terminologie en basisbegrippen gebruiken bij vakinhoudelijke discussies en vragen

De student heeft inzicht in de wisselwerking tussen de Belgische, Europese en internationale rechtsorde.
• kan de nationale regels uit het vakdomein situeren in hun Europese en internationale context
• kan de positieve werking van een vakspecifieke regel relativeren doordat hij inzicht heeft in de regels die in andere rechtsstelsel gelden

De student bezit een algemene basisvorming over de mens in de samenleving en heeft een basisinzicht in de historische en actuele socio-economische en politieke factoren die het recht beïnvloeden en de samenleving mee vormgeven. De student kan omgaan met het dynamische karakter van het recht en kan het recht in zijn maatschappelijke en historische context situeren.
• heeft een inzicht in de ontwikkelingen die het vakdomein heeft doorgemaakt in historisch perspectief
• heeft inzicht in de historische, economische en/of maatschappelijke achtergrond van de kernregels uit het eigen vakdomein en kan omgaan met de dynamische ontwikkeling van het recht

De student hanteert een systematische methode bij het oplossen van juridische casussen. Hij is in staat om zelfstandig een synthese en analyse te maken van de juridisch relevante feiten en de noodzakelijke rechtsregels in verband te brengen met deze feiten. Hij hanteert hierbij een logische en juridisch verantwoorde argumentatie.
• begrijpt en analyseert juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde teksten
• selecteert juridisch relevante feiten uit een empirisch feitencomplex
• formuleert mogelijke rechtsvragen uit een empirisch feitencomplex
• identificeert rechtsregels en rechtsproblemen uit concrete casussen
• brengt rechtsregels in verband met een concrete juridische casus om tot een juridisch verantwoorde oplossing te komen
• ontwikkelt een systematische aanpak bij het uitwerken van juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde oplossingen
• beargumenteert op logische wijze een juridische redenering

De student kan helder en correct schriftelijk en mondeling communiceren in het academisch Nederlands en gebruikt hierbij steeds een correct taalregister. Hij kan communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten.
• beheerst schriftelijk en mondeling het academisch Nederlands

De student kan juridische, rechtswetenschappelijke en algemeen vormende informatie verzamelen en kritisch verwerken.
• is in staat om rechtsbronnen (wetgeving, rechtsspraak en rechtsleer) op te zoeken, te begrijpen en te verwerken bij het beantwoorden van vakinhoudelijke vragen
• kan de wetgeving betreffende het vakdomein opzoeken en verwerken

Geen specifieke begintermen.

Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.


( ( SOEPEL( C02B2A ) OF SOEPEL( C02B2B ) OF SOEPEL( C02X1A ) ) EN
( SOEPEL( C02B5A ) OF SOEPEL( C02X3A ) ) EN
( SOEPEL( C02B8A ) OF SOEPEL( C02X6A ) ) ) OF
( SOEPEL( D0T01A ) OF SOEPEL( D0W11A ) OF SOEPEL( D0H12A ) )

Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
C02B2A : Inleiding tot de rechtswetenschap
C02B2B : Inleiding tot de rechtswetenschap
C02X1A : Inleiding tot de rechtswetenschap
C02B5A : Verbintenissenrecht
C02X3A : Verbintenissenrecht
C02B8A : Staats- en administratief recht (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
C02X6A : Staats- en administratief recht (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
D0T01A : Inleiding tot het economisch recht
D0W11A : Inleiding tot het economisch recht (TEW)
D0H12A : Inleiding tot het economisch recht (HIR)

Onderwijsleeractiviteiten

5 sp. Fiscaal recht (B-KUL-C03B3a)

5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College39 urenTweede semester
POC Rechten

1) Oorsprong van de belastingen; Overzicht van de Belgische belastingen, Grondregels van Belgisch belastingrecht

2) Inkomstenbelasting
     a. Personenbelasting (toepassingsgebied, grondslag, berekening)
     b. Vennootschapsbelasting (toepassingsgebied, grondslag, berekening)
     c. Rechtspersonenbelasting (toepassingsgebied, grondslag, berekening)
     d. Belasting der niet-inwoners (toepassingsgebied, grondslag, berekening)
     e. Voorheffingen

3) BTW (Werking, toepassingsgebied ratione personae, ratione materiae, Grondslag, Tarief, Aftrekregeling)

• Handboek (meer informatie op Toledo)
• Aanbevolen: Powerpoint-presentatie voor de hoorcolleges

Hoorcolleges aangevuld met twee oefeningensessies

1 sp. Oefeningen fiscaal recht (B-KUL-D0T73a)

1 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum6 urenTweede semester
POC Master in de economie, het recht en de bedrijfskunde

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Fiscaal recht (B-KUL-C23B3a)

    Type : Examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Schriftelijk


    Bepaling examenresultaat
    * Het examen wordt beoordeeld door de titularis(sen), zoals meegedeeld
    via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en
    uitgedrukt met een geheel getal op 20.
    Evaluatie derde examenperiode
    * De student heeft per academiejaar tweemaal de kans deel te nemen aan
    het examen: een eerste keer in de eerste of tweede examenperiode en een
    tweede keer in de derde examenperiode.
    * De evaluatiekenmerken van de derde examenperiode zijn gelijk aan deze van de eerste of tweede examenperiode