Vaardigheden in biomedisch onderzoek 2 (B-KUL-U03D9A)

Doelstellingen
Na het voltooien van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
Voor de OLA1 ‘Informatieve en communicatieve vaardigheden 2-Wetenschappelijke communicatie: inleiding’
- diverse principes voor het schrijven van alle onderdelen van een wetenschappelijk artikel toe te passen
- diverse principes voor het geven van een mondelinge wetenschappelijke presentatie aan vakgenoten (en niet-vakgenoten) toe te passen
- een goede ondersteunende slideshow voor een mondelinge wetenschappelijke presentatie te maken
- kritisch te reflecteren op de eigen communicatiestijl en die van anderen
- biomedisch Engels op een correcte manier te gebruiken en uit te spreken
Voor de OLA2 ‘Informatieve en communicatieve vaardigheden 2- Wetenschappelijke communicatie: verdieping’
- een synthese te maken van de wetenschappelijke kennis over een bepaald biomedisch onderwerp
- over dit biomedisch onderwerp een reviewartikel te schrijven met in achtneming van de principes geleerd bij OLA1 en met toepassing van de regels van de wetenschappelijke integriteit
- op een correcte manier aan wetenschappelijke literatuur te refereren met behulp van een referentiebeheerprogramma
- een mondelinge presentatie te geven over datzelfde biomedisch onderwerp aan collega-studenten en docent(en) met in achtneming van de principes geleerd bij OLA1
- inhoudelijke vragen te stellen bij de presentaties door collega-studenten in het kader van de hierboven vermelde opdracht
- inhoudelijke vragen van collega-studenten en de docent te beantwoorden bij de eigen presentatie in het kader van de hierboven vermelde opdracht
- constructief feedback te geven op het reviewartikel en/of de mondelinge presentatie van collega teams
- constructief samen te werken in teamverband
Voor de OLA3 ‘Praktische vaardigheden: Biomedisch onderzoeksproject’
- een kloneringstrategie op te stellen
- correct en zelfstandig belangrijke moleculaire-biologische en biochemische technieken uit te voeren binnen de context van een biomedisch onderzoeksproject
- GLP (‘Good Laboratory Practice’) richtlijnen correct toe te passen binnen de context van een biomedisch onderzoeksproject
- kritisch om te gaan met technieken
- een dagplanning op te maken voor de uit te voeren biomedische technieken
- onderzoeksresultaten kritisch te analyseren en bediscussiëren
- onderzoeksgegevens te verzamelen en correct bij te houden in een laboboek
- onderzoeksresultaten te verwerken in een wetenschappelijk verslag
- hiervoor constructief samen te werken in teamverband
Begintermen
De student is bekend met het gebruik van (literatuur)databases zoals Pubmed en Web of Science.
Kennis van scheikunde, natuurkunde, moleculaire biologie en genetica wordt voorondersteld.
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.
STRENG(U03D5A)
Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
U03D5A : Vaardigheden in biomedisch onderzoek 1
Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
U04D2A : Vaardigheden in biomedisch onderzoek 3
U04D3A : Bachelorproef
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
E0F98A : Vaardigheden in biomedisch onderzoek 2
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
2 sp. ICV2 - Wetenschappelijke communicatie: introductie (B-KUL-U03D9a)



Inhoud
Bij de onderwijsleeractiviteit "ICV2- wetenschappelijke communicatie: inleiding" maakt de student kennis met de theoretische en algemeen technische aspecten van het rapporteren en presenteren van wetenschappelijke informatie. De student komt in contact met de belangrijkste schriftelijke en mondelinge presentatietechnieken, afgestemd op verschillende categorieën doelpubliek.
Tijdens deze onderwijsleeractiviteit komen o.a. de volgende onderwerpen aan bod:
- het schrijven van een wetenschappelijke publicatie,
- mondelinge wetenschappelijke presentaties,
- waarop speciaal te letten bij het ontwerpen van figuren of dia's voor een schriftelijke of mondelinge presentatie,
- typisch wetenschappelijk Engels lexicon met aandacht voor correcte grammatica
De lessen zijn erg praktisch opgebouwd in die zin dat elke les moet worden voorbereid aan de hand van aangeboden cursusmateriaal en het uitvoeren van een opdracht (vb het schrijven van een abstract of samenvatting van een wetenschappelijk artikel).
Studiemateriaal
- cursustekst
- boek " Wetenschap communiceren" (uitgeverij Acco, auteurs Marion Crauwels, Melanie Gérard en Jeanine De Bruin)
Toelichting werkvorm
- in een reeks interactieve hoorcolleges (totaal 9u) worden de verschillende aspecten van wetenschappelijk presenteren (schriftelijk, mondeling) behandeld. Voorbeelden van stukken uit een artikel of aspecten van een presentatie worden gegeven waarna de studenten een opdracht hierover tegen de volgende les moeten voorbereiden, die dan op interactieve wijze wordt doorgenomen in de les.
- mondelinge presentatievaardigheden worden geoefend in kleinere groepen; hierbij krijgt de student (video)feedback (2u)
- wetenschappelijk Engels wordt geoefend tijdens een werkzitting (2u)
2 sp. ICV2 - Wetenschappelijke communicatie: verdieping (B-KUL-U04D9a)



Inhoud
Voor de onderwijsleeractiviteit "Informatieve en communicatieve vaardigheden: Biomedisch literatuurseminarie" worden de studenten onderverdeeld in groepen van 15-20 studenten, die elk begeleid worden door een docent (tutorship).
Na een introductieles door de docent over het onderwerp kiezen telkens 2-3 studenten (=studententeam) in overleg met/op voorstel van de docent een deelaspect van het onderwerp uit om gezamenlijk uit te werken via een literatuurstudie en dan te presenteren, zowel mondeling als schriftelijk. Deze mondelinge presentaties gebeuren in de context van een gesimuleerd biomedisch congres waarbij elke student verschillende rollen moet opnemen (publiek, presentator, moderator, ...).
Studiemateriaal
Wetenschappelijke literatuur uit de bibliotheek en databanken op het internet.
Toelichting werkvorm
- Inleidende les (hoorcollege), waarbij de studenten kennismaken met een specifiek wetenschappelijk onderwerp
- Informatie zoeken & deelonderwerpen per 2-3 studenten bepalen
- Groepswerk:
- Reviewartikel schrijven over deelonderwerp in team van 2-3 studenten met facultatieve tussentijdse feedbacksessie bij docent + peerreview door collega-studenten
- Mondelinge presentatie over (zelfde) deelonderwerp in team van 2-3 studenten, organisatie presentaties in congresvorm
- Feedback geven op mondelinge presentatie van collega-studenten
Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen
2 sp. PV2 - Biomedisch onderzoeksproject (B-KUL-U04D1a)



Inhoud
De OLA “Praktische vaardigheden: Biomedisch onderzoeksproject” omvat in volgorde:
1. Voorbereidende hoorcolleges waarin de verschillende stappen van het onderzoeksproject gedetailleerd worden besproken.
2. Werkzittingen waarbij de verschillende gentechnologische aspecten van het onderzoeksproject worden besproken. Dit omvat o.a. ontwikkeling van primers, gebruik van specifieke DNA analyse software, gebruik van publieke beschikbare databanken en bespreking van verschillende kloneringsstrategieën. Dit wordt ingeoefend adhv concrete opgaven die gezamenlijk uitgewerkt worden op de computer. Een ander belangrijk aspect waaraan aandacht wordt besteed, is het uitvoeren van courante berekeningen die veelvuldig gebruikt worden in het biomedisch onderzoek en ook toegepast worden tijdens het experimenteel werk.
3. Uitvoeren van experimenteel werk in het practicumlaboratorium. Het biomedisch project wordt uitgevoerd in teams van 2 studenten. De studenten voeren het experimenteel werk uit met aandacht voor de veiligheid, het correct uitvoeren van de technieken en correct bijhouden van onderzoeksresultaten. Eerst wordt een klonering uitgevoerd van een PCR-fragment in een bacterieel expressieplasmide en vervolgens wordt op basis van dit plasmide een fusieproteïne tot expressie gebracht in Escherichia coli. Daarna wordt het eiwit opgezuiverd op basis van affiniteitschromatografie en de kwantiteit en kwaliteit van het eiwit wordt nagegaan. Voor de uitwerking hebben de studenten een theoretische handleiding ter beschikking alsook een bijlage met alle te gebruiken protocols.
4. Indienen van een wetenschappelijk verslag per team. Het verslag geeft een overzicht van de uitgevoerde experimenten. Er worden aparte richtlijnen gegeven hoe het verslag moet worden opgesteld. De studenten antwoorden ook op de vragen die gesteld worden in de handleiding. Uit het verslag moet blijken dat de student inzicht heeft in de experimenten die worden uitgevoerd, ook als deze niet of onvolledig zijn gelukt tijdens de uitvoering.
5. Het bedrijfsbezoek bij Janssen Pharmaceutica waar de studenten kennis maken met de verschillende onderzoeksdomeinen en de huidige gebruikte technieken in de farmaceutische industrie. Het bedrijfsbezoek illustreert het belang van het biomedisch onderzoek in de zoektocht naar geneesmiddelen. Tijdens dit bezoek komen ook een aantal alumni van Biomedische Wetenschappen aan het woord over hun functie binnen Janssen Pharmaceutica.
Studiemateriaal
De handleiding van het biomedisch onderzoeksproject is beschikbaar via Toledo en kan aangekocht worden via Acco.
Toelichting werkvorm
De belangrijkste leeractiviteiten zijn: (1) het verwerven van praktische labovaardigheden en toepassing van ‘code goede labopraktijken’ (2) het interpreteren van wetenschappelijke resultaten/experimenten en (3) theoretische en praktische uitwerking van een kloneringstrategie en (4) het schrijven van een wetenschappelijk verslag.
Komt ook voor in andere opleidingsonderdelen
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Vaardigheden in biomedisch onderzoek 2 (B-KUL-U23D9a)
Toelichting
Voor de drie OLA’s geldt er verplichte aanwezigheid op alle niet-facultatieve contactmomenten (deze worden verbijzonderd in de afsprakennota die via Toledo aan de studenten ter beschikking wordt gesteld). Studenten die ongewettigd afwezig zijn op één of meerdere contactmomenten, behalen een nulscore voor het betreffende onderdeel van het OLA. Ook studenten die de verplichte opdrachten niet of niet tijdig indienen, ontvangen een nulscore voor het betreffende onderdeel van het OLA.
De evaluatie van het OLA1 "Informatieve en communicatieve vaardigheden 2-Wetenschappelijke communicatie: inleiding” (33,33% van het eindtotaal) bestaat uit de volgende onderdelen:
- Schriftelijke groepsopdracht (20% van het OLA) met als opdracht een stuk Materialen & Methoden voor een wetenschappelijk artikel te schrijven.
- Schriftelijk examen buiten de examenperiode (40% van het OLA) met als opdracht een abstract voor een wetenschappelijk artikel te schrijven
- Mondelinge presentatie (met videofeedback) voor een kleine groep van medestudenten (40% van het OLA)
Bij evaluatieonderdeel 1 mogen cursusmateriaal, computer en naslagwerken gebruikt worden. Bij examenonderdeel 2 mogen woordenboeken ENG-NED en NED-ENG en cursusmateriaal gebruikt worden.
De evaluatie van het OLA2 "Informatieve en communicatieve vaardigheden 2-Wetenschappelijke communicatie: verdieping" (33,33% van het eindtotaal) bestaat uit de volgende onderdelen:
- Het schrijven van een kritische samenvatting van een aantal wetenschappelijke onderzoeksartikels over een vooraf bepaald biomedisch onderwerp (60% van het OLA).
- Mondelinge presentatie van de schrijfopdracht en het beantwoorden van vragen van medestudenten (30% van het OLA).
- Betrokkenheid tijdens en bij de voorbereiding van het congres: stellen van inhoudelijke vragen aan medestudenten, schrijven van een kwalitatieve peerreview,... (10% van het OLA).
Bij evaluatieonderdeel 1 mogen cursusmateriaal, computer en naslagwerken gebruikt worden.
De evaluatie van het OLA3 “Praktische vaardigheden- Biomedisch onderzoeksproject” (33,33% van het eindtotaal) bestaat uit de hieronder beschreven onderdelen, waarvan de beoordelingscriteria beschreven zijn op Toledo.
- Schriftelijk examen met betrekking op de oefeningen gentechnologie (20% van het OLA)
- Voorbereiding van het onderzoeksproject en een vlotte beheersing van basisberekeningen in biomedisch onderzoek. (20% van het OLA)
- Uitvoeren van het experimenteel werk en het correct bijhouden van onderzoeksgegevens in een laboboek (40% van het OLA)
- Wetenschappelijk verslag (per team) van het uitgevoerd biomedisch project (20% van het OLA).
Bij evaluatieonderdelen 1-4 mag een rekenmachine gebruikt worden.
Het eindresultaat van het OPO wordt bepaald op basis van het rekenkundige gemiddelde van de (niet-afgeronde) deelresultaten voor de drie OLA’s. Om te slagen op het OPO dienen studenten bovendien:
gemiddeld minstens (afgerond) 10/20 te behalen voor het totaal van de twee OLA’s Informatieve en communicatieve vaardigheden.
Minstens (afgerond) 10/20 te behalen voor het OLA Praktische vaardigheden: Biomedisch onderzoeksproject
Studenten die niet aan deze voorwaarden voldoen, behalen
9/20 indien het gemiddelde van de drie deelresultaten gelijk of groter is dan 9/20
Het afgeronde gemiddelde indien het gemiddelde van de drie deelresultaten lager is dan 9/20.
Studenten met een deelvrijstelling voor één of meerdere OLA’s, moeten zich enkel inschrijven voor het (de) andere OLA(‘s). Ook hier wordt een rekenkundig gemiddelde van de (niet-afgeronde) deelresultaten van de OLA’s genomen als eindresultaat van het OPO, bij opnemen van meer dan één OLA.
Toelichting bij herkansen
Volgende onderdelen van dit opleidingsonderdeel zijn niet-herkansbaar binnen hetzelfde academiejaar. Het behaalde resultaat voor het onderdeel geldt zowel voor de eerste als de tweede examenkans.
- U04D1a - PV2 - Biomedisch onderzoeksproject
Binnen dit opleidingsonderdeel zijn er deeloverdrachten bij een geslaagd deelresultaat:
- U03D9a - ICV2 - Wetenschappelijke communicatie: introductie (binnen en over academiejaar)
- U04D9a - ICV2 - Wetenschappelijke communicatie: verdieping (binnen en over academiejaar)
- U04D1a - PV2 - Biomedisch onderzoeksproject (over academiejaar)
Voor OLA1 ‘Informatieve & communicatieve vaardigheden 2- Wetenschappelijke communicatie: inleiding’ kan enkel voor de opdracht waar een onvoldoende score werd verkregen herkanst worden. Scores van de andere opdrachten blijven behouden voor de tweede examenkans.
Voor OLA2 ‘Informatieve & communicatieve vaardigheden 2- Wetenschappelijke communicatie: verdieping’ kan alleen het schrijven van het reviewartikel (60% van het OLA) herkanst worden. De scores van de mondelinge presentatie met discussie en het stellen van inhoudelijke vragen aan medestudenten blijven behouden voor de tweede examenkans.
Voor OLA3 ‘Praktische vaardigheden: biomedisch onderzoek’ kan het uitvoeren het experimenteel werk niet herkanst worden. Deze score (40% van het OLA) blijft behouden voor de tweede examenkans. De andere 3 onderdelen kunnen wel herkanst worden.
Voor dit OPO geldt er deeloverdracht binnen het academiejaar en over het academiejaar heen: studenten dienen enkel de OLA’s te herkansen waarvoor ze bij de eerste examenkans een onvoldoende behaalden.