Communicatiewetenschap (B-KUL-S0A22B)

4 studiepuntenNederlands52 urenEerste semester
POC Sociale wetenschappen

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel:

  • heeft de student basiskennis en inzicht in het onderzoeksdomein van de communicatiewetenschappen en kan hij/zij onderzoeksbevindingen met elkaar in verband brengen.
  • kan de student de vaak als banaal en triviaal ervaren alledaagse werkelijkheid van de media en communicatie met enig afstand kritisch en theoretisch beoordelen en interpreteren.
  • verwerft de student een eerste inzicht in theorieën die de productie, consumptie en werking van de media trachten te plaatsen en te verklaren.
  • kan de student de werking, fasen en aspecten van communicatieprocessen en –functies begrijpen en bespreken.

Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel:

  • Wordt van de student een open houding gevraagd ten aanzien van maatschappelijke en ethische discussies die hierover bestaan.


Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
S0N92A : Medialab 1: communicatiewetenschappen in context

Onderwijsleeractiviteiten

4 sp. Communicatiewetenschap (B-KUL-S0A22a)

4 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College52 urenEerste semester
POC Sociale wetenschappen

Eerst worden de basisbegrippen uit de communicatie aangebracht. Vervolgens wordt bekeken hoe deze basisinzichten veranderen als er een medium aan het communicatieproces wordt toegevoegd. Dan wordt nagegaan hoe de inhoud van de media tot stand komt, met als belangrijk voorbeeld de processen die verklaren hoe nieuws tot stand komt. Hieraan worden theorieën gekoppeld die nieuwseffecten verklaren.

Vervolgens wordt ontvangersgedrag bekeken. Dat wordt eerst gedaan volgens traditionele psychologische en sociologische benaderingen. Daarna wordt dezelfde problematiek benaderd vanuit het perspectief van de culturele studies. Telkens wordt stilgestaan bij de implicaties die het gebruikte perspectief heeft voor te hanteren methodologie, voor het type problematiek dat hiermee behandeld kan worden en voor de implicaties voor de wetenschapspraktijk.

Ook worden media-effecten besproken. Er wordt gestart met een typologie van de mogelijke effecten. Daarna wordt ingegaan op het verschil tussen intentionele en onbedoeld effecten. Enkele belangrijke procesbenaderingen worden samenvattend behandeld voor beide vormen van effect.

Tot slot wordt nagegaan wat de implicaties van al het voorgaande zijn voor het bestuderen van de rol die communicatie en mediëring spelen in het dagelijkse leven en in het wereldbeeld van individuen.

Om het opleidingsonderdeel vorm te geven, wordt er met volgend studiemateriaal gewerkt:

• Een cursustekst aan te kopen bij de cursusdienst.

• Wetenschappelijke tekstfragmenten en audiovisueel materiaal die op het studieplatform toledo worden geplaatst.

Bij deze onderwijsleeractiviteit wordt gebruik gemaakt van Toledo voor aankondigingen, aanvullende informatie en het aanbieden van studiemateriaal.

Dit opleidingsonderdeel wordt ingericht volgens principes van blended learning, waarbij contactonderwijs (face-to-face) en online leren worden gecombineerd. Meer precieze informatie is beschikbaar via Toledo.
Binnen de fysieke lessen van dit opleidingsonderdeel ligt de nadruk op een actieve verwerking van de leerstof. Het is daarom aangewezen dat studenten aanwezig zijn tijdens deze lesmomenten.

Tijdens het hoorcollege en in het audiovisuele materiaal wordt het handboek aangevuld met concrete voorbeelden uit de actualiteit en met verbredende of verdiepende concepten, theorieën of onderzoeksvoorbeelden om de interactiviteit te bevorderen.

Met het oog op het succesvol realiseren van de onderwijsdoelstellingen wordt van de studenten verwacht dat zij aanwezig zijn in de hoorcolleges en notities nemen; hetzelfde geldt voor de online en audiovisuele componenten van het opleidingsonderdeel.

Ondersteuning wordt voorzien door o.a. de mogelijkheid om tijdens het college vragen te stellen aan de docent. Aanvullend zijn er studielabs waaraan de studenten kunnen deelnemen.

 

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Communicatiewetenschap (B-KUL-S2A22b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Open vragen, Meerkeuzevragen
Leermateriaal : Geen


Er zijn geen bepaalde voorwaarden om aan het examen te kunnen deelnemen. Het schriftelijke examen is van het type  ‘gesloten boek’. De studenten mogen dus op het examen geen hulpmateriaal raadplegen. Voor het beantwoorden van alle vragen beschikt de student in principe over maximaal drie uur examentijd. Het schriftelijk examen bestaat uit open vragen en meerkeuzevragen.

De open vragen zijn van het volgende type:

  • ofwel wordt via een ‘pure theorievraag’ gepeild naar het conceptueel begrip van een theoretische notie of theoriekader;
  • ofwel verduidelijkt de student zijn begrip van een concept of theoriekader aan de hand van een zelfgekozen of opgegeven voorbeeld of thema;
  • ofwel wordt gevraagd om een punctuele vergelijking te maken tussen uiteenlopende concepten of theoriekaders.

De meerkeuzevragen worden verbeterd mét giscorrectie (dus met puntenverlies bij foutieve antwoorden). De meerkeuzevragen peilen op een gevarieerde manier naar inzicht in de leerstof: het juiste begrip aanduiden, het bij een voorbeeldsituatie meest toepasselijke concept aankruisen,  binnen een reeks van vier begrippen het niet passende begrip wegstrepen,…

Een compact vertaalwoordenboek gebruiken tijdens het examen is niet toegestaan.

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

De meerkeuzevragen worden verbeterd mét giscorrectie (dus puntenverlies bij foutieve antwoorden). Na analyse van de resultaten kunnen er meerkeuzevragen worden geschrapt omwille van problemen met de vraagstelling of een bijzonder lage correlatie met het algemene resultaat, zodat wordt voldaan aan de kwaliteitseisen van het examen.

Toelichting bij herkansing

De evaluatiekenmerken en bepaling eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans.