Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs m.i.v. praktische oefeningen (B-KUL-L05N5A)

6 studiepuntenNederlands50 urenBeide semestersUitgesloten voor examencontract
OC Educatieve master lichamelijke opvoeding

Het opleidingsonderdeel Vakdidactiek Lichamelijke Opvoeding Lager Onderwijs is erop gericht om studenten een wetenschappelijk onderbouwd referentiekader te bieden om het vak Lichamelijke Opvoeding in het lager onderwijs met de nodige competentie te kunnen onderwijzen. De leerdoelen op vlak van vakdidactische kennis en inzichten vinden hun ontwerp in de basiscompetenties van de Leraar zoals geformuleerd door de Vlaamse Overheid met accent op de functionele gehelen/basiscompetenties (BC) 1 t.e.m. 5 (verantwoordelijkheden t.a.v. de lerende), met kennisname van de functionele gehelen/basiscompetenties (BC) 6 t.e.m. 10. Vanuit een specifieke onderwijsvisie op het vak Lichamelijke Opvoeding en om de academische gerichtheid ervan te expliciteren worden deze functionele gehelen/basiscompetenties (BC) vertaald naar vakspecifieke leerresultaten (V).

BC 1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
BC 2 De leraar als opvoeder
BC 3 De leraar als inhoudelijk expert
BC 4 De leraar als organisator
BC 5 De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
BC 6 De leraar als partner van ouders/verzorgers
BC 7 De leraar als lid van een schoolteam
BC 8 De leraar als partner van externen
BC 9 De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap
BC 10 De leraar als cultuurparticipant

Onderstaande decretaal bepaalde attituden worden ontwikkeld:
- Beslissingsvermogen (a1)
- Relationele gerichtheid (a2)
- Kritische ingesteldheid (a3)
- Leergierigheid (a4)
- Organisatievermogen (a5)
- Zin voor samenwerking (a6)
- Verantwoordelijkheidszin (a7)
- Flexibiliteit (a8)

 

V.1. De student kan op basis van de beginsituatie haalbare en motiverende doelen formuleren voor een bepaalde leerlingenpopulatie, rekening houdende met de eindtermen en het vakconcept. (BC 1) (a1,2,5)
V.2. De student heeft kennis van wetenschappelijk onderbouwde curriculaire -en instructiemodellen voor Lichamelijke Opvoeding en streeft ernaar die kennis op peil te houden en uit te breiden. (BC 1) (a4)
V.3. De student kan het leerproces van leerlingen op vlak van bewegings- en persoonsdoelen toetsen en evalueren aan de hand gericht gekozen evaluatiecriteria, en op basis daarvan zowel bruikbare feedback geven als het onderwijsleerproces aanpassen indien dat nodig blijkt. (BC1) (a1, a5)
V.4. De student kan een positief leefklimaat creëren dat kansen biedt voor individuele ontplooiing van alle leerlingen, rekening houdend met specifieke kenmerken en beperkingen op het vlak van infrastructuur, het pedagogisch project van de school, de taal, het functioneren of het gedrag van de leerlingen. (BC2) (a1,2,5,6,7,8)
V.5. De student beschikt over uitgebreide en diepgaande vakspecifieke kennis en kan deze doelgericht integreren én vertalen naar een specifieke lespraktijk. (BC3) (a1)
V.6. De student heeft inzicht in de verschillende vormen van vakspecifieke kennis, kan hun onderlinge samenhang duiden, door zelfreflectie sterktes en zwaktes identificeren en deze laatste door middel van een zelfgekozen strategie remediëren. (BC 3 en 5) (a1,3,4)
V.7. De student heeft de vakdidactische kennis om, in een open en positief leef - en leerklimaat, via aangepaste onderwijsleermiddelen, werkvormen en onderwijsstrategieën de leerdoelen te bereiken. (BC1, 2, 3 en 4) (a1,2)
V.8. De student vertoont professioneel gedrag tegenover leerlingen, collega's en derden, mede gekenmerkt door gedrevenheid, verantwoordelijkheidszin, betrokkenheid, nauwgezetheid, objectiviteit en kritische ingesteldheid. (BC4, 2 en 5) (a2,3,6,7)
V.9. De student kan zich zelfstandig nieuwe onderwijskundige en vakdidactische inzichten en methoden eigen maken en kan de resultaten van onderwijskundig en vakdidactisch onderzoek in zijn/haar lespraktijk implementeren. (BC5, 1 en 3) (a4,5,7)
V.10. De student kan aangeven welke stappen en methodes gevolgd worden in het opzetten en uitvoeren van vakdidactisch onderzoek binnen zijn discipline en kan hierover kritisch reflecteren. (BC5 en 3) (a3)
V.11. De student kan binnen de eigen onderwijspraktijk actieonderzoek opzetten om te reflecteren over zijn functioneren als leraar en zich verder te professionaliseren. (BC5) (a4,7)
V.12. De student kent het bestaan en het aanbod van vakspecifieke lerarenverenigingen, werkgroepen en van algemeen wetenschappelijke en specifieke vakdidactische tijdschriften en media.  Hij/zij kan deze bronnen gebruiken om actuele en boeiende lessen te verzorgen. (BC5, 1 en 3) (a3,4,7)

Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.


GELIJKTIJDIG( L05N0A ) EN (GELIJKTIJDIG( P0V17A ) OF GELIJKTIJDIG( P0V22A ))

Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
L05N0A : Stage lichamelijke opvoeding lager onderwijs
P0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)

Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
L05N0A : Stage lichamelijke opvoeding lager onderwijs

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs (B-KUL-L05N5a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College20 urenBeide semesters
OC Educatieve master lichamelijke opvoeding

De inhouden van deze onderwijsleeractiviteit worden vanuit de decretaal bepaalde beroepscompetenties voor leraren geconcretiseerd in specifieke thema’s voor het brede domein van de lichamelijke opvoeding (LO):
(1) de leraar LO als begeleider van leerprocessen
(2) de leraar LO als opvoeder
(3) de leraar LO als (vak)inhoudelijk expert
(4) de leraar LO als organisator
(5) de leraar LO als innovator en onderzoeker

Daarnaast worden ook bepaalde colleges ingericht als intervisiesessies waarbij teruggekoppeld wordt naar de stage van de studenten om dit leerproces positief beïnvloeden.

French, Lavay & Henderson: Positive Behavior Management in Physical Activity Settings, 3rd Edition, 2016

Alle opdrachten en studiemateriaal wordt via TOLEDO gecommuniceerd.

Flipped-classroom onderwijsaanpak: de studenten komen voorbereid naar de interactieve contactmomenten.

3 sp. Lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs: practicum (B-KUL-L05N6a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum30 urenBeide semesters
OC Educatieve master lichamelijke opvoeding

De inhouden van deze onderwijsleeractiviteit worden vanuit de decretaal bepaalde beroepscompetenties voor leraren geconcretiseerd in specifieke thema’s voor het brede domein van de lichamelijke opvoeding (LO):
(1) de leraar LO als begeleider van leerprocessen
(2) de leraar LO als opvoeder
(3) de leraar LO als (vak)inhoudelijk expert
(4) de leraar LO als organisator
(5) de leraar LO als innovator en onderzoeker
Specifieke aandacht gaat naar (1) het onderwijzen van curricula die focussen op de ontwikkeling van fundamentele motorische vaardigheden, en (2) positief gedragsmanagement bij lagereschoolkinderen.

Alle opdrachten en studiemateriaal wordt via TOLEDO gecommuniceerd.
 

Vaardigheidstraining - Webinar

De studenten organiseren gerichte leeractiviteiten waarbij ze in groep vakdidactische vaardigheden oefenen en algemene én specifieke vakkennis verwerven in diverse bewegingsgebieden voor het onderwijzen van lichamelijke opvoeding in de basisschool. Het OLA wordt ondersteund door online modules om de algemene en specifieke vakkennis gericht op het basisonderwijs te vergroten. Het practicum wordt georganiseerd op de campus alsook in een lagere school onder de vorm van een SportSnack voor lagereschoolkinderen. In deze laatste zullen studenten de geleerde inhouden uit de practica gaan toepassen onder de vorm van sport na school.

Studenten leren de eigen lesgeefkwaliteit en die van anderen te observeren, te analyseren en van feedback te voorzien om tot een hogere effectiviteit te komen in functie van leerwinst bij lagereschoolkinderen. Het OLA wordt ondersteund met online leermodules die zelfstandig doorgenomen worden.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs m.i.v. praktische oefeningen (B-KUL-L25N5a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk, Praktijkexamen
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen


OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs
Deze OLA wordt geëvalueerd op basis van een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding tijdens de examenperiode en op permanente evaluatie aan de hand van tussentijdse opdrachten die de student via het digitale leerplatform Toledo maakt.
De student krijgt een numerieke score voor het mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.
Het niet indienen van de tussentijdse opdrachten voor de indiendeadlines leidt tot een NA (niet afgelegd).
De deadlines worden bekendgemaakt op Toledo.

Indien de student ongewettigd of gewettigd afwezig is, zal er een vervangtaak opgelegd worden.


OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs: praktische oefeningen

Deze OLA wordt geëvalueerd op basis van permanente evaluatie aan de hand van praktische oefeningen.
De student krijgt een numerieke score voor de praktische oefeningen.

Er geldt een aanwezigheidsplicht voor de praktische oefeningen.
Indien de student ongewettigd of gewettigd afwezig is, zal er een vervangtaak opgelegd worden.

Berekening eindresultaat OPO:

Er wordt gebruik gemaakt van open vragen en multiple choice vragen. Bij de multiple choice vragen wordt er geen GIS-correctie toegepast.​

De deelscore voor de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs telt voor 1/3 van het eindresultaat mee.
De deelscore voor de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs: praktische oefeningen telt voor 2/3 van het eindresultaat mee.

Studenten kunnen alleen voor dit OPO slagen indien hun eindscore op zowel de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs als op de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs: praktische oefeningen minimaal een 10/20 bedraagt.
Indien de student op één of meerdere deelscores een onvoldoende behaalt, dan bedraagt het eindresultaat van dit OPO maximaal een 9/20.
Indien de student op één of meerdere deelscores een onvoldoende behaalt wordt de berekende eindscore naar beneden afgerond (bv 9.67 wordt dan 9).

Dit OPO is niet tolereerbaar.

De student wordt verwacht op de hoogte te zijn van het onderwijs- en examenreglement alsook van de facultaire aanvullingen, inclusief de regels m.b.t. plagiaat.

Volgende onderdelen van dit opleidingsonderdeel zijn niet-herkansbaar binnen hetzelfde academiejaar. Het behaalde resultaat voor het onderdeel geldt zowel voor de eerste als de tweede examenkans.

  • L05N6a - Lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs: practicum

Binnen dit opleidingsonderdeel zijn er deeloverdrachten bij een geslaagd deelresultaat:

  • L05N5a - Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs (binnen en over academiejaar)
  • L05N6a - Lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs: practicum (over academiejaar)

Indien de student voor de OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs een onvoldoende of een ‘niet afgelegd’ (NA) scoorde dient de student het mondeling examen en de tussentijdse opdrachten opnieuw af te leggen tijdens het herexamen in de derde examenperiode.

De OLA Vakdidactiek lichamelijke opvoeding lager onderwijs: praktische oefeningen is niet herkansbaar, omdat de evaluatie gebaseerd is op permanente evaluatie en praktische oefeningen.
Het is logistiek gezien niet mogelijk om een herkansing te organiseren.