Multinationals en Europese instellingen (BL) (B-KUL-HTH90A)

3 studiepuntenNederlands12 urenEerste semester
OC Handelswetenschappen FEB Campus Brussel

De student identificeert de internationale (Europese) omgeving waarbinnen bedrijven, en met name multinationale ondernemingen, actief zijn. (1.a, 3.a)

De student beheerst de belangrijkste Europese beleidsdomeinen inhoudelijk en met name de implicaties ervan voor het bedrijfsleven.(1.a, 3.a, 3.g)

De student onderscheidt en kan verklaren hoe de verschillende internationaliseringsstrategieën van de multinationale onderneming de gepaste toetredingswijzen bepalen (2.q.)

De student beheerst de werking van de instellingen van de Europese Unie. (3.g)

De student verwerft inzicht in de evolutie van het integratieproces in Europa en dient de mogelijkheden en beperkingen van dit proces te kunnen inschatten met het oog op de toekomst

De student kan de determinanten van een succesvolle internationalisering door multinationale ondernemingen vanuit verschillende theoretische kaders verklaren: transactiekostentheorie, institutionele theorie en ‘resource based’ theorie (3.i.)

De student analyseert en legt actuele Europese onderwerpen uit. (3.g, 11.c)

De student voert een project van een internationaliseringsstrategie uit voor een bedrijf in een groep en verdeelt de taken om tot een gezamenlijke aanbeveling te komen. (9.a)

De student kan een model van internationale bedrijfsstrategie toepassen, data verzamelen op bedrijfs-, industrie en landniveau om een gepaste internationale bedrijfsstrategie aan te raden (11.c)

 

1.a analyseert de omgeving waarin een organisatie actief is en schat de invloed van omgevingsfactoren op de werking van de organisatie in.

1.c werkt op basis van de analyse van een (bedrijfs)economisch probleem een voorstel tot oplossing uit in lijn met de organisatiestrategie.

2.q. onderscheidt en verduidelijkt de verschillende internationaliseringsstrategieën en –processen van organisaties.

3.a. detecteert de impact van regionale, nationale en internationale omgevingsfactoren op het bedrijfsbeleid en schat de complexiteit van het opereren in een internationale omgeving bij het uittekenen van een strategie in. 

3.g. situeert, analyseert en evalueert vanuit een multidisciplinaire invalshoek (economisch, juridisch, historisch en sociaal) de belangrijkste bevoegdheden en het beleid van internationale organisaties inzake internationale handel en investeringen.

3.i. beschrijft de invalshoeken van de economische wetenschap, hanteert deze in een (bedrijfs)economische context en reflecteert er kritisch over.

9.a. neemt in teamverband, afhankelijk van de context, leidinggevende, uitvoerend of ondersteunende taken op en draagt aldus op actieve wijze bij aan een gezamenlijk resultaat.

11.c. analyseert een (bedrijfs)economisch probleem in zijn context, combineert gegevens om dit probleem op te lossen en wendt de opgebouwde  multidisciplinaire kennis aan.

Basiskennis Micro- en Macro-economie

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
HSH92A : Multinationals en Europese instellingen (S)
HSA18A : Multinationals and European Institutions (B)

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Multinationals en Europese instellingen (BL) (B-KUL-HTH90a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College12 urenEerste semester
OC Handelswetenschappen FEB Campus Brussel

Het vak beoogt studenten vertrouwd te maken met diverse aspecten van het internationale en Europese zakenwezen.  Het zakenwezen wordt vanuit twee invalshoeken geanalyseerd: de Europees politiek-institutionele invalshoek en de bedrijfseconomische invalshoek. Studenten krijgen een beter inzicht in de internationale (en Europese) omgeving waarbinnen multinationale ondernemingen actief zijn, alsook in de werking van multinationale ondernemingen zelf.

 

Deel I: Europese Instellingen (Prof. dr. K. De Brucker)

1. Historische evolutie van het Europese integratieproces

2. De institutionele structuur van de Europese Unie

3. De begroting van de Europese Unie

4. Inleidinde begrippen m.b.t. integratie: politiek en economisch (van douane-unie tot economische en monetaire unie)

5. Economische effecten van de douane-unie

6. Economische effecten van de Europese eenheidsmarkt

7. Het concurrentiebeleid van de Europese Unie*

8. Het landbouwbeleid van de Europese Unie*

De met * aangeduide onderdelen worden aangeboden via zelfstudie, als onderdeel van een ruimer keuzepakket. Het pakket zelfstudie kan ook een aantal artikels en/of gastcollege(s) omvatten. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat, in geval van tijdsgebrek, ook een aantal andere hoofdstukken via zelfstudie zullen moeten worden aangeboden. De precieze details m.b.t. het gedeelte zelfstudie worden meegedeeld bij de start van het betreffende deel van de cursus.

Bovenvermeld overzicht wordt gegeven louter ter informatie en is vatbaar voor wijzigingen. Deze wijzigingen worden aangekondigd via Toledo of in de les.

 

Deel 2: The  economische theorie van de multinationale ondernemingen (MNOs) (Prof. dr. Annabel Sels)

2.1. Globalisering van het zakenleven

2.2. Theoretische kaders in International Business: institutionele theorie (formeel/informeel)

2.3. Theoretische kaders in International Business: resource based theory

2.4. Investeringsgedrag en financiële stromen: analyse van de World Investment Reports

2.5. Directe buitenlandse investeringen

2.6. Toetredingsstrategieën

2.7. Het opzetten van internationalisering: ‘born globals’

2.8. Competitieve dynamiek

2.9. Strategische allianties en joint ventures

2.10. Internationale fusies en overnames

2.11. Kennisoverdracht en innovatie binnen multinationale ondernemingenn

2.12 Multinationale ondernemingen uit opkomende economieën

  • De Brucker, K. (2023), Europese Instellingen en Beleid, Leuven: Acco (ISBN 978-9-4646-7306-7) (Verplicht)
  • Peng, M., Meyer, K. (2023). International Business, Cengage (ISBN:978-1-4737-7989-1) (Verplicht)
  • Geeroms H., Ide S. en Naert F. (2014), The European Union and the Euro - How to deal with a currency built on dreams, Antwerpen: Intersentia (ISBN: 9781780681832) (Aanbevolen, niet verplicht)
  • Baldwin R en Wyplosz Ch. (2020), The economics of European Integration, 6th edition, Londen: McGraw-Hill Education (ISBN 6th edition: 9781526847218) (Aanbevolen, niet verplicht)
  • Het aandachtig bijwonen van de colleges en de notities die tijdens deze colleges dienen te worden genomen (Verplicht)
  • Aanvullend studiemateriaal kan eventueel via Toledo worden aangeboden (Verplicht)

 

Interactieve hoorcolleges waarbij de respons van de studenten wordt aangemoedigd, aangevuld met werkcolleges en discussies over actuele thema’s. Een beperkt aantal hoofdstukken zal worden aangeboden via begeleide zelfstudie. De mogelijkheid bestaat ook dat de studenten een conferentie/gastcollege dienen bij te wonen. Details hieromtrent worden meegedeeld bij aanvang van het betreffende deel van de cursus. Tevens wordt verwacht dat de studenten de recente evoluties m.b.t. handelsrelaties en de Europese integratie kritisch analyseren en opvolgen in de media. De inhoud van de onderdelen zelfstudie en de eventuele conferenties/gastcolleges, alsook de kennis van de economische actualiteit behoren tot de examenleerstof. Van de student wordt ook verwacht dat hij notities neemt gedurende de colleges.

Gezien het blended learning karakter van deze cursus bedraagt het aantal contacturen maar ongeveer de helft van een overeenkomstige traditionele (niet-blended) cursus. Dit betekent dan ook dat de vereiste studietijd (en de studielast) voor deze cursus beduidend hoger is dan het beperkt aantal contacturen laat vermoeden. Om te kunnen slagen voor het examen is er dus een aanzienlijke extra inspanning op vlak van zelfstudie vereist, naast de contacturen, om het niveau te behalen dat correspondeert met het aantal studiepunten (3 stp) en overeenkomstige studietijd (75 à 90 uren voor een normstudent).

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Multinationals en Europese instellingen (BL) (B-KUL-H74416)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen


Evaluatiekenmerken

Traditioneel schriftelijk examen (gesloten boek) op het einde van het semester waarin de cursus plaatsvindt. Op het examen wordt niet alleen gepeild naar het vermogen tot reproductie, maar ook naar inzicht en het kunnen leggen van dwarsverbanden. Daarbij wordt zowel het vermogen tot analyse als synthese getest.

Naast inhoudelijke elementen worden de antwoorden ook geëvalueerd op een aantal vormelijke aspecten zoals correct taalgebruik, stijl, accuratesse, klaarheid, bondigheid, non redundantie, ondubbelzinnigheid, enz.

Het examen bestaat uit twee onderdelen: 'Multinationals' (op 10 punten) en 'Europese Instellingen' (op 10 punten). De eindscore (op 20) is de som der deelscores. De eindscore is het enige relevante eindresultaat. Men is geslaagd zodra men een eindscore van minstens 10 op 20 heeft behaald. Deelvrijstellingen zijn niet mogelijk.

Het examen omvat naast open vragen in principe ook gesloten vragen zoals o.m. meerkeuzevragen. Voor het deel ‘Europese instellingen’ bedraagt het aandeel van de gesloten (of meerkeuze)vragen ten hoogste 6 punten van de 10 met giscorrectie. De precieze details m.b.t. de giscorrectie worden meegedeeld bij de start van dit cursusdeel. Bij de tweede examenkans kan het aandeel van de gesloten (of meerkeuze)vragen worden gereduceerd. Voor het deel 'Multinationals' bedraagt het aandeel van de gesloten (of meerkeuze)vragen ten hoogste 5 punten van de 10 met giscorrectie. Ook hier worden de precieze details m.b.t. de giscorrectie worden meegedeeld bij de start van dit cursusdeel.

De leerstof van het examen omvat alle studiemateriaal, ook de onderdelen zelfstudie.

Het examen is identiek van opzet in alle zittijden (of examenkansen) en dat voor beide examenonderdelen. De enige uitzondering hierop is dat voor de tweede examenkans het aandeel van de gesloten (of meerkeuze)vragen soms wat lager kan zijn, zoals hierboven uiteengezet.

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en in de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.

Het examen bestaat uit twee onderdelen: 'Multinationals' (op 10 punten) en 'Europese Instellingen' (op 10 punten). De eindscore (op 20) is de som der deelscores. De eindscore is het enige relevante eindresultaat. Men is geslaagd zodra men een eindscore van minstens 10 op 20 heeft behaald. Deelvrijstellingen zijn niet mogelijk.

Tweede examenkans

Het examen is identiek van opzet in alle zittijden (of examenkansen). De enige uitzondering hierop is dat voor de tweede examenkans het aandeel van de gesloten (of meerkeuze)vragen soms wat lager kan zijn, zoals hierboven uiteengezet.

Mogelijke wijzigingen

Wanneer nieuwe en onvoorziene omstandigheden nopen tot een aanpassing van de evaluatie- (of andere) modaliteiten zullen de precieze details hiervan via Toledo worden meegedeeld.

Het examen is identiek van opzet in alle zittijden (of examenkansen). De enige uitzondering hierop is dat voor de tweede examenkans het aandeel van de gesloten (of meerkeuze)vragen soms wat lager kan zijn, zoals hierboven uiteengezet.