Geïntegreerd veldwerk biodiversiteit en ecologie (B-KUL-G0L66B)

Doelstellingen
- Aan de hand van excursies en veldwerk heeft de student een goede parate kennis van de diversiteit aan kenmerkende soorten behorende tot de fauna en flora van België. De student heeft ook een grondig inzicht opgebouwd in een aantal ecologische concepten, theorieën en moderne ecologische technieken die hem/haar toelaten de interacties tussen organismen en hun omgeving te begrijpen en te bestuderen op het niveau van populaties, soorten, gemeenschappen en ecosystemen. Hij/zij kan hierbij verschillende subdisciplines zoals dieren- en plantendiversiteit integreren. De student is ook in staat de conditie van ecosystemen en patronen in het landschap te interpreteren in functie van landgebruik en beheer.
- De student heeft basisvaardigheden voor veldonderzoek en is in staat velddata kwantitatief te verwerken aan de hand van rekenbladen en eenvoudige statistische modellen en de resultaten in een bondig verslag weer te geven.
Begintermen
Dit opleidingsonderdeel integreert theorie en concepten zoals die aan bod komen in de opleidingsonderdelen 'Ecologie', 'Diversiteit van dieren' en 'Diversiteit van wieren, schimmels en planten'.
Volgtijdelijkheidsvoorwaarden
Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.
( GELIJKTIJDIG( G0N11B ) OF GELIJKTIJDIG( G0N11C ) OF GELIJKTIJDIG( X0A17A ) ) EN
( GELIJKTIJDIG( G0N09C ) OF GELIJKTIJDIG( X0B28C ) ) EN
( GELIJKTIJDIG( G0N10A ) OF GELIJKTIJDIG( X0B32A ) ) EN
( GELIJKTIJDIG( G0N15C ) OF GELIJKTIJDIG( X0B08B ) )
Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
G0N11B : Statistiek & data-analyse (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
G0N11C : Statistiek & data-analyse
X0A17A : Statistiek & data-analyse
G0N09C : Diversiteit van dieren
X0B28C : Diversiteit van dieren
G0N10A : Diversiteit van wieren, schimmels en planten
X0B32A : Diversiteit van wieren, schimmels en planten
G0N15C : Ecologie
X0B08B : Ecologie
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
X0C52A : Geïntegreerd veldwerk biodiversiteit en ecologie
Plaats in het onderwijsaanbod
- Bachelor in de biologie (Leuven) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Geïntegreerd veldwerk biodiversiteit en ecologie (B-KUL-G0L66a)
Inhoud
Deze opleiding bestaat uit twee componenten: (A) een excursiegedeelte bestaande uit 5 begeleide excursies, (B) een veldwerkgedeelte bestaande uit een aantal practica en veldoefeningen (m.b.t. zowel vegetaties als invertebratendiversiteit). Aan de hand van de excursies en het veldwerk wordt een basiskennis opgebouwd van de diversiteit van planten en dieren in de belangrijkste biotopen van België. Speciale aandacht gaat hierbij naar de wisselwerking tussen soortensamenstelling en biotoopkarakteristieken. Tijdens het veldwerk worden courante bemonsteringsmethodes aangeleerd voor de studie van organismen langs enkele belangrijke omgevingsgradiënten. Hierbij wordt het verband gelegd tussen de opgemeten (a)biotische variabelen en verschuivingen in soortensamenstellingen en diversiteitsmaten aan de hand van eenvoudige statistische methoden.
Studiemateriaal
Informatie op toledo
Excursiehandleidingen en mondelinge informatie tijdens excursies
Soortenlijsten met te kennen planten- en dierensoorten
Gids: Heukels’ Flora van Nederland (Van der Meijden, R., 2005). Wolters-Noordhoff, 23ste ed. (of hoger)
Toelichting werkvorm
Excursies gebeuren onder begeleiding van experten in planten- en dierendiversiteit en ecologie. Tijdens de excursies wordt veel aandacht besteed aan soortenkennis en verandering in soortengemeenschappen in relatie tot landschapskenmerken. Er is aandacht voor zowel aquatische als terrestrische systemen.
Ook wordt zoveel mogelijk verwezen naar de ecologische processen zoals beschreven in de cursus ecologie. Het vegetatieonderzoek betreft vooral de studie van patronen van soortensamenstelling en -diversiteit langsheen een vochtigheids-, trofie- en beheersgradiënt. Daarbij worden ondermeer diversiteitsmaten (Simpsons- en Shannon-diversiteitsindex en evenness), CSR-spectra (Grime) en Ellenbergwaarden berekend, en statistisch vergeleken langsheen de abiotische gradiënten.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Geïntegreerd veldwerk biodiversiteit en ecologie (B-KUL-G2L66b)
Toelichting
Voor beide onderdelen (resp. excursie- en veldwerkgedeelte) is er een permanente evaluatie. Voor het excursiegedeelte is er ook een excursie-examen buiten de examenperiode. Hier wordt naast de kennis die werd opgedaan tijdens de excursies ook van de student verwacht dat hij/zij ca. 300 dieren- en ca. 300 plantensoorten kan herkennen en de ecologische rol van deze soorten kent (cf. lijst met te kennen soorten die als lesmateriaal op Toledo wordt geplaatst). Voor het veldwerkgedeelte is er (naast de permanente evaluatie) een tweedelige evaluatie. Enerzijds dient er uitgaande van de vegetatie-opnames in Arenbergpark een wetenschappelijk veldwerkverslag te worden geschreven. Anderzijds dient de student een invertebraten-fotocollectie aan te leggen met zelfgenomen foto´s van in het wild voorkomende invertebraten.
Puntenverdeling op 20:
- Excursie-gedeelte: excursie-examen (12/20)
- Veldwerk-gedeelte: wetenschappelijk veldwerkverslag (4/20) & invertebraten-fotocollectie (4/20)
Belangrijke opmerkingen:
- De student slaagt indien de gewogen eindscore (50% excursiegedeelte, 50% veldwerkgedeelte) minstens 10/20 bedraagt, tenzij voor één van beide onderdelen een score van lager dan 10/20 wordt behaald, dan kan de student maximaal een eindscore van 9/20 behalen (m.a.w. de student moet slagen voor beide onderdelen).
- Je kunt enkel slagen als je het excursie-examen hebt afgelegd en een wetenschappelijk veldwerkverslag en een invertebraten-fotocollectie hebt ingediend (indien niet: onvolledige reeks; NA).
- Er kan enkel voor het excursiegedeelte tweede zit worden afgelegd. Indien je niet bent geslaagd voor het totaal in de derde zittijd, kan je wel vrijstelling bekomen voor de onderdelen (excursie- of veldwerkgedeelte) waarvoor je geslaagd was.
- Deelname aan alle excursies, veldwerksessies en werkzittingen is verplicht. Studenten die deze verplichting niet nakomen (uitgezonderd gewettigde afwezigheden), krijgen automatisch een onvoldoende voor het betreffende onderdeel (excursie- of veldwerkgedeelte). Het uitvoeren van eventuele vervangopdrachten voor de excursies of het veldwerk is eveneens een voorwaarde om te kunnen slagen.