Engelse taalbeheersing voor schakel- en voorbereidingsprogramma's (B-KUL-F0YR7A)

5 studiepuntenEngels52 urenBeide semestersUitgesloten voor examencontract
POC Taal- en letterkunde

Dit vak bereidt de studenten voor op het mastervak ‘Engelse bedrijfscommunicatie’ (F0US7A) en vormt op die manier een brug tussen de taalbeheersingsvakken uit de vooropleiding en de master. Het heeft als doel de Engelse taalbeheersing te verstevigen op het vlak van woordenschat, grammatica, schrijf- en spreekvaardigheid.

De studenten moeten ten minste het taalbeheersingsniveau behaald hebben dat overeenstemt met het afstudeerniveau van algemeen secondair onderwijs in Vlaanderen. Dit wil zeggen (i) dat ze moeten kunnen functioneren in de meeste situaties die zich kunnen voordoen bij een verblijf in een land waar de vreemde taal gesproken wordt en (ii) dat ze coherente ‘tekst’ (gesproken en geschreven) van een redelijk niveau moeten kunnen produceren over vertrouwde onderwerpen.

Onderwijsleeractiviteiten

5 sp. Engelse taalbeheersing voor schakel- en voorbereidingsprogramma's (B-KUL-F0YR7a)

5 studiepuntenEngelsWerkvorm: Practicum52 urenBeide semesters
POC Taal- en letterkunde

Op het vlak van grammatica beheersen de studenten de belangrijkste gebieden van de Engelse grammatica (bv. tijden, modaliteit, conditionaliteit, fundamentele zinstypes, agreement, determiners…) en kunnen zij deze kennis toepassen in hun gesproken en geschreven taalgebruik. Bovendien kunnen ze interferentiefouten vanuit de moedertaal grotendeels vermijden.

Op het vlak van woordenschat verbreden de studenten hun lexicaal bereik aan de hand van Ruth Gairns' en Stuart Redmans Oxford Word Skills: Intermediate. Ze gebruiken deze woordenschat actief in hun schrijf- en spreekopdrachten.

Op het vlak van schrijfvaardigheid kunnen de studenten een goed-gestructureerde tekst schrijven. Ze maken hierbij nagenoeg geen grammaticale fouten, hebben oog voor register en gebruiken een rijke woordenschat.

Op het vak van spreekvaardigheid kunnen de studenten in verschillende functionele contexten probleemloos spreken (bv. rollenspelen, discussies …). Ze maken hierbij nagenoeg geen grammaticale fouten en gebruiken een rijke woordenschat. Ook wordt er aandacht besteed aan een correcte uitspraak van het Engels.

  • Gairns, Ruth & Stuart Redman. 2020. Oxford Word Skills Intermediate Student's Pack. 2nd edition. Oxford: Oxford University Press. ISBN 978-0194605700.

Seminar

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Engelse taalbeheersing voor schakel- en voorbereidingsprogramma's (B-KUL-F2YR7a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling, Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen, Gesloten vragen
Leermateriaal : Geen


Permanente evaluatie tijdens het eerste en tweede semester (12/20)

-           Schriftelijke oefeningen: schrijfopdrachten, korte woordenschat- en/of  grammaticatests in de les

-           Mondelinge oefeningen: rollenspelen, discussies …

De studenten krijgen aan het begin van elk semester een overzicht van de verschillende opdrachten en oefeningen en de precieze puntenverdeling. De inleveringstermijnen en deadlines voor de opdrachten worden vastgelegd door de docent(en) en via Toledo meegedeeld.

 

Schriftelijk examen in juni (8/20)

-           Woordenschat (open en gesloten vragen)

-           Grammatica (open en gesloten vragen)

Om te slagen voor het schriftelijk examen, dient de student minstens 2/3 van de items juist te hebben.

Indien de student niet deelneemt  aan  één (of meerdere) van de deelevaluaties, wordt de beoordeling van de niet afgelegde deelevaluatie(s) meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat.

 

  • Schrijfopdracht (4/20)

    De schrijfopdracht zal via Toledo beschikbaar gemaakt worden en moet ingediend worden vóór het schriftelijk en mondeling examen.

    Mondeling examen (6/20)

    Schriftelijk examen (woordenschat, grammatica en schrijfvaardigheid; open en gesloten vragen; 10/20)

    Om te slagen voor de onderdelen woordenschat en grammatica dient de student minstens 2/3 van de items juist te hebben.