Veldwerkstage (B-KUL-F0UP9A)

6 studiepuntenNederlandsBeide semestersUitgesloten voor examencontractUitgesloten voor creditcontract
Schoep Ilse (coördinator) |  Schoep Ilse |  N. |  Gaens Hanne (medewerker) |  Toonen Marianne (medewerker)
POC Archeologie, Kunstwetenschappen en Musicologie (AKM)

De bedoeling van de masterstage is de student korter bij de problematiek van de organisatie van een wetenschappelijk project te betrekken en hem/haar aldus zo goed mogelijk voor te bereiden op het beroepsleven, waarbij hij/zij als afgestudeerde archeoloog een vergelijkbare verantwoordelijkheid zal toevertrouwd krijgen. De stage is dus minder dan de bachelorstage gefocust op het verwerven van praktische vaardigheden maar veel meer op inzicht in de toegepaste onderzoeksstrategie en op de diverse organisatorische aspecten van het wetenschappelijk onderzoek. De student zal dus minder als uitvoerder behandeld worden maar meer als partner bij het wetenschappelijk onderzoek. Idealiter zal hij/zij de verantwoordelijkheid krijgen voor een deel van de opgraving (trench supervisor) of voor een aspect van het onderzoek. In de praktijk zal dit echter niet altijd mogelijk zijn, daarom zullen er ook aan het verslag extra eisen gesteld worden om de meerwaarde van de masterstage te reflecteren.

De student dient te beschikken over de nodige veldervaring, vergelijkbaar met fieldschool + bachelorstage (minimum 20 werkdagen)

Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.


SOEPEL( F9XI1B ) OF SOEPEL( F0IC6A )

Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
F9XI1B : Practicum Archeologie: Opgravingsstage
F0IC6A : Practicum archeologie: opgravingsstage: basis

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Veldwerkstage (B-KUL-F0UP9a)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: StageBeide semesters
Schoep Ilse |  N. |  Gaens Hanne (medewerker) |  Toonen Marianne (medewerker)
POC Archeologie, Kunstwetenschappen en Musicologie (AKM)

In afspraak met de stagebegeleider zal de student minder als uitvoerder maar meer als partner bij het wetenschappelijk onderzoek worden beschouwd. Idealiter zal hij/zij de verantwoordelijkheid krijgen voor een deel van een opgraving (trench supervisor) of voor een aspect van het onderzoek (15 werkdagen). In de praktijk zal dit echter niet altijd mogelijk zijn, daarom zullen er ook aan het verslag extra eisen gesteld worden om de meerwaarde van de masterstage te reflecteren (zie richtlijnen Toledo). De studenten wordt aangeraden voor hun masterstage deel te nemen aan buitenlandse opgravingen of grootschalige onderzoeksprojecten. Ook de stage bij archeologische bedrijven of in weten­schappelijke instellingen in binnen- of buitenland behoort tot de mogelijkheden, o.a. in relatie tot de masterproef. Het stageteam houdt zich ter beschikking om de studenten te adviseren.

- brochure met richtlijnen via Toledo
- achtergrondliteratuur

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Veldwerkstage (B-KUL-F2UP9a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode


De evaluatie gebeurt op basis van het verslag van de student (per stageplaats), een zelfevaluatie door de student, een beoordeling van de student door de stageplaats, een evaluatie/SWOT-analyse van de stageplaats door de student. Tenslotte wordt er een verplicht terugkommoment georganiseerd vóór de juni-examens waarin de studenten olv de stagecoördinatoren hun stage-ervaringen delen.

Het stagedossier wordt afgesloten en voorgelegd bij afstuderen in de januari-, juni- of septemberzittijd.

Uitgebreide richtlijnen bij dit OPO en de evaluatie staan op Toledo.

Een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel is niet-tolereerbaar voor de studenten van de Master in de archeologie en leidt tot het niet-slagen voor de opleiding.

Septemberzittijd: voldoen aan aantal stagedagen; administratief dossier in orde maken; stageverslag herwerken