Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht (B-KUL-C02X5A)

8 studiepuntenNederlands65 urenEerste semester
OC Bachelor in de rechten Campus KULAK Kortrijk

Leerdoelen

Verwerving van grondig inzicht in de beginselen van het goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht.
 

Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:

De student beschikt over een basiskennis en basisinzicht van het Belgische, het Europese en het internationale recht. Hij is vertrouwd met de juridische terminologie, het theoretisch kader en de vakeigen bronnen van het publiek- en privaatrecht.

De student
• kan met precisie vakgebonden juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde terminologie en basisbegrippen gebruiken bij vakinhoudelijke discussies en vragen

De student bezit een algemene basisvorming over de mens in de samenleving en heeft een basisinzicht in de historische en actuele socio-economische en politieke factoren die het recht beïnvloeden en de samenleving mee vormgeven. De student kan omgaan met het dynamische karakter van het recht en kan het recht in zijn maatschappelijke en historische context situeren.

De student
• heeft inzicht in de historische, economische en/of maatschappelijke achtergrond van de kernregels uit het eigen vakdomein en kan omgaan met de dynamische ontwikkeling van het recht

De student hanteert een systematische methode bij het oplossen van juridische casussen. Hij is in staat om zelfstandig een synthese en analyse te maken van de juridisch relevante feiten en de noodzakelijke rechtsregels in verband te brengen met deze feiten. Hij hanteert hierbij een logische en juridisch verantwoorde argumentatie.

De student
• selecteert juridisch relevante feiten uit een empirisch feitencomplex
• formuleert mogelijke rechtsvragen uit een empirisch feitencomplex
• identificeert rechtsregels en rechtsproblemen uit concrete casussen
• brengt rechtsregels in verband met een concrete juridische casus om tot een juridisch verantwoorde oplossing te komen
• ontwikkelt een systematische aanpak bij het uitwerken van juridische en/of andere vakdomein-gerelateerde oplossingen
• beargumenteert op logische wijze een juridische redenering

De student kan helder en correct schriftelijk en mondeling communiceren in het academisch Nederlands en gebruikt hierbij steeds een correct taalregister. Hij kan communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten.

De student
• beheerst schriftelijk en mondeling het academisch Nederlands

De student kan juridische, rechtswetenschappelijke en algemeen vormende informatie verzamelen en kritisch verwerken.

De student
• is in staat om rechtsbronnen (wetgeving, rechtsspraak en rechtsleer) op te zoeken, te begrijpen en te verwerken bij het beantwoorden van vakinhoudelijke vragen
• kan de wetgeving betreffende  het vakdomein opzoeken en verwerken

Om dit opleidingsonderdeel in optimale omstandigheden aan te vatten, is het aangewezen dat de student de kennis, vaardigheden en attitudes, aangeleerd in vakken als ‘Inleiding tot de rechtswetenschap’ en ‘Verbintenissenrecht’ actief kan inzetten.

Voor juridische opleidingsonderdelen geldt bovendien een soepele volgtijdelijkheid (“het hebben gevolgd”) met de vakken “Inleiding tot de rechtswetenschap”, “Verbintenissenrecht”, “Publiekrecht I. Staats- en administratief recht” (vanaf 2021-2022: "Grondwettelijk recht" en "Bestuursrecht") uit de eerste fase.
Aan deze volgtijdelijkheid wordt voor de meeste studenten automatisch voldaan door toepassing van art. 23 van het onderwijs- en examenreglement doordat immers van de studenten verwacht wordt, zowel bij een eerste inschrijving als bij een herinschrijving, dat zij sowieso eerst alle vakken van eerste fase opnemen vooraleer andere vakken te mogen opnemen.

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
C02B7A : Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht
HBR26A : Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht
C06X2A : Goederen en bijzondere overeenkomstenrecht (werkstudenten)

Onderwijsleeractiviteiten

8 sp. Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht (B-KUL-C02X5a)

8 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College65 urenEerste semester
OC Bachelor in de rechten Campus KULAK Kortrijk

Goederenrecht:

  • goederen (zakelijke rechten versus persoonlijke rechten - numerus clausus-beginsel);
  • eigendom (natrekking - mede-eigendom - appartementsmede-eigendom);
  • beperkingen aan eigendom (burenhinder - EVRM - onteigening - rechtsmisbruik);
  • beperkte zakelijke rechten (erfdienstbaarheden - vruchtgebruik - gebruik & bewoning - erfpacht - opstal);

 

Bijzondere overeenkomsten:

  • B.O. inzake overdracht van eigendom (koop - kanscontracten - verbruiklening);
  • B.O. inzake genot van eigendom (huur - bruiklening);
  • B.O. inzake dienstverlening, vertegenwoordiging en bewaring (aanneming - lastgeving - bewaargeving);
  • B.O. inzake vaststellingsovereenkomsten (dading).

    • Vincent Sagaert, Bernard Tilleman en Alain-Laurent Verbeke, Vermogensrecht in kort bestek, Antwerpen, Intersentia, 2020.
    • PowerPointpresentaties op Toledo
    • VRG-wetboek

    ex cathedra

    Evaluatieactiviteiten

    Evaluatie: Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht (B-KUL-C22X5a)

    Type : Examen tijdens de examenperiode
    Evaluatievorm : Mondeling
    Vraagvormen : Open vragen
    Leermateriaal : Wetboek/codex


    Mondeling met schriftelijke voorbereiding.

    Het examen bestaat uit een deel theorievragen en een deel casusvragen. Het gebruik van een VRG-wetboek overeenkomstig de facultaire richtlijnen is toegestaan. Gebruik van andere materialen is niet toegestaan.