Masterproef: vakdidactische oefeningen godsdienst (B-KUL-A05H4A)

6 studiepuntenNederlands13 urenBeide semestersUitgesloten voor examencontract
OC Educatieve master godsdienst

De Verkorte Educatieve Master godsdienst wordt afgerond met een masterproef van zes studiepunten. De masterproef betreft een geïntegreerde vakdidactische oefening waarin men aantoont dat men alle aspecten van de godsdienstdidactiek beheerst, kan implementeren naar aanleiding van een concreet onderwerp uit het domein en kan testen en evalueren in een reële klascontext. De masterproef is dus een vorm van implementatieonderzoek.

Dit onderzoek houdt meer concreet in dat men in staat is om de constitutieve elementen van de hermeneutisch-communicatieve methode en het (geactualiseerde) leerplan te hanteren: (a) een verantwoord inzicht te krijgen in de beginsituatie van de leerlingengroep, de kerk en de samenleving rond de gekozen thematiek, (b) hermeneutische knooppunten kan formuleren die aan deze thematiek verbonden zijn en in de leergroep kunnen opduiken of ter sprake gebracht worden, (c) relevante didactische impulsen kan selecteren of ontwerpen die in staat zijn de hermeneutische knooppunten op tafel te brengen en te ontwarren, (d) relevant theologische en godsdienstwetenschappelijke achtergrondinformatie kan verwerken rond de thematiek op het niveau van leerkracht en leerling, (e) de band kan leggen met de terreindoelen, de ingrediënten, de vaardigheden en de interlevensbeschouwelijke competenties van het leerplan godsdienst, (f) een leerproces kan uittekenen en daarbij geschikte didactische processen kan opzetten en (g) het resultaat kan uittesten en beoordelen.

De masterproef wordt begeleid door de vakdidacticus en wordt gepresenteerd in de vorm van een masterproef opgesteld volgens de Richtlijnen voor het schrijven van scripties, masterproeven en proefschriften van de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen.

Elementaire inzichten in het leerplan godsdienst en in het hermeneutisch-communicatief concept vakdidactiek godsdienst.

Onderwijsleeractiviteiten

1 sp. Methodologische inleiding (B-KUL-A05H4a)

1 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum13 urenBeide semesters
OC Educatieve master godsdienst

De student maakt kennis met thema’s die relevant zijn voor het godsdienstdidactisch onderzoek volgens de hermeneutisch-communicatieve methodiek van godsdienstpedagogiek en het leerplan godsdienst. De studenten volgen de gemeenschappelijke inleidende module over implementatieonderzoek zoals beschreven in het 'draaiboek ‘In De Kijker’'. De bedoeling is om toe te werken naar een model dat publiek ontsloten kan worden als ‘In De Kijker’ op Thomas.

De toelichting bij de methode en de masterproef is te vinden op de website van de Educatieve Master in de godsdienst. De methode wordt met de docent/begeleider stap voor stap doorgenomen en toegepast. 

 

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

De brochure richtlijnen voor masterproeven faculteit Theologie en Religiewetenschappen wordt gehanteerd alsook de handleiding 'Masterproef: vakdidactische oefening' te vinden op de website van de Educatieve Master in de godsdienst

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

5 sp. Masterproef vakdidactische oefeningen: onderzoek (B-KUL-A05H5a)

5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: MasterproefBeide semesters
OC Educatieve master godsdienst

De student doet implementatieonderzoek rondom een voor het onderwijs relevant onderwerp volgens de hermeneutisch-communicatieve methodiek van godsdienstpedagogiek en het geactualiseerde leerplan godsdienst. Het onderwerp is dat van de masterproef van de domeinmaster. Indien dat laatste niet mogelijk is, wordt voor de vakdidactische oefening een apart, nieuw onderwerp gekozen in overleg met de vakdidacticus.

Het ontwikkelen van een godsdienstdidactisch instrumentarium begeleid door de vakdidacticus, in samenwerking met een praktijklector of een onderzoek(st)er verbonden aan het Centrum Academische Lerarenopleiding van de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, KU Leuven. De didactische vertaalslag wordt uitgetest in de klascontext en op grond van een kritische evaluatie waar nodig bijgestuurd. 

De didactische vertaalslag wordt uitgetest in de klascontext en op grond van een kritische evaluatie waar nodig bijgestuurd. De student test zijn of haar project uit in minstens twee uur van eenzelfde klas in de derde graad van het secundair onderwijs of in het hoger onderwijs. Er wordt een rapport van twee bladzijden toegevoegd met ervaringen en conclusies:

  • Welke onderdelen van het werkstuk werden behandeld (verloop in minuten)?
  • Was de inschatting van de beginsituatie correct en compleet en hoe heeft dit het lesverloop bepaald?
  • Werden de vooropgezette doelstellingen bereikt en tot op welke hoogte?
  • Hoe verliep de presentatie van de ingrediënten?
  • Hoe verliep de ontvouwing van de werkvormen?
  • Hoe was de interactie met de leerlingen?
  • Wat deze les een hermeneutisch-communicatieve les? Waarom, waarom niet?
  • Welke aanpassingen zal je doen op basis van de leservaring?

 

De student presenteert zijn/haar werk in de vorm van een ‘In De Kijker’ zoals deze op Thomas ontwikkeld worden voor het godsdienstonderwijs (zie voorbeelden: https://www.kuleuven.be/thomas/page/in-de-kijkers-so/).

De evaluatie betreft zowel proces- als productevaluatie. Om de begeleiding doeltreffend te maken, worden verplichte momenten (contact via e-mail en effectieve bijeenkomsten) voorzien waarop de student feedback krijgt van de begeleidende lector of onderzoek(st)er. Deze momenten worden individueel afgesproken door de verschillende betrokkenen. Het eindresultaat wordt vastgelegd door de begeleidende praktijklector of onderzoeker en de vakdidacticus en eindverantwoordelijke van de lerarenopleiding en het Thomas-project. Indien mogelijk worden 'In De Kijkers' in overleg met de praktijklector, de onderzoek(st)ers en de student online ontsloten op de Thomas-website. Voor de inhoud van deze onderwerpen verwijzen we ter voorbeeld naar de THOMAS-website, waarop 'In De Kijkers' eventueel ontsloten kunnen worden (https://www.kuleuven.be/thomas/page/in-de-kijkers-so/).

Studiekost: niet van toepassing (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)

De brochure richtlijnen voor masterproeven faculteit Theologie en Religiewetenschappen wordt gehanteerd alsook de handleiding 'Masterproef: vakdidactische oefening' te vinden op de website van de Educatieve Master in de godsdienst

Geen kosten, alle informatie kan worden geraadpleegd op Toledo.

Didactische collectie - Paper - Veldwerk

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Masterproef: vakdidactische oefeningen godsdienst (B-KUL-A25H4a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Procesevaluatie


Evaluatie:

  • Schriftelijke beoordeling van het eindresultaat in de vorm van een "In De Kijker"
  • De beoordeling van het uitgewerkte lesproject gebeurt door twee personen: de praktijklector/onderzoeker en de docent
  • De evaluatie betreft zowel proces- als productevaluatie. Om de begeleiding doeltreffend te maken, worden verplichte momenten (contact via e-mail en effectieve bijeenkomsten) voorzien waarop de student feedback krijgt van de docent en/of praktijklector in elk stadium van de masterproef. Deze momenten worden individueel afgesproken door de verschillende betrokkenen. Het eindresultaat wordt vastgelegd door de docent (op twintig) en een praktijklector die niet betrokken was bij de begeleiding van de student, en als corrector fungeert (op twintig) van het werkstuk. Indien relevant wordt de didactische oefening in overleg met de docent en de student online ontsloten op de Thomas-website voor het godsdienstonderwijs (https://www.kuleuven.be/thomas/page/in-de-kijkers-so/).

Aandachtspunten bij de evaluatie:

  • Leerplanconformiteit (leerdomeinen, leerinhouden, leerplandoelen, vaardigheden, interlevensbeschouwelijke competenties)
  • Aansluiting bij beginsituatie van de leerlingen en bij domeinspecifieke aspecten van het onderwerp
  • Conformiteit aan hermeneutisch-communicatie godsdienstpedagogiek
  • Samenhang en didactische opbouw
  • Creativiteit van impulsen en didactische werkvormen
  • Verwerking van feedback uit de klascontext
  • Presentatie van het eindresultaat (in de vorm van een ‘In De Kijker’)