Didactiek burgerschapsvorming (B-KUL-S0I86A)

6 studiepuntenNederlands30 urenTweede semesterUitgesloten voor examencontract
Claes Ellen (coördinator) |  Claes Ellen |  N.
POC Educatieve master maatschappijwetenschappen

Didactiek burgerschapsvorming vormt op theoretisch vlak de brug tussen de inzichten uit reeds gevolgde OPO’s in het domein van de burgerschapsvorming en aanverwante enerzijds en de algemeen pedagogisch-didactische vakken anderzijds, en ten slotte ook uit het praktijkgedeelte van het leraarluik in de educatieve master.


Leerresultaten

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel heeft de student deze doelstellingen bereikt:

  • De student heeft kennis en inzichten uit wetenschappelijke literatuur en (vak)didactische referentiekaders verworven en kan deze toepassen.
  • De student is in staat zelfstandig kwaliteitsvolle en betrouwbare informatie, bronnen, wetenschappelijke literatuur etc. op te zoeken om zijn/haar onderwijspraktijk te ontwikkelen, verbeteren, verbreden, verdiepen, …
  • De student kan de inhouden toepassen op concrete casussen.
  • De student heeft inzicht verworven in specifieke onderwijsgerelateerde elementen zoals jaar- en leerplannen, lesvoorbereidingen etc. in burgerschapsvorming. De student weet hoe hij/zij deze elementen kan aanwenden en kan deze ook toepassen op concrete casussen.
  • De student kan leer- en onderwijsprocessen ontwikkelen en verantwoorden.
  • De student kan maatschappijkritische vragen stellen bij lesinhouden die aansluiten bij zijn/haar eigen vakdomein. Hij/zij kan een vragende, kritische attitude aannemen en integreren in het werken met de klasgroep en kan de juiste vragen stellen op het juiste moment met de juiste woorden. De student kan een debat en dialogisch onderzoeksgesprek over een controversieel maatschappelijk onderwerp voorbereiden en opstarten met een klasgroep. Hij/zij kan de klasgroep op een participatieve én efficiënte manier (op een beginnersniveau) begeleiden bij het voeren van deze gesprekken. De student kan de (zelf)reflectie van leerlingen stimuleren en ondersteunen en kan in de klas een vrije ruimte creëren waarbinnen dat mogelijk is.
  • De student heeft inzicht in verschillende methodes om een gesprek over een controversieel onderwerp te voeren.
  • De student heeft inzicht verworven in de complexiteit van en diversiteit in het onderwijsaanbod op vlak van burgerschapsvorming en kan de eigen onderwijspraktijk hierop afstemmen.
  • De student kan kritisch reflecteren over zijn/haar eigen onderwijsproces en -handelingen, over de kenmerken van het Vlaamse onderwijs, over wetenschappelijke vakdidactische burgerschapsliteratuur, over nieuwe tendensen in burgerschapseducatie.
  • De student kan op basis van reflectie en feedback zijn/haar onderwijsvisie en -praktijk bijsturen.


Vormingsdoelen

Van de student wordt het volgende verwacht:

  • Hij/zij beschikt over een wetenschappelijk onderzoekende houding.
  • Hij/zij erkent het voorkomen van verschillende vormen van diversiteit, ontwikkelt een open, onderzoekende houding inzake de (h)erkenning ervan en gaat er adequaat, kritisch en verantwoord mee om.
  • Hij/zij ontwikkelt een nieuwsgierige houding in het kader van een continue professionele ontwikkeling in zijn/haar educatieve handelen en toont daarbij bereidheid om te innoveren.
  • Hij/zij heeft de eerste stappen gezet in de basiscompetenties van een pas afgestudeerde leerkracht, zoals deze decretaal werden vastgelegd.


Deze doelstellingen worden bij de start van de colleges aan de studenten gecommuniceerd.

Van de studenten wordt verwacht dat ze enige voorkennis bezitten van de principes uit de algemene didactiek (o.m. via het opleidingsonderdeel ‘Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs: deel 1’). De studenten moeten in staat zijn om vanuit hun voorkennis op korte termijn een analyse te maken van en kritisch te reflecteren op actuele maatschappelijke gebeurtenissen en culturele fenomenen.

Je moet voldoen aan een volgtijdelijkheidsvoorwaarde om dit opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Volgtijdelijkheid kan STRENG of SOEPEL zijn of een GELIJKTIJDIGHEID inhouden. Ook kan een diplomaNIVEAU als voorwaarde gesteld zijn.
Verklaring:
STRENG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je geslaagd zijn voor of een tolerantie ingezet hebben voor de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt.
SOEPEL: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, gevolgd hebben.
GELIJKTIJDIG: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ook de opleidingsonderdelen waarvoor dit soort voorwaarde geldt, opnemen of al opgenomen hebben.
NIVEAU: Om dit opleidingsonderdeel op te nemen, moet je ten minste deze graad behaald hebben.


( GELIJKTIJDIG(P0V17A) OF GELIJKTIJDIG(P0V22A) ) EN ( ( GELIJKTIJDIG(S0I01A) OF GELIJKTIJDIG(S0I31A) OF GELIJKTIJDIG(S0I87A) OF GELIJKTIJDIG(S0J07A) OF GELIJKTIJDIG(S0J25A) OF GELIJKTIJDIG(S0J43A) OF GELIJKTIJDIG(S0J61A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I02A) OF GELIJKTIJDIG(S0I32A) OF GELIJKTIJDIG(S0I88A) OF GELIJKTIJDIG(S0J08A) OF GELIJKTIJDIG(S0J26A) OF GELIJKTIJDIG(S0J44A) OF GELIJKTIJDIG(S0J62A) ) OF ( GELIJKTIJDIG(S0I39A) OF GELIJKTIJDIG(S0I80A) OF GELIJKTIJDIG(S0I99A) OF GELIJKTIJDIG(S0J18A) OF GELIJKTIJDIG(S0J36A) OF GELIJKTIJDIG(S0J54A) OF GELIJKTIJDIG(S0I28A) ) )

Bovenstaande codes van opleidingsonderdelen stemmen overeen met onderstaande omschrijvingen van die opleidingsonderdelen:
P0V17A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 1)
P0V22A : Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 (sem 2)
S0I01A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I31A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0I87A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen
S0J07A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J25A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J43A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J61A : Vakdidactiek maatschappijwetenschappen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0I02A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I32A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0I88A : Vakdidactiek wijsbegeerte
S0J08A : Vakdidactiek wijsbegeerte (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J26A : Vakdidactiek wijsbegeerte (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J44A : Vakdidactiek wijsbegeerte (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J62A : Vakdidactiek wijsbegeerte (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0I39A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0I80A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0I99A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J18A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J36A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J54A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0I28A : Vakdidactiek cultuurwetenschappen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)

Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
S0I17A : Extra stage maatschappijwetenschappen

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
S0I42A : Didactiek burgerschapsvorming
S0J06A : Vakdidactiek burgerschapsvorming (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J24A : Vakdidactiek burgerschapsvorming (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J42A : Vakdidactiek burgerschapsvorming (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
S0J60A : Vakdidactiek burgerschapsvorming (Niet meer aangeboden dit academiejaar)

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Didactiek burgerschapsvorming (B-KUL-S0I86a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College20 urenTweede semester
POC Educatieve master maatschappijwetenschappen

In de modules wordt gefocust op de leraar als onderdeel van het burgerschapsvormend proces in secundaire scholen. Via het gebruik van verschillende werkvormen gaan de studenten ook zelf aan de slag met burgerschapsvorming bij jongeren. Er zal bijvoorbeeld worden ingezet op manieren waarop je als leraar linken kan leggen met de actualiteit in je lessen en hoe je die actualiteit het best vertaalt en/of kadert voor adolescenten.

Zie Toledo

Startmoment en intervisiemoment on campus in Leuven (avond), deze contacturen vinden plaats in Leuven

Online onderwijs: dit onderdeel zal via Toledo worden aangeboden. Het studiemateriaal wordt in zelfstudie verwerkt.

Informatie over in te dienen opdracht(en) en deadline(s) wordt tijdig gecommuniceerd via Toledo

3 sp. Toepassingen didactiek burgerschapsvorming (B-KUL-S0N40a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Opdracht10 urenTweede semester
N.
POC Educatieve master maatschappijwetenschappen

Deze OLA laat zien hoe je als leerkracht binnen je eigen discipline filosofische gesprekken kan voeren met de leerlingen over een onderwerp dat zich daartoe leent. Het is een kennismaking met de vakoverschrijdende methodes en biedt de gelegenheid houdingen en vaardigheden uit de praktische filosofie te oefenen.

De OLA bestaat uit 22 contacturen.

In de plenaire sessies georganiseerd in Leuven (10 contacturen) worden de belangrijkste theoretische achtergronden voorgesteld, afgewisseld met korte oefeningen:

Wat is praktische filosofie? Wat is het filosofisch gesprek? Wat is filosofisch gesprek met kinderen en jongeren?
Kennismaking met de praktische filosofie en het filosofisch gesprek;

Doelstellingen en methodes in het filosofisch gesprek met kinderen en jongeren
Kennismaking met verschillende scholen/methodes aan de hand van presentaties, videobesprekingen en oefeningen in de klasgroep;

De kunst van het vragen stellen en vragend werken met een klasgroep
De maieutische houding, pedagogische modellen gebaseerd op participatie en dialoog, studie van de verschillende soorten denk-vragen in de les, hoe doorvragen op de redenering van de leerling (logica);

Socratisch gesprek met jongeren
Achtergronden van de socratische methode en toepassingen en varianten in de klaspraktijk en met volwassenen.
Verschillen en gelijkenissen met andere methodes in het filosoferen.


In werkcolleges (12 contacturen in Leuven) in groepen van ca. 20 studenten worden de studenten in het volgende begeleid:

feedback krijgen op hun onderzoeksvraag (werkstuk) en hun lesvoorbereiding

ideeën en werkvormen uitwisselen om te gebruiken in de klas

een les 'filosoferen' opstarten volgens hun lesvoorbereiding 

oefenen in het begeleiden van filosofische gesprekken

Naast deze werkcolleges kan de student naar keuze enkele stagelessen 'filosofisch gesprek met kinderen en jongeren' begeleiden, zowel in het secundair als in het basisonderwijs. Als hij/zij hiervoor interesse heeft, observeert hij/zij eerst een les gegeven door de docent in het secundair en/of in het basisonderwijs. Nadien kunnen afspraken gemaakt worden met de juf/meester/leerkracht van de klas in kwestie. Precieze stageplekken worden nog bekend gemaakt bij aanvang van het seminarie.

Gebruikt en verplicht studiemateriaal: syllabus met teksten. Deze syllabus is op Toledo beschikbaar en kan ook bij de lesgever aangekocht worden.
Bijkomend aanbevolen studiemateriaal: op Toledo vindt de student achtergrondartikelen en een uitgebreide bibliografie met referenties naar boeken, artikelen, video’s, didactisch materiaal … die hij/zij kan gebruiken als achtergrond bij het werkstuk en de lesvoorbereiding.

Kristof Van Rossem, Het filosofisch gesprek: De basis (Leuven: LannooCampus, 2020).

De eerste 10 contacturen zijn interactief. De docent stelt de belangrijkste theoretische achtergronden voor en wisselt dit af met korte oefeningen.

Tijdens de volgende 12 contacturen (werkcolleges) worden verschillende werkvormen uitgeprobeerd. De studenten spelen hierbij niet de rol van leerling maar blijven zichzelf. De effecten en doelstellingen van de verschillende werkvormen worden samen besproken en in functie van bruikbaarheid in de klas geëvalueerd. 

De contacturen vinden plaats in Leuven.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Didactiek burgerschapsvorming (B-KUL-S2I86a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk


Evaluatiekenmerken

De inhouden en inzichten uit de OLA Didactiek burgerschapsvorming worden getoetst aan de hand van enkele opdrachten (bijvoorbeeld een paper, presentatie, praktijkoefeningen, …), die het eindcijfer zullen bepalen. De inhoud, modaliteiten en deadlines van deze opdrachten worden door de docent(en) vastgelegd en tijdig gecommuniceerd via Toledo en tijdens de contactmomenten. Er kan pas een eindcijfer gegeven worden wanneer alle opdrachten tijdig werden afgelegd.

De evaluatie van de OLA Didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren bestaat uit drie opdrachten die samen de eindscore bepalen:

  • De student schrijft een werkstuk in geschreven standaardtaal waarin hij/zij een eigen vraag in verband met het filosoferen met kinderen en/of jongeren uitwerkt. De student zoekt deze onderzoeksvraag op basis van de theoretische lessen (met oefeningen) tijdens de eerste bijeenkomsten en op basis van het cursusmateriaal (en de bibliografie daarbij). Het werkstuk moet worden geschreven volgens richtlijnen die op Toledo beschikbaar zijn. 
  • De student maakt een lesvoorbereiding in geschreven standaardtaal waarin hij/zij een impuls voor een filosofisch gesprek uitwerkt en een onderwerp bedenkt om het filosofisch gesprek op te starten. Daarnaast formuleert hij/zij ook minimum vijf doelstellingen die hij/zij in de lesvoorbereiding uitwerkt en die hij/zij belangrijk vindt in een filosofisch gesprek. Deze doelstellingen legitimeert hij/zij door te verwijzen naar de literatuur i.v.m. filosoferen met kinderen en jongeren.
  • Tijdens de werkcolleges begeleidt de student een filosofisch gesprek met enkele van zijn/haar medestudenten. 

Bepaling van het eindresultaat
Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en) en assistenten, zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt bepaald wordt:

  • De OLA Didactiek burgerschapsvorming wordt beoordeeld op 50 % van de punten;
  • De OLA Didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren wordt beoordeeld op 50 % van de punten, waarbinnen:
    • 50 % op het werkstuk staat;
    • 30 % op het lesvoorbereidingsformulier
    • 20 % op het leiden van het filosofisch onderzoeksgesprek.

Aanwezigheid tijdens de contactmomenten is verplicht. Er zal 10 % van het eindcijfer worden afgetrokken bij ongewettigde afwezigheid.

Wanneer een student om gegronde redenen een verplicht contactmoment niet kan bijwonen, verwittigt hij/zij zo snel mogelijk de docent. De docent kan in dat geval beslissen om de student een vervangopdracht te geven. Wanneer een student om zwaarwichtige redenen gedurende een langere periode of regelmatig niet kan deelnemen aan de verplichte contactmomenten, verwittigt hij/zij zo spoedig mogelijk de examenombuds.

Indien de student één van de opdrachten niet tijdig indient of niet deelneemt aan één van de deelevaluaties, krijgt de student NA (niet afgelegd) voor het gehele opleidingsonderdeel.

Bij het indienen van de opdrachten wordt de afgesproken deadline gerespecteerd. Er wordt niet onderhandeld over mogelijke afwijkingen. Indien er zich bijzondere individuele omstandigheden hebben voorgedaan, dient men voor de deadline contact op te nemen met de ombudsdienst. Indien de deadline niet wordt gerespecteerd, krijgt het betrokken onderdeel de boordeling “niet-afgelegd”, tenzij om een gegronde reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van een werk dat vrij is van fraude en plagiaat (www.kuleuven.be/onderwijs/plagiaat)) en dienen hiervoor de facultaire richtlijnen te volgen https://soc.kuleuven.be/fsw/studentenportaal/examensreglementen/plagiaat). Schriftelijke opdrachten worden op plagiaat gecontroleerd. Plagiaat wordt bestraft met de sancties voorzien in het universitaire onderwijs- en examenreglement (http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/).

Verdere specificaties van de evaluatie worden tijdig meegedeeld via Toledo.

 

Geslaagde deelevaluaties zijn overdraagbaar naar de septemberzittijd.

Herkansing didactiek burgerschapsvorming.

De tweede examenkans verschilt van de eerste. 

Herkansing didactiek filosofisch gesprek met kinderen en jongeren.

Studenten die niet geslaagd zijn en gebruik wensen te maken van een tweede examenkans, moeten contact opnemen met de lesgever om af te spreken welke opdrachten zij opnieuw moet afleggen/indienen.
Studenten die bij de eerste examenkans een onvoldoende hebben behaald op de eerste opdracht, moeten een herwerkt of nieuw werkstuk indienen. Studenten die bij de eerste examenkans op de tweede opdracht een onvoldoende hebben behaald, moeten een herwerkte of nieuwe lesvoorbereiding indienen en/of moeten een filmpje indienen waarop te zien is hoe zij een filosofisch gesprek van ca. 15 min. leiden (met een vijftal personen naar keuze: kinderen, jongeren of volwassenen).
Wie tijdens de seminaries geen gesprek geleid heeft met medestudenten, moet eveneens zo’n filmpje indienen.

Wie tijdens de werkcolleges ongewettigd afwezig was, verliest opnieuw 10 % op het eindresultaat.