Retailing en e-commerce (B-KUL-Y05135)

6 studiepuntenNederlands52 urenTweede semester
OC Handelswetenschappen FEB Campus Antwerpen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten:

De student

1.1 (MM) analyseert marketing-gerelateerde operationele problemen en vragen, rekening houdend met de specifieke bedrijfscontext.

1.4 (MM) evalueert de impact van diverse distributiebeslissingen, reflecteert kritisch op welke manier distributiebeslissingen ingezet kunnen worden om organisaties beter te laten functioneren.

2.3 (MM) neemt op basis van wetenschappelijke kennis over en inzicht in marketing een onderbouwd standpunt in over actuele maatschappelijke marketing-problemen.

4.1 (MM) reflecteert kritisch over hoe maatschappelijke, internationale en organisatorische trends marketingbeslissingen van een organisatie beïnvloeden, en houdt hierbij rekening met (gevolgen voor) de betrokken stakeholders.

4.2 (MM) volgt het debat en de berichtgeving over actuele marketing-thema’s.

4.3 (MM) schetst en interpreteert trends in het marketing landschap, en kan een kritisch onderbouwd standpunt innemen over maatschappelijke marketing gerelateerde thema’s, daarbij rekening houdend met (gevolgen voor) de betrokken stakeholders.

7.3 neemt initiatief, stelt zich flexibel op, neemt verantwoordelijkheid op en kan zelfstandig werken in complexe en onvoorspelbare contexten.

8.1 formuleert in teamverband het interdisciplinaire probleem dat aan de basis ligt van het project, analyseert de inhoud van het project, de omstandigheden rondom het project en factoren die een invloed zullen hebben op het verloop van het project, en formuleert op basis daarvan (algemene) doelstellingen voor het project.

8.3 volgt zowel individueel als in team de opgestelde planningen en past timemanagement toe. 

8.4 neemt verantwoordelijkheid voor zijn/haar rol in het team en voert tijdig zijn/haar deel van het project uit.

8.6 neemt op een constructieve manier deel aan overleg binnen het team en met andere betrokkenen bij het project.

8.7 evalueert de eigen inbreng kritisch en evalueert in team het verloop en het resultaat van het project. 

10.1 (MM) houdt zijn/haar kennis omtrent marketing thema’s up to date, en dit zowel op basis van praktijkgerichte, beleidsgerichte als wetenschappelijke informatie.

10.2 (MM) integreert beleidsgerichte, wetenschappelijke en praktijkgerichte informatie over specifieke marketing-gerelateerde thema’s, en neemt een onderbouwd standpunt in over de relevantie van het specifieke thema voor de organisatie.

10.3 (MM) reflecteert kritisch over de wijze waarop belangrijke evoluties en innovaties in marketing vertaald kunnen worden naar het marketing-beleid in de organisatie, rekening houdend met de specifieke bedrijfscontext.

Toelichting

Retailers (kleinhandelaars) hebben een extreem belangrijke positie in de supply chain aangezien zij de laatste link zijn tussen producenten en eindconsumenten. Retailing is dus de plaats waar aanbod (het product) en vraag (de behoeften, wensen en bevliegingen van consumenten) elkaar letterlijk ontmoeten. Binnen retailing en e-commerce verwerven studenten inzicht in het retail landschap en de recente evoluties rond bv. e-commerce hierin. Daarnaast behandelen we in het OPO verschillende strategische en operationele beslissingen waarmee retailers geconfronteerd worden, zoals bijvoorbeeld de beslissing om meer dan één kanaal te openen en de beslissing hoe deze kanalen op elkaar af te stemmen (omni-channel retailing), de beslissing waar een winkel te openen (winkel locatie), de beslissing hoe een schap in te richten (shelf arrangement), etc. Studenten zullen hun management en kwantitatieve vaardigheden trainen om deze retailing beslissingen te optimaliseren en analyseren. Doorheen de cursus passen we theorie toe in de praktijk mbv cases en andere taken (zowel individueel als in groep) en een reflectiepaper, en bediscussiëren we hoe beslissingen van retailers de eindconsument beïnvloeden.

Bij de toepassing van de theorie in de praktijk bij de cases en taken:
analyseert een student marketing-gerelateerde operationele problemen en vragen, rekening houdend met de specifieke bedrijfscontext. (leerresultaat 1.1)
evalueert een student de impact van diverse distributiebeslissingen, reflecteert z/hij kritisch op welke manier distributiebeslissingen ingezet kunnen worden om organisaties beter te laten functioneren. (leerresultaat 1.4)
neemt een student op basis van wetenschappelijke kennis over en inzicht in marketing een onderbouwd standpunt in over actuele maatschappelijke marketing-problemen. Dit komt tot uiting in de reflectiepaper en in andere individuele taken (leerresultaat 2.3)
reflecteert een student kritisch over hoe maatschappelijke, internationale en organisatorische trends marketingbeslissingen van een organisatie beïnvloeden, en houdt hierbij rekening met (gevolgen voor) de betrokken stakeholders. Dit komt tot uiting in de reflectiepaper (leerresultaat 4.1)
volgt een student het debat en de berichtgeving over actuele marketing-thema’s. Dit komt tot uiting in de reflectiepaper (leerresultaat 4.2)
schetst en interpreteert een student trends in het marketing landschap, en kan z/hij een kritisch onderbouwd standpunt innemen over maatschappelijke marketing gerelateerde thema’s, daarbij rekening houdend met (gevolgen voor) de betrokken stakeholders. Dit komt tot uiting in de reflectiepaper (leerresultaat 4.3)
houdt een student zijn/haar kennis omtrent marketing thema’s up to date, en dit zowel op basis van praktijkgerichte, beleidsgerichte als wetenschappelijke informatie. Dit komt tot uiting in de reflectiepaper (leerresultaat 10.1)
integreert een student beleidsgerichte, wetenschappelijke en praktijkgerichte informatie over specifieke marketing-gerelateerde thema’s, en neemt z/hij een onderbouwd standpunt in over de relevantie van het specifieke thema voor de organisatie. Dit komt tot uiting in de reflectiepaper (leerresultaat 10.2)
reflecteert een student kritisch over de wijze waarop belangrijke evoluties en innovaties in marketing vertaald kunnen worden naar het marketing-beleid in de organisatie, rekening houdend met de specifieke bedrijfscontext. Dit komt tot uiting in de reflectiepaper (leerresultaat 10.3)

'Marketing' (bachelor) of 'Marketing (S)' (schakel).

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Retailing en e-commerce (B-KUL-Y55135)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College52 urenTweede semester
OC Handelswetenschappen FEB Campus Antwerpen

Retailers (kleinhandelaars) hebben een extreem belangrijke positie in de supply chain aangezien zij de laatste link zijn tussen producenten en eindconsumenten. Retailing is dus de plaats waar aanbod (het product) en vraag (de behoeften, wensen en bevliegingen van consumenten) elkaar letterlijk ontmoeten. Dit luik binnen marketing capita selecta behandelt verschillende strategische en operationele beslissingen waarmee retailers geconfronteerd worden, zoals bijvoorbeeld de beslissing om meer dan één kanaal te openen en de beslissing hoe deze kanalen op elkaar af te stemmen (omni-channel retailing), de beslissing waar een winkel te openen (winkel locatie), de beslissing hoe een schap in te richten (shelf arrangement), etc. Studenten zullen hun management en kwantitatieve vaardigheden trainen om deze retailing beslissingen te optimaliseren en analyseren. Doorheen de cursus passen we theorie toe in de praktijk mbv cases en andere taken, en bediscussiëren we hoe beslissingen van retailers de eindconsument beïnvloeden.

Verplicht studiemateriaal
Cursusmateriaal (slides, wetenschappelijke papers en cases) aangeboden via Toledo

 

Bijkomend aanbevolen studiemateriaal
Eigen opzoekingen naar retailingtrends en retailvoorbeelden uit de praktijk, en eigen opzoekingen van academische literatuur die bij het oplossen van de taken/cases gebruikt kan worden.Verplicht studiemateriaal

Retailing wordt gedoceerd door aan de hand van colleges. Studenten maken kennis met belangrijke strategische en operationale retailing beslissingen. Dit gebeurt op basis van de informatie aangereikt tijdens de hoorcolleges en in het studiemateriaal. Studenten passen deze kennis toe op bedrijfscasussen en oefeningen. Met het oog op het volgen van de interactiecolleges moeten de studenten deze casussen individueel of in groep voorbereiden.
Een onderwerp wordt altijd eerst adhv een theoretische les toegelicht, vervolgens maken studenten een opdracht (individueel of in groep) die in een discussiecollege besproken wordt.
Daarnaast is er een bedrijfsbezoek gepland (de kosten zullen via Toledo meegedeeld worden). Samen met de theoretische colleges maken de studenten een reflectieverslag.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Retailing en e-commerce (B-KUL-Y75135)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk, Self assessment/Peer assessment, Medewerking tijdens contactmomenten
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal


Evaluatiekenmerken

Evaluatie voor dit opleidingsonderdeel gebeurt op basis van een open-boek schriftelijk examen en enkele opdrachten. Deze opdrachten omvatten de groepswerken, de individuele taken en de reflectiepaper. Voor meer informatie over de individuele opdrachten en groepswerken, zie Toledo.

 

Bepaling eindresultaat

Het eindresultaat is een gewogen cijfer waarbij het examen en elke opdracht eenzelfde gewicht krijgt.

De score van een groepsopdracht is in principe een groepsscore, maar individuele afwijkingen zijn mogelijk, op basis van een peer review (+/- 10%; > 10% bij vrijbuiterproblemen). Er kan op basis van een peer review namelijk een correctie van -10% tot +10% toegepast worden op de score van de groepswerken. Bij vrijbuiterproblemen kan er van de vooropgestelde correcties van -10% afgeweken worden.

Daarnaast kan er een correctie van -10% tot +10% toegepast worden op het eindresultaat op basis van medewerking tijdens de colleges.

De inleveringstermijn en deadline van de individuele en groepswerken worden vastgelegd door de docenten en via Toledo meegedeeld. Laattijdige en niet-ingediende opdrachten krijgen een nulscore.

Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt als een geheel getal op 20.

 

Tweede examenkans

De evaluatiekenmerken en/of de bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans verschilt van die van de eerste examenkans. Alle opdrachten worden individuele opdrachten, het open-boek schriftelijk examen blijft behouden. Voor meer informatie over de individuele opdrachten, zie Toledo.

Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt als een geheel getal op 20.

De inleveringstermijn en deadline van de opdrachten worden vastgelegd door de docenten en via Toledo meegedeeld. Laattijdige en niet-ingediende opdrachten krijgen een nulscore.

 

Examencontract (eerste en tweede examenkans)

Alle opdrachten worden individuele opdrachten, het open-boek, schiftelijk examen blijft behouden. Voor meer informatie over de individuele opdrachten, zie Toledo.

Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt als een geheel getal op 20.

De inleveringstermijn en deadline van de opdrachten worden vastgelegd door de docenten en via Toledo meegedeeld. Laattijdige en niet-ingediende opdrachten krijgen een nulscore.

Zie 'Toelichting' onder 'Evaluatieactiviteiten' voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.