Personeel en organisatie (B-KUL-Y00928)

6 studiepuntenNederlands52 urenTweede semester
OC Handelswetenschappen FEB Campus Antwerpen

Dit opleidingsonderdeel evalueert de volgende leerresultaten, meer specifiek voor het managementdomein HRM:

De student ...

2.a begrijpt basistheorieën, -begrippen, en -concepten van elk managementdomein, i.h.b. met betrekking tot de financiële, operationele, commerciële en organisatorische activiteiten, en past deze toe bij het oplossen van (bedrijfs)economische problemen.

2.b Onderscheidt en verduidelijkt de verschillende manieren waarop activiteiten en processen in organisaties worden georganiseerd, gestructureerd en beheerd. 

2.c begrijpt en onderbouwt voor elk managementdomein het kritisch belang voor een succesvolle organisatie en de samenhang met andere managementdomeinen.

2.n verduidelijkt hr-processen en -instrumenten rond instroom, doorstroom en uitstroom van personeel in organisaties  en geeft de verbanden ertussen weer.

2.o toont aan hoe hr-processen en -instrumenten inwerken op het functioneren van een individu, groep en organisatie.

2.t analyseert vraagstukken in verschillende managementdomeinen aan de hand van de gepaste theorieën, begrippen en modellen en formuleert een wetenschappelijk verantwoord voorstel tot oplossing.

4.d wendt disciplinaire menswetenschappelijke kennis aan voor het oplossen van (bedrijfs)economische problemen.

7.d Beoordeelt kritisch (wetenschappelijke) informatie en data, en structureert en verwerkt deze in functie van het oplossen van een praktijkrelevant (bedrijfs)economisch probleem.

8.d werkt een logische en coherente argumentatie uit voor gemaakte keuzes bij het oplossen van een praktijkrelevant (bedrijfs)economisch probleem.

12.a Schat de gevolgen van bedrijfsvoering voor diverse stakeholders en maatschappij in.

12.b verbindt de psycho-sociale en ethische inzichten op een onderbouwde manier met de (bedrijfs)economische werkelijkheid.

12.d de student integreert duurzaamheidswaarden bij de analyse van actuele (bedrijfs)economische problemen en stelt oplossingen voor die rekening houden met deze waarden.

 

Toelichting

Het doel van het opleidingsonderdeel Personeel en Organisatie is om studenten inzicht te geven in de het functioneren en het inzetten van mensen in organisaties. Het uitgangspunt hierbij is wat je als leidinggevende moet weten over mensen en personeel om optimaal te kunnen functioneren. Hierbij streven we inzicht na in a) hoe de organisatie werkt en in elkaar zit en welke implicaties dit heeft voor het functioneren van mensen (‘organisatieleer’), b) hoe menselijk gedrag in elkaar zit en welke implicaties dit heeft voor het functioneren van organisaties  (‘organizational behaviour’), c) het belang en de functie van personeelsbeleid voor de performantie van de organisatie (‘strategisch human resource management’) en d) de wijze waarop de belangrijkste HR-functies in een bedrijf op een doordachte en gefundeerde manier kunnen worden ingevuld (‘operationeel human resource management’). Het opleidingsonderdeel focust hierbij zowel op belangrijke vraagstukken binnen deze topics als belangrijke taken van een leidinggevende met betrekking tot deze topics. Hierbij worden theoretische concepten en modellen (bv. met betrekking tot motivatie) toegepast op werksituaties en gebruikt om doordachte en gefundeerde keuzes te maken met betrekking tot de basisfuncties van HRM (werving & selectie, beoordeling, beloning en ontwikkeling). Dit biedt de studenten inzicht in hoe leidinggevenden het gedrag van werknemers kunnen beïnvloeden in functie van organisatie-effectiviteit enerzijds en het welzijn en de ontwikkelingskansen van werknemers anderzijds.

 

Bij het voltooien van het opleidingsonderdeel kan de student:

-      beschrijven wat het belang is van werknemers (attitudes en –gedrag), personeelspraktijken, leiderschap en organisatiestructuur voor een organisatie;

-      beschrijven wat verschillende werknemersattitudes en –gedragingen, personeelspraktijken, leiderschapsstijlen en organisatiestructuren inhouden;

-      begrijpen wat de verbanden zijn tussen personeelspraktijken, leiderschap en organisatiestructuur;

-      begrijpen hoe personeelspraktijken, leiderschap en organisatiestructuur inwerken op het functioneren van werknemers en van de organisatie;

-      theoretische concepten en bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek over werknemers(attitudes en –gedrag), personeelspraktijken, leiderschap en organisatiestructuur te benoemen, uit leggen en integreren;

-      praktijkproblemen in verband met personeel(spraktijken), leiderschap en/of organisatiestructuur op een kritische en systematische wijze te analyseren en een voorstel tot oplossing formuleren;

-      kritisch reflecteren over de thema's uit de leerstof.

Er is geen specifieke voorkennis vereist voor dit opleidingsonderdeel.

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
HBH64E : Personeel en organisatie
HLH21B : Personeel & organisatie (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
HBA11C : Personnel and Organization

Onderwijsleeractiviteiten

6 sp. Personeel en organisatie (B-KUL-Y50704)

6 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College52 urenTweede semester
OC Handelswetenschappen FEB Campus Antwerpen

In dit vak worden basisconcepten uit het vakgebied van “Organisatieleer”, “Organizational Behavior” en “HRM” verenigd. Volgende topics kunnen onder meer aan bod komen:

-      Organisatie design en structuur

-      Organisatie verandering en cultuur

-      Het managen van personeel

-      HR planning & functie-analyse

-      Werving, selectie & afvloeiing

-      Oriëntatie, opleiding & carrière

-      Performance management & beloning

-      Werknemers attitudes en werktevredenheid

-      Werknemers motiveren

-      Groepen & teams

-      Leiderschap & communicatie

Verplicht studiemateriaal:

De Cooman Rein en De Winne Sophie (2017). Personeel en organisatie: een inleiding tot de studie van organisaties, organisatiegedrag en humanresourcesmanagement. Pearson (custom E-boek) Beschikbaar via cursusdienst

Slides beschikbaar via Toledo

 

De colleges worden aangevuld met een practicum dat geïntegreerd wordt in de les. Hierbij begeleidt de docent bij het maken van oefeningen.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Personeel en organisatie (B-KUL-Y70928)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Geen


Evaluatiekenmerken

Studenten mogen tijdens het examen geen gebruik maken van leermateriaal, rekenmachines, of andere elektronica.

Het eindresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt wordt bepaald: een schriftelijk examen dat meetelt voor 17 punten en opdrachten doorheen het jaar die meetellen voor 3 punten. Het examen bestaat deels uit meerkeuzevragen waarbij met een giscorrectie (bij fout antwoord, minus 1/3) gewerkt wordt en deels uit open vragen. Het gehele examen omvat zowel kennis−, inzicht−, als toepassingsvragen. Voor de opdrachten tijdens het jaar moeten de studenten samenwerken met één of twee medestudenten. De gemaakte opdrachten worden individueel gepost op Toledo op vaste deadlines doorheen het semester. De inleveringstermijn en deadline worden vastgelegd door de docent(en) en via Toledo meegedeeld. Op de ingediende werkstukken moet naast de eigen naam en studentennummer ook vermeld staan met wie de student heeft samengewerkt. De studenten moeten alle opdrachten indienen om een score te kunnen krijgen.

 

Bepaling eindresultaat

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en in de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20. Indien de student niet deelneemt aan één (of meerdere) van de deelevaluaties, wordt de beoordeling van de niet afgelegde deelevaluatie(s) meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat. Indien de vastgelegde inleveringstermijn niet wordt gerespecteerd, wordt de beoordeling van het betrokken onderdeel meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat, tenzij om een zwaarwichtige reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

 

Tweede examenkans

De evaluatiekenmerken en de bepaling van het eindresultaat van de tweede examenkans zijn identiek aan die van de eerste examenkans zoals hierboven beschreven. Studenten die in 1 EP alle opdrachten indienden behouden hiervoor hun score. Studenten die geen of niet alle opdrachten in 1 EP indienden dienen deze op de eerste dag van de examenperiode individueel te posten op Toledo.

 

Examencontract

Voor studenten met een examencontract geldt dezelfde regeling als voor de reguliere studenten, zowel in 1 EP als 3 EP.

 

Zie 'Toelichting" onder 'Evaluatieactiviteiten' voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.