Filosofische vaardigheden (B-KUL-W0Y38A)

3 studiepuntenNederlands14 urenEerste semesterUitgesloten voor examencontract
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

De doelstelling van dit opleidingsonderdeel is de studenten de noodzakelijke vaardigheden bij te brengen die voor een zelfstandig functioneren als filosoof onontbeerlijk zijn. We oefenen op lees-, spreek-, schrijf-, onderzoeks- en argumenteervaardigheden:

Filosofische lees- en schrijfvaardigheden

Lezen

- Studenten ontwikkelen een gevoeligheid voor verschillende (filosofische) teksttypes en kunnen ze aanwenden bij het lezen en schrijven.

- Studenten kunnen de structuur en samenhang van een eenvoudige filosofische tekst blootleggen.

- Studenten kunnen argumenten identificeren en analyseren en de tekst verklaren. Studenten kunnen leesstrategieën toepassen op een filosofische tekst.

- Studenten maken kennis met verschillende wijzen om een tekst te benaderen.

- Studenten maken kennis met de retorische, stilistische en logische dimensies van een tekst.

 

Vertalen

- Studenten zijn zich bewust van de problematiek van vertalingen naar andere talen: ze begrijpen dat vertalingen ook een interpretatie inhouden en dat sommige concepten moeilijk vertaalbaar zijn.

- Studenten besteden de nodige zorg aan de vertalingen die ze zelf maken.

- Studenten kunnen teksten adequaat vertalen uit het Engels.

- Wanneer studenten een bestaande vertaling gebruiken, kiezen ze een kwaliteitsvolle vertaling.

 

Schrijfvaardigheden

- Studenten kunnen een academische tekst schrijven die toegankelijk is voor vakgenoten.

- Studenten hebben aandacht voor zowel de inhoud als de vorm: taal (spelling, grammatica, academische taal), structuur, stijl.

- Studenten kunnen schriftelijk een onderzoeksvraag formuleren en een stelling ontwikkelen.

- Studenten kunnen in hun teksten een duidelijk onderscheid maken tussen hun eigen en andermans woorden en gedachten.

- Studenten kunnen een samenvatting schrijven van een eenvoudige filosofische tekst of schriftelijk vragen beantwoorden over een tekst.

- Studenten kunnen (de kern van) een gedachtegang uit een tekst in eigen woorden formuleren in een korte paper.

- Studenten kunnen schriftelijk de argumentatie identificeren, analyseren en evalueren.

- Daarnaast kunnen studenten ook een eenvoudige filosofische tekst interpreteren en beoordelen in een korte paper.

- Studenten kunnen een tekst schrijven waarin ze in dialoog gaan met de auteur en met argumenten de besproken tekst ondersteunen of bekritiseren.

 

Mondelinge vaardigheden

Academisch presenteren

- Studenten kunnen binnen een afgesproken tijdspanne een heldere en overtuigende mondelinge samenvatting en analyse geven van een relatief korte filosofische tekst of van een filosofisch probleem.

- Studenten kunnen op een heldere en overtuigende wijze mondeling enkele argumenten voor en/of tegen een bepaalde stelling verdedigen.

- Studenten kunnen helder ondersteunend materiaal ontwikkelen en op een gepaste wijze gebruiken, zoals presentatiesoftware en/of een hand-out.

- Studenten kunnen mondeling een goede vraag stellen na de presentatie van een medestudent en kunnen na hun eigen presentatie vragen van medestudenten beknopt beantwoorden.

- Studenten kunnen de mondelinge presentatie van zichzelf en van een medestudent op een gepaste wijze beoordelen (self- en peer-assessment).

 

Deelnemen aan filosofische gesprekken

- Studenten kennen het onderscheid tussen de verschillende academische en niet-academische gespreksvormen, zoals een kringgesprek/discussie, debat, onderzoeksdialoog, socratische dialoog en dilemmagesprek.

- Studenten kunnen luisteren naar de argumenten van medestudenten en er op een kritische en respectvolle manier met argumenten op reageren.

- Studenten participeren aan het gesprek en laten de anderen voldoende aan het woord.

- Studenten kunnen op gepaste wijze helder en beknopt geformuleerde bijdrages leveren binnen enkele van deze gespreksvormen.

- Studenten zijn in staat om verschillende rollen op te nemen bij deze gespreksvormen: deelnemer, observator en rapporteur/notulist.

 

Onderzoeksvaardigheden

Organisatie- en informatievaardigheden

- Studenten kunnen de bibliotheek van het HIW gebruiken, het onderscheid primaire-secundaire bronnen toepassen en verschillende soorten bronnen in de filosofie onderscheiden.

- Studenten kennen de bronnen die een goed taalgebruik ondersteunen en kunnen die gebruiken.

- Studenten kunnen zoektermen opstellen en ze combineren met booleaanse operatoren (basis).

- Studenten kunnen eenvoudige bibliografische referenties opstellen m.b.v. bibliografische software.

- Studenten maken kennis met strategieën om het eigen onderzoek te organiseren, bv. onderscheid denkproces - schrijfproces.

 

Opzoeken, evalueren en gebruiken van bronnen

- Studenten kunnen artikels terugvinden in filosofische naslagwerken.

- Studenten kunnen publicaties terugvinden in Limo, de zoekinterface van de KU Leuven.

- Studenten kunnen literatuur opzoeken in Limo, een zoekopdracht verfijnen en aanpassen, gegevens bewaren en exporteren, …

- Studenten kunnen bibliografische referenties in verschillende citatiestijlen begrijpen.

- Studenten kunnen bronnen evalueren op hun bruikbaarheid en betrouwbaarheid.

- Studenten kunnen relevant bronnenmateriaal op gepaste wijze gebruiken bij het schrijven van papers en het voorbereiden van presentaties.

- Studenten kunnen parafraseren, citeren en refereren volgens het citaat-nootsysteem en het auteur-jaarsysteem van de Chicago Manual of Style. Ze kunnen een bibliografie opstellen.

- Studenten kunnen plagiaat herkennen, omschrijven en vermijden.

 

Argumenteervaardigheden

- Studenten kunnen een filosofische argumentatie herkennen, analyseren, becommentariëren en evalueren.

- Studenten hebben inzicht in de retorische en logische dimensies van argumenteren.

Studenten kunnen zelf een correcte filosofische argumentatie opbouwen.

Stuenten moeten over volgende voorkennis beschikken (niveau secundair onderwijs):

- ze moeten zich zowel mondeling als schriftelijk correct en m.b.v. academisch taalgebruik kunnen uitdrukken in het Nederlands;

- ze moeten een academische tekst in het Engels en in het Frans of Duits kunnen begrijpen, al dan niet met behulp van een woordenboek (voor studenten digitaal beschikbaar via Limo, de zoekinterface van de KU Leuven - studenten moeten dus geen woordenboeken aankopen);

- ze moeten een basisvaardigheid verworven hebben in het gebruik van een pc, internet en een tekstverwerkingsprogramma (met spellingscontrole), bijvoorbeeld Word.

Onderwijsleeractiviteiten

2 sp. Filosofische lees- en schrijfvaardigheden (B-KUL-W0Y38a)

2 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College3 urenEerste semester
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

Dit opleidingsonderdeel wordt via blended onderwijs aangeboden en is gericht op het inoefenen van de lees-, schrijf- en argumenteervaardigheden die noodzakelijk zijn om een academische opleiding in de wijsbegeerte tot een goed einde te brengen, namelijk:

- Een filosofische argumentatie herkennen, analyseren, becommentariëren en zelf opbouwen

- De samenhang en structuur van een filosofische tekst en het standpunt van een auteur blootleggen en expliciteren (tekstanalyse)

- Een filosofische tekst becommentariëren (tekstcommentaar)

- Een coherente academische tekst schrijven, met aandacht voor zowel het inhoudelijke als het vormelijke aspect (structuur, taal, referenties)

De syllabus, het studiemateriaal, eventuele kennisclips en oefeningen worden aangeboden en ter beschikking gesteld via Toledo.

Blended onderwijs

Dit opleidingsonderdeel wordt in afstandsonderwijs aangeboden en is gericht op het inoefenen van de lees-, schrijf- en argumenteervaardigheden die noodzakelijk zijn om een academische opleiding in de wijsbegeerte tot een goed einde te brengen, namelijk:

- Een filosofische argumentatie herkennen, analyseren, becommentariëren en zelf opbouwen

- De samenhang en structuur van een filosofische tekst en het standpunt van een auteur blootleggen en expliciteren (tekstanalyse)

- Een filosofische tekst becommentariëren (tekstcommentaar)

- Een coherente academische tekst schrijven, met aandacht voor zowel het inhoudelijke als het vormelijke aspect (structuur, taal, referenties)

0.5 sp. Mondelinge vaardigheden (B-KUL-W0Y39a)

0.5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College8 urenEerste semester
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

Dit opleidingsonderdeel wordt via blended onderwijs aangeboden en is gericht op het inoefenen van filosofische gespreksvormen en mondelinge presenteer- en argumenteervaardigheden die noodzakelijk zijn om een academische opleiding in de wijsbegeerte tot een goed einde te brengen, namelijk:

- Filosofische gespreksvormen herkennen zoals discussie/kringgesprek, onderzoeksdialoog, debat, socratische dialoog en dilemmagesprek

- Aan filosofische gesprekken deelnemen, zoals een debat en onderzoeksdialoog

- Herkennen van drogredenen

- Een academische presentatie geven over een filosofisch thema

De syllabus, het studiemateriaal, eventuele kennisclips en oefeningen worden aangeboden en ter beschikking gesteld via Toledo.

Blended onderwijs

Dit opleidingsonderdeel wordt via blended onderwijs aangeboden en is gericht op het inoefenen van filosofische gespreksvormen en mondelinge presenteer- en argumenteervaardigheden die noodzakelijk zijn om een academische opleiding in de wijsbegeerte tot een goed einde te brengen, namelijk:

- Filosofische gespreksvormen herkennen zoals discussie/kringgesprek, onderzoeksdialoog, debat, socratische dialoog en dilemmagesprek

- Aan filosofische gesprekken deelnemen, zoals een debat en onderzoeksdialoog

- Herkennen van drogredenen

- Een academische presentatie geven over een filosofisch thema

0.5 sp. Filosofische onderzoeksvaardigheden (B-KUL-W0Y40a)

0.5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College3 urenEerste semester
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

De studenten verwerven basisvaardigheden m.b.t. het onderzoek in de wijsbegeerte. Volgende onderwerpen komen aan bod:

- De bibliotheek (ook website, digitale bibliotheek) van het HIW, met aandacht voor de structuur van de collectie
  (Digitale) rondleiding in de bibliotheek

- Soorten wetenschappelijke bronnen; het onderscheid tussen primaire en secundaire bronnen

- De belangrijkste bronnen in het vakgebied van de filosofie

- Bronnen die een goed taalgebruik en goed vertalen ondersteunen

- Een goede zoekopdracht formuleren

- Publicaties terugvinden in Limo

- Een bibliografie opstellen, citeren en parafraseren, bibliografische referenties begrijpen, eenvoudige bibliografische referenties opstellen volgens de richtlijnen van het HIW (Chicago Manual of Style), citaat-nootsysteem en auteur-jaarsysteem

- Wat is plagiaat (richtlijnen van de KU Leuven en het HIW) en hoe kan je het vermijden

- Informatie beoordelen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid

- Het gebruik van bibliografische software, nl. Zotero

- Kennismaking met strategieën om het eigen onderzoek te organiseren

De syllabus, het studiemateriaal, kennisclips en oefeningen worden aangeboden en ter beschikking gesteld via Toledo.

Blended onderwijs

De studenten verwerven via blended onderwijs basisvaardigheden m.b.t. het onderzoek in de wijsbegeerte. Volgende onderwerpen komen aan bod:

- De bibliotheek (ook website, digitale bibliotheek) van het HIW, met aandacht voor de structuur van de collectie
  (Digitale) rondleiding in de bibliotheek

- Soorten wetenschappelijke bronnen; het onderscheid tussen primaire en secundaire bronnen

- De belangrijkste bronnen in het vakgebied van de filosofie

- Bronnen die een goed taalgebruik en goed vertalen ondersteunen

- Een goede zoekopdracht formuleren

- Publicaties terugvinden in Limo

- Een bibliografie opstellen, citeren en parafraseren, bibliografische referenties begrijpen, eenvoudige bibliografische referenties opstellen volgens de richtlijnen van het HIW (Chicago Manual of Style), citaat-nootsysteem en auteur-jaarsysteem

- Wat is plagiaat (richtlijnen van de KU Leuven en het HIW) en hoe kan je het vermijden

- Informatie beoordelen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid

- Het gebruik van bibliografische software, nl. Zotero

- Kennismaking met strategieën om het eigen onderzoek te organiseren

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Filosofische vaardigheden (B-KUL-W2Y38a)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Paper/Werkstuk, Presentatie, Medewerking tijdens contactmomenten, Vaardigheidstoets
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Cursusmateriaal, Computer


Het eindcijfer voor dit opleidingsonderdeel is een gewogen gemiddelde op 20 van de deelresultaten op elke individuele onderwijsleeractiviteit en wordt als volgt bepaald:

- Filosofische lees- en schrijfvaardigheden (12/20): 2 schrijfopdrachten, een tekstanalyse- en commentaar, respectievelijk op 40% en 60% van het deelresultaat

- Mondelinge vaardigheden (4/20): finale presentatie en participatie tijdens de contactmomenten, op respectievelijk 70% en 30% van het deelresultaat

- Filosofische onderzoeksvaardigheden (4/20): openboektoets, op 100% van het deelresultaat

 

Afwezigheid zonder geldige motivatie tijdens een van de drie contactmomenten voor de OLA ‘Mondelinge vaardigheden’ resulteert automatisch in een 0/20 voor dit deel van het eindresultaat. Studenten kunnen enkel slagen voor het globale opleidingsonderdeel als zij ook voor alle deelresultaten ten minste 10/20 behalen; als dat niet het geval is kunnen ze ten hoogste 9/20 behalen voor het opleidingsonderdeel 'Filosofische vaardigheden’ als geheel.

Binnen dit opleidingsonderdeel zijn er deeloverdrachten bij een geslaagd deelresultaat:

  • W0Y38a - Filosofische lees- en schrijfvaardigheden (binnen en over academiejaar)
  • W0Y39a - Mondelinge vaardigheden (binnen en over academiejaar)
  • W0Y40a - Filosofische onderzoeksvaardigheden (binnen en over academiejaar)

De tweede examenkans is beperkt tot het (opnieuw) indienen van de papers (Filosofische lees- en schrijfvaardigheden) en/of het (opnieuw) afleggen van de toets (Filosofische onderzoeksvaardigheden). Participatie kan niet hernomen worden. De presentatie(s) (Mondelinge vaardigheden) kunnen enkel hernomen worden door een student die de presentaties bij de eerste examenkans had afgelegd, maar daarop een onvoldoende behaalde. Studenten die in de loop van het jaar niet voldeden aan de aanwezigheidsplicht of geen presentatie(s) hebben gegeven, krijgen opnieuw een score 'niet afgelegd' (NA).