Rechtsfilosofie: verdiepende cursus (B-KUL-W0T18A)

6 studiepuntenNederlands39 urenTweede semesterUitgesloten voor examencontract
Geenens Raf |  Buti Lorenzo (plaatsvervanger)
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

Bij het voltooien van dit opleidingsonderdeel:

  • heeft de student inzicht in de voornaamste thema’s en auteurs uit zowel de historische als de hedendaagse rechtsfilosofie;
  • is de student in staat om zelfstandig theoretische en filosofische teksten over het recht te lezen en te interpreteren;
  • kan de student op systematische en onderbouwde manier filosofisch reflecteren over praktische en theoretische problemen in het recht, en in het bijzonder over de normatieve grondslagen van het recht;
  • weet de student het verband te leggen tussen rechtsfilosofische problemen en maatschappelijke discussies en kan de student schriftelijk een eigen standpunt formuleren in actuele en/of rechtsfilosofische discussies.

De student moet op zijn minst inleidende opleidingsonderdelen in zowel wijsbegeerte als ethiek/moraal gevolgd hebben.

De student is in staat om Engelse en Franse teksten te lezen op academisch niveau.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Rechtsfilosofie (B-KUL-C02C4a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College26 urenTweede semester
Geenens Raf |  Buti Lorenzo (plaatsvervanger)
POC Rechten

Gedurende de eerste 8 weken wordt een historisch en thematisch overzicht gegeven van de voornaamste auteurs en vraagstukken uit de rechtsfilosofie. Daarbij kunnen onder meer de volgende auteurs aan bod komen: Thomas Van Aquino, John Austin, Hans Kelsen, H.L.A. Hart, Jürgen Habermas, Ronald Dworkin, Joseph Raz, John Rawls, Robert Paul Wolff, John Finnis, Antonin Scalia en Jeremy Waldron.

Gedurende de laatste 5 weken wordt dieper ingegaan op een specifiek thema (dit kan ook een auteur zijn). Het onderwerp voor 2024-2025 is: "De constitutie: formeel en materieel".

Er is geen handboek. Via Toledo wordt het relevante tekstmateriaal beschikbaar gemaakt. Na elk college worden ook de slides via Toledo beschikbaar gemaakt.

Tijdens de eerste acht weken is er wekelijks een klassiek hoorcollege waarin de student verwacht wordt zelfstandig te noteren. Het wordt aangeraden, maar is niet verplicht, om die colleges voor te bereiden door vooraf de relevante primaire teksten te lezen. Tijdens deze colleges is er steeds ruimte voor vragen en discussie.

In de laatste vijf weken wordt er gewerkt rond één thema. In de negende week geeft de docent een algemene inleiding op het thema. In de vier laatste sessies wordt er telkens uitgebreid stilgestaan bij één primaire tekst over dit thema (deze teksten kunnen in het Engels, het Frans of het Nederlands zijn). De studenten zijn verplicht deze tekst voorafgaand aan het college te lezen en nemen actief deel aan de discussie tijdens het college. De ingediende voorbereidingen van de studenten vormen de leidraad voor de discussie. 

 

3 sp. Rechtsfilosofie: verdieping (B-KUL-W0T18a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum13 urenTweede semester
Geenens Raf |  Buti Lorenzo (plaatsvervanger)
POC Wijsbegeerte (Nederlandstalig)

Gedurende de eerste 8 weken wordt een historisch en thematisch overzicht gegeven van de voornaamste auteurs en vraagstukken uit de rechtsfilosofie. Daarbij kunnen onder meer de volgende auteurs aan bod komen: Thomas Van Aquino, John Austin, Hans Kelsen, H.L.A. Hart, Jürgen Habermas, Ronald Dworkin, Joseph Raz, John Rawls, Robert Paul Wolff, John Finnis, Antonin Scalia en Jeremy Waldron.

Gedurende de laatste 5 weken wordt dieper ingegaan op een specifiek thema (dit kan ook een auteur zijn). Het onderwerp voor 2024-2025 is: "De constitutie: formeel en materieel".

Er is geen handboek. Via Toledo wordt het relevante primaire tekstmateriaal beschikbaar gemaakt.

Twee sessies van het verdiepende deel (sessies van twee uur) worden besteed aan een nieuwe tekst (in aansluiting bij het jaarthema) van een auteur die ook persoonlijk wordt uitgenodigd naar Leuven. In de negende week bediscussiëren we de tekst die de auteur heeft ingestuurd (de studenten hebben de tekst voorafgaand aan deze sessie gelezen en bereiden een aantal kritische vragen bij de tekst voor). Op basis van die discussie stuurt de docent een e-mail naar de auteur met vragen of bedenkingen bij de tekst. In een volgende sessie is de auteur aanwezig in het college, beantwoordt hij de punten uit de e-mail en is er ruimte voor algemene discussie.

In dit verdiepende deel wordt er ook meer omkadering geboden voor de paper die de studenten moeten schrijven. Deze paper moet inhoudelijk aansluiten bij één van de vijf primaire teksten (de vier primaire teksten die collectief bediscussieerd worden, of de tekst van de uitgenodigde auteur) en moet een lengte hebben van 2000 à 2500 woorden (voetnoten en/of bibliografie inbegrepen). Het volledige werkproces verloopt als volgt. In het eerste college (week 1) wordt er aandacht besteed aan de vereisten van de paper. In de loop van de volgende weken (week 2 tot en met week 8) dienen de studenten een korte voorstelling van hun paper (werktitel, hypothese, voornaamste bronnen, opbouw) in via Toledo, en maken vervolgens een individuele afspraak voor feedback op dit voorstel. In de loop van de laatste vier weken (week 10 tot en met week 13) worden er drie sessies van drie uur georganiseerd, waar de studenten hun papers mondeling voorstellen. De studenten dienen de draftversie van hun paper ten laatste 48 uur voor presentatie in. Tijdens deze "mini-conferenties" krijgen de studenten feedback van hun medestudenten (op basis van de presentatie) en van de docent (op basis van de draftversie en de presentatie). De uiteindelijke paper wordt ingediend via Toledo voor de opgegeven deadline (bij het einde van het semester).

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Rechtsfilosofie: verdiepende cursus (B-KUL-W2T18a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk


De studenten worden beoordeeld op drie onderdelen: i) de definitieve versie van hun paper, ii) een schriftelijk examen tijdens de examenperiode, iii) actieve participatie.

De paper moet een degelijk filosofisch werkstuk zijn met een lengte van 2000 à 2500 woorden (voetnoten en/of bibliografie inbegrepen). Deze paper heeft een gewicht van 40% in de eindscore. Van de studenten wordt verwacht dat ze zich informeren over de facultaire richtlijnen voor papers en bibliografisch refereren en over de facultaire richtlijnen inzake plagiaat.

Het schriftelijke examen bestaat uit twee korte kennisvragen en twee langere essayvragen. De kennisvragen hebben elk een gewicht van 1 punt, de essayvragen hebben elk een gewicht van 4 punten. Het examen bestrijkt het volledige pakket leerstof dat aan bod is gekomen en heeft een gewicht van 50% in de eindscore.

Behoudens gevallen van overmacht (via examenombuds) wordt aan studenten die de paper niet tijdig indienen automatisch een 0 toegekend voor dit onderdeel van het vak. Als bewijs van indiening telt uitsluitend de unieke Turnitin-cijfercode ("ID van inzending"). Ook indien blijkt dat de student het werkstuk niet volledig zelfstandig geschreven heeft (plagiaat), zal – naast eventuele andere sancties – automatisch een 0 worden toegekend voor dit onderdeel van het vak aangezien dit een objectieve beoordeling van het werkstuk onmogelijk maakt. De studenten die hebben nagelaten de draftversie van hun paper 48 uur voor de presentatie in te dienen bij de docent, krijgen een maluspunt (-1) dat wordt verrekend in de totale eindscore.

De studenten zijn verplicht aanwezig tijdens de vijf verdiepende sessies (13u) en dienen actief te participeren. De aanwezigheidsgraad en de participatie hebben een gewicht van 10% in de eindscore.

De afronding van het resultaat gebeurt na het optellen van alle deelresultaten (kennisvragen, essayvragen, paper, participatie). 

 

De beoordeling bij de tweede examenkans verloopt identiek aan de beoordeling bij de eerste examenkans en gebeurt op basis van dezelfde onderdelen. 

Het schriftelijke examen bestaat uit twee korte kennisvragen en twee langere essayvragen. De kennisvragen hebben elk een gewicht van 1 punt, de essayvragen hebben elk een gewicht van 4 punten. Het examen bestrijkt het volledige pakket leerstof dat aan bod is gekomen en heeft een gewicht van 50% in de eindscore.

De paper wordt in principe grondig herschreven (de student mag indien gewenst ook een nieuw onderwerp kiezen) en wordt via Turnitin op Toledo ingediend voor aanvang van de betreffende examenperiode. Ook voor deze nieuwe werkstukken geldt dat het niet tijdig indienen ervan of het niet volledig zelfstandig schrijven ervan gesanctioneerd wordt zoals beschreven. Als bewijs van indiening telt uitsluitend de unieke Turnitin-cijfercode ("ID van inzending"). Deze paper heeft een gewicht van 40% in de eindscore.

Studenten die bij de eerste examenkans deelnamen aan het schriftelijk examen en een voldoende haalden op een van beide onderdelen (schriftelijk examen of paper), kunnen vragen om deze score mee te nemen naar de tweede examenkans. Studenten die van deze mogelijkheid gebruik willen maken, dienen dit via e-mail te melden aan de docent onmiddellijk na de bekendmaking van de resultaten van de betreffende examenperiode. De bevestiging van de docent geldt als bewijs.

Het gedeelte aanwezigheid en participatie kan niet worden ingehaald. De score behaald tijdens de eerste examenkans wordt dus automatisch bewaard bij de tweede examenkans. Het eventuele maluspunt wordt slechts eenmaal aangerekend. Indien de malus reeds werd aangerekend bij de eerste examenkans, wordt deze niet opnieuw in rekening gebracht bij de tweede examenkans.

De afronding van het resultaat gebeurt na het optellen van alle deelresultaten (kennisvragen, essayvragen, paper, participatie).