Masterproef landbeheer: deel I - semester 1 (B-KUL-I0I81B)

10 studiepuntenNederlandsEerste semesterUitgesloten voor examencontractUitgesloten voor creditcontract
Somers Ben (coördinator) |  N.
POC Bio-ingenieurswetenschappen

Met betrekking tot een complex onderzoeksvraagstuk in het domein van de masteropleiding, dient de student aan het einde van de masterproef in staat te zijn tot:

  • Het duidelijk formuleren en situeren van de probleemstelling, gebruikmakend van het wetenschappelijk begrippenkader eigen aan het domein;
  • Het formuleren van een hypothese die nieuw wetenschappelijk inzicht of een originele benadering van de probleemstelling vertegenwoordigt;
  • Het opstellen van een onderzoeks- of oplossingsstrategie;
  • Het vergaren van de nodige data met experimenteel en/of theoretisch onderzoek om de validiteit van de voorgestelde hypothese of oplossing na te gaan;
  • Het verwerken van de data en interpreteren van de bekomen resultaten op een wetenschappelijk verantwoorde wijze;
  • Het formuleren van conclusies van dit wetenschappelijk onderzoek en deze kaderen in de status quaestionis;
  • Het mondeling en schriftelijk tussentijds rapporteren over het geheel van deze wetenschappelijke activiteiten.

  • Grondige wetenschappelijke basiskennis in het domein van de masteropleiding.
  • De methodologische benadering van het onderzoek in het domein van de masteropleiding begrijpen.

Je mag dit opleidingsonderdeel enkel opnemen als je nog maximaal 72 studiepunten moet verwerven om het diploma te behalen.


Dit opleidingsonderdeel is een voorwaarde voor het opnemen van volgende opleidingsonderdelen:
I0I82A : Masterproef landbeheer: deel II – semester 2

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
I0I81A : Masterproef landbeheer: deel I - semester 1 (Niet meer aangeboden dit academiejaar)

Onderwijsleeractiviteiten

10 sp. Masterproef landbeheer: deel I - semester 1 (B-KUL-I0I81b)

10 studiepuntenNederlandsWerkvorm: MasterproefEerste semester
N.
POC Bio-ingenieurswetenschappen

In de masterproef dient de student origineel wetenschappelijk onderzoek te verrichten rond een specifiek onderwerp, of een nieuwe oplossing te realiseren voor een complexe praktische probleemstelling. Het onderwerp van de masterproef wordt door de student gekozen uit het aanbod van onderwerpen dat ieder jaar door de docenten/onderzoekers aan de faculteit wordt bekendgemaakt. Het probleem dat in de masterproef wordt behandeld, is complex en vergt van de student het creatief gebruik van theoretische en praktische kennis en vaardigheden die in de andere opleidingsonderdelen zijn verworven, en de capaciteit om zelfstandig op zoek te gaan naar nieuwe informatie in de wetenschappelijke literatuur en deze aan te wenden om tot een oplossing te komen.

De masterproef staat onder toezicht van een promotor van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen.

Onderzoek: Experimenteel en/of theoretisch wetenschappelijk onderzoek op masterniveau.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Masterproef landbeheer: deel I - semester 1 (B-KUL-I2I81b)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Procesevaluatie

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.

Permanente evaluatie

De student en zijn/haar onderzoekswerk worden doorheen het semester geëvalueerd door de begeleider, die instaat voor de dagelijkse opvolging van het onderzoekswerk, en door de promotor. De student stelt in de aanvangsfase van de masterproef, nadat hij zich in de probleemstelling heeft ingewerkt, een onderzoeksplan op van 1-2 pagina’s. Dit plan wordt aangepast in functie van de vorderingen van het werk. Bovendien geeft de student, ongeveer halverwege, minstens één tussentijdse presentatie over de vorderingen van het onderzoek en de bekomen resultaten, waarop door promotor en begeleider feedback wordt gegeven en die geldt als formatieve evaluatie. De student houdt in Toledo een elektronische portfolio bij waarin de oorspronkelijke en desgevallend aangepaste versies van het onderzoeksplan, de tussentijdse presentatie en bijhorende feedback worden bewaard.

 

De belangrijkste evaluatiecriteria zijn:

- De inzet van de student

- De eigen intellectuele inbreng in het onderzoek

- De originaliteit van benadering en uitwerking van het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek

- De kwaliteit van de tussentijdse rapporteringen

- De progressie die werd gemaakt doorheen het verloop van de masterproef wat betreft eigen intellectuele inbreng en kwaliteit van de rapportering

 

De beoordelingsschaal van dit opleidingsonderdeel is 'geslaagd/niet geslaagd'.

Op basis van deze criteria komen promotor en begeleider tot een ‘pass’ of ‘fail’-beoordeling voor dit OPO.

De integrale beoordeling van het proces, de rapportering en de presentatie/verdediging van de masterproef is gekoppeld aan het OPO “Masterproef landbeheer: deel II”, waaraan een gewicht van 30 studiepunten wordt toegekend.

Er is geen tweede examenkans.