Grondslagen van het recht (B-KUL-HBR32C)
Doelstellingen
Leerdoelen
1. De student verwerft middels analyse en samenvatting kennis van en inzicht in de grondslagen van recht en de eigenheid van rechtsdenken.
Het vak omvat een reflectie op de kenmerken en functies van het eigentijdse recht., waarbij de begrippen norm, rechtssubject, rechtstoepassing, rechtscreatie en rechtsstaat als achtergrond worden gehanteerd voor een verkenning van juridische beginselen die aan het recht en het rechtssysteem ten grondslag liggen. Een analyse van de grondslagen van het recht biedt idealiter zicht op de verhouding tussen recht en samenleving, op de werking van het recht zelf en op de eigenheid van dat recht ten overstaan van andere regelsystemen. Beheersingsniveau 1
2. De student past het verworven analytisch inzicht toe, middels interactie en forumdebat, met het oog op een actieve inlevingspraxis en -attitude.
Om dit inzicht ten gronde te verwerven wordt de theoretisch-thematische benadering aangevuld met een interactieve inlevingscomponent.
Een inlevingsbenadering van het recht (rechtsdenken) zal de jurist-in-spe toelaten de complexiteit van maatschappelijke conflictsituaties en overeenkomstige juridische casusposities in te schatten. Deze juridische basishouding biedt juristen instrumenten van analyse en synthese om vanuit de maatschappelijk-juridische complexiteit hun kwalificatietaak te vervullen. Ter aanvulling en toepassing van de kennisgedreven benadering van de thematische component van Grondslagen van het Recht, wordt met de component Juridische Conflictanalyse de interactieve verwerving nagestreefd van een op inleving gerichte juridische attitude, een rechtsbenadering of juridische basishouding, een wijze van omgaan met het recht in verhouding tot de samenleving. Van de student wordt verwacht dat hij, middels het innemen en analyseren van casusposities, zulke inlevingsattitude verwerft. Een benaderingswijze, die hem zal toelaten zijn functie te begrijpen door een verworven capaciteit tot inleving in de verschillende casusposities van een probleem of conflict, waarbij de relatie tussen maatschappelijke en juridische realiteit centraal staat. Beheersingsniveau 1
3. De student koppelt zijn interactief verworven attitude terug naar de oorspronkelijk verworven kennis, middels toetsing en evaluatie, met het oog op een dieper inzicht in de werking en grondslagen van het recht.
Hoe komt een conflict tot stand? Welke zijn de achterliggende beweegredenen van de partijen? Hoe tracht het recht de maatschappelijke problematiek middels een juridische oplossing te remediëren? Hoe verhouden de partijen zich tot deze oplossing? Hoe verhoudt de juridische dogmatiek zich tot de maatschappelijke problematiek? Kortom: hoe slaagt het recht er in conflicten te voorkomen of te regelen en hoe kunnen conflictpartijen zich al dan niet in zulke regeling vinden?
(Noot: de student in de rechten, die tijdens zijn studie reeds in staat moet zijn grote inhoudelijke rechtsvakken te verwerken en in de verre toekomst als goed jurist dient te fungeren in de samenleving, heeft er alle belang bij hierop voorbereid te worden middels de verwerving van een juridische inlevingsattitude.
Aldus kan de trias van het juridisch onderwijs grosso modo omschreven worden, telkens met een eigen methodologie: een inhoudelijke opleiding leidend tot inhoudelijke rechtskennis; een vaardigheidsopleiding leidend tot hantering van het juridisch instrumentarium; en een attitude-opleiding leidend tot juridisch (inlevings)denken en pragmatisch inzicht in de eigenheid van juridische conflictanalyse.) Beheersingsniveau 1
Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden en de dwingende volgtijdelijkheid zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling.
Voor juridische opleidingsonderdelen geldt een soepele volgtijdelijkheid (het hebben gevolgd) met de vakken 'Inleiding tot de rechtswetenschappen', 'Verbintenissenrecht' en 'Publiekrecht I. Staats- en administratief recht' uit de eerste fase.
Aan deze volgtijdelijkheid wordt door de meeste studenten automatisch voldaan door toepassing van art. 23 van het onderwijs- en examenreglement doordat immers van de studenten verwacht wordt, zowel bij een eerste inschrijving als bij herinschrijving, dat zij sowieso eerst alle vakken van de eerste fase opnemen vooraleer andere vakken te mogen opnemen.
De docent vereist aandacht voor juridische en maatschappelijke actualiteit, in het bijzonder voor wetgeving en rechtspraak in de praktijk.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Bachelor in de rechten (Brussel) (Algemene optie) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
5 sp. Grondslagen van het recht (B-KUL-HBR14a)
Inhoud
Deel I : Grondslagen van Recht
Het eerste deel van het vak is in hoofdzaak gericht op verwerving van kennisinzicht met betrekking tot de grondslagen van recht en rechtsdenken aan de hand van 25 thema's.
1. Geschillenregeling
2. Belang
3. Conflict
4. Doctrine
5. Effectiviteit
6. Feit
7. Geval
8. Huisvader
9. Interactie
10. Jurist
11. Kwalificatie
12. Legalisme
13. Mensenrechten
14. Norm
15. Onderhandelen
16. Pragmatisme
17. Quid Iuris
18. Recht
19. Samenleving
20. Tegenspraak
21. Uitspraak
22. Vorming
23. Waarheid
24. XY (differentie)
25. Zekerheid
Deel II : Juridische Conflictanalyse
Het tweede deel van het vak is gericht op de verwerving van attitude en vaardigheden voor effectief rechtsdenken aan de hand van interactie rond paradigmatische casussen, waarbij het theoretisch inzicht inzake de grondslagen van recht en rechtsdenken wordt uitgediept.
Vanuit het onderscheid tussen de bredere ontleding van maatschappelijke conflicten en de specificiteit van juridische conflictanalyse wordt nagegaan hoe juristen en burgers zich tot het recht verhouden en op welke wijze de rechtswereld zich tot de bredere maatschappelijke realiteit verhoudt. Deze component is niet zozeer gericht op het overdragen van kennisinhouden dan wel op inzichtsoverdracht aan de hand van een werkelijkheidsbenaderende casusanalyse, waarbij maatschappelijke en juridische casusposities worden ingenomen en geanalyseerd.
Methodologisch verloopt Juridische Conflictanalyse via het simuleren van casusposities. Door het simuleren van de te begrijpen situatie of positie wordt inlevingsinzicht nagestreefd, waarbij studenten zo ver mogelijk opgaan in de hen toebedeelde casusposities. En door het innemen van de verschillende (maatschappelijke en) juridische casusposities van een geschil wordt een pragmatisch-situationeel begrip gegenereerd, opdat studenten de omschreven juridische attitude verwerven. Voorbeelden van probleemstellingen zijn: aansprakelijkheid van ouders voor kinderen, regulering euthanasie, recht van verdediging, correctionalisering van bepaalde persmisdrijven, ...
Toelichting werkvorm
Het vak wordt in eerste instantie gedoceerd aan de hand van hoorcolleges, voorafgegaan door nauwgezette lezing van de door de docent opgegeven teksten en aangevuld door interactieve werksessies, waarin de student zijn voorbereiding valoriseert. Het vak vergt als zodanig meer zelfwerk- en zelfredzaamheid dan bij klassieke hoorcolleges het geval is. Binnen het kader van de hoorcolleges worden interactie en participatie maximaal nagestreefd. De colleges binnen de component Juridische Conflictanalyse bestaan uit voltallige en groepsgewijze bijeenkomsten, naast ICI-interactie. Hierbij wordt telkens een uiteenzetting gehouden over de te analyseren casus. Na verificatie van de maatschappelijke posities van de diverse conflictpartijen, wordt de toepasselijke juridische casus ingeleid. Deze wordt vervolgens geanalyseerd en voorbereid voor de groepsbijeenkomsten en het ICI-forum, waarbij de juridische casusposities via simulatie met elkaar worden geconfronteerd. Tijdens de daaropvolgende voltallige sessies wordt de uitgevoerde simulatie getoetst. (Noot: ICI: interactief / casusgedreven / interdisciplinair.)
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Grondslagen van het recht (B-KUL-H90011)
Toelichting
Examenperiode mei/juni
De evaluatie bestaat uit een schriftelijk examen na procesopvolging, waarbij negatieve procesevaluatie het eindcijfer kan beïnvloeden.
Examen: inzichts- en attitudetoetsing middels open vragen alsook conflictanalysetoepassing. Een helder, precies, pertinent en concreet antwoord wordt vereist; wat daaraan niet voldoet wordt negatief gesanctioneerd.
Procesopvolging:
Deel A. Rechtstheorie als grondslag
Studenten bereiden per paar één van de 25 grondslagenthema's schriftelijk voor en brengen hierover een mondelinge presentatie in interactie met de docent. Ook hier geldt de vereiste inzake helderheid, pertinentie en precisie.
Deel B. Juridische conflictanalyse als praxis
Studenten maken een individuele geschreven analyse per voorgelegde casus, voeren mondelinge en schriftelijke foruminteractie en rapporteren in een eindverslag als conflictregisseurs. Ook hier geldt de vereiste inzake helderheid, pertinentie en precisie.
Toelichting bij herkansen
Examenperiode aug/sep
Examen: inzichts- en attitudetoetsing middels open vragen alsook conflictanalysetoepassing. Een helder, precies, pertinent en concreet antwoord wordt vereist; wat daaraan niet voldoet wordt negatief gesanctioneerd.