Bank- en financiewezen (TEW) (B-KUL-D0T10A)

6 studiepuntenNederlands56 urenTweede semesterUitgesloten voor examencontract
Smedts Kristien |  Mertens Celien (medewerker) |  Vanclooster Lore (medewerker)
OC Toegepaste economische wetenschappen FEB Campus Leuven

Dit opleidingsonderdeel bestaat uit twee onderwijsleeractiviteiten: D0T10a Bank- en financiewezen en D0N19a Bank- en financiewezen: werkcollege.

Bij het voltooien van ‘D0T10a Bank- en financiewezen’ kan de student:

Deel 1:
 

  • elk renteproduct kritisch evalueren
  • zelf nieuwe renteproducten ontwerpen
  • vraagstukken modelleren die met technieken van intrestrekenen opgelost kunnen worden

Deel 2:

  • een eerste analyse maken van de financiële staten van een bank en hieruit conclusies trekken inzake de toestand van de instelling
  • de belangrijkste klassen van bankrisico's duiden
  • onderbouwd de problematiek van de afweging tussen rendement en risico in een bank beargumenteren
  • eenvoudige simulaties kunnen uitvoeren van de impact van keuzes in het bankbeleid op balans en resultatenrekening en een optimale keuze formuleren
  • onderbouwd de impact van schokken in het financiële systeem op de rentabiliteit van een bank becommentariëren en inschatten
  • aan de hand van duration het renterisico inschatten en beheersen
  • de logica van het toezicht en de wereldwijd aan banken opgelegde normen begrijpen
  • in grote lijnen het Belgisch toezichtssysteem beschrijven
  • een overzicht geven van de rol van de diverse typen van financiële instellingen alsook van hun voornaamste functies

Deel 3:

  • een overzicht geven van de rol van de belangrijkste financiële markten en van de belangrijkste producten die erop worden verhandeld
  • de specifieke rol van een financiële instelling versus een financiële markt als (eventueel concurrerende) aanbieders van financiële diensten en producten duiden
  • inschatten of en hoe een bepaalde schok in het financiële systeem de relatieve positie van een financiële instelling ten aanzien van een financiële markt beïnvloedt
  • artikels uit de financiële berichtgeving over onderwerpen die aan bod komen in dit opleidingsonderdeel onderbouwd becommentariëren en evalueren

Bij het voltooien van ‘D0N19a Bank- en financiewezen: werkcollege’ kan de student:

  • met behulp van oefeningen en bijkomende begeleiding de algemene doelstellingen van het hoorcollege realiseren
  • de theoretische concepten uit de hoorcolleges toepassen bij het oplossen van realistische cases en vraagstukken van bank- en financiewezen

Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel is de student vertrouwd met een balans en een resultatenrekening uit een willekeurige boekhouding.

 

Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
D0E24A : Bank- en financiewezen
D0W35A : Bank- en financiewezen: inleiding tot financiële modellen (HIR)
D0H18A : Bank- en financiewezen: inleiding tot financiële modellen (HIR)
D0W18A : Bank- en financiewezen (TEW)
HBN48B : Bank- en financiewezen: inleiding tot financiële modellen (Niet meer aangeboden dit academiejaar)

Onderwijsleeractiviteiten

1.5 sp. Bank- en financiewezen: werkcollege (B-KUL-D0N19a)

1.5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Practicum10 urenTweede semester
Smedts Kristien |  Mertens Celien (medewerker) |  Vanclooster Lore (medewerker)
OC Toegepaste economische wetenschappen FEB Campus Leuven

Zie studiemateriaal D0T10a Bank- en financiewezen. Tijdens de werkcolleges worden oefeningen die op Toledo worden geplaatst, opgelost.

Het werkcollege wordt begeleid door praktijkassistenten/studiebegeleiders en bestaat voornamelijk uit:

• kort overlopen stof hoorcollege
• onder begeleiding oefeningen maken

4.5 sp. Bank- en financiewezen (TEW) (B-KUL-D0T10a)

4.5 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College46 urenTweede semester
OC Toegepaste economische wetenschappen FEB Campus Leuven

Een eerste deel behandelt het intrestrekenen en de wijze waarop financiële instellingen hiermee omgaan in het ontwerp van financiële producten. Dit omvat enkelvoudige en samengestelde interestrekening, , annuïteiten, leningen en beleggingsproblemen. Doorheen dit deel wordt voortdurend het gebruik van de berekeningen geïllustreerd aan de hand van praktijktoepassingen die zijn uitgewerkt in de cursus en eveneens via andere wegen aangebracht worden (website financiële instellingen, product brochures financiële instellingen, aankondigingen in tijdschriften en kranten, …).
Een tweede deel omvat een overzicht van het Belgisch financieel institutioneel kader binnen Europa alsook de aan de gang zijnde ontwikkelingen. Vervolgens worden de bankactiviteiten besproken en de interactie met het bedrijfsleven. Aan bod komen een korte bespreking van de actief- en passiefposten van een bankbalans, het analyseren van eenvoudige kredietpakketten en een bespreking van enkele begrippen en basisregels inzake het beheer van een bankbalans. Ook hier wordt illustratief materiaal aangedragen via de cursus en via websites van financiële instellingen en toezichtsorganen.
Een laatste deel behandelt basisbegrippen inzake de werking van de Belgische financiële markten (in Europees perspectief) alsook enkele belangrijke groepen van erop verhandelde financiële producten. Hier wordt illustratief materiaal aangedragen via artikels uit de financieel economische berichtgeving, websites van beurzen en simulatiemogelijkheden.

Gebruikt studiemateriaal

  • Handboek: Smedts, K., Van Hulle C., Bank- en Financiewezen, ACCO Uitgeverij
  • Extra cursusmateriaal (artikels, oefeningen,...) wordt ter beschikking gesteld via Toledo.

Toledo

  • Bij deze leeractiviteit wordt gebruik gemaakt van Toledo

In interactieve hoorcolleges wordt de leerstof uit het handboek uitgelegd en gedemonstreerd aan de hand van toepassingen en oefeningen. Deze oefeningen worden nadien verder ingeoefend in de werkcolleges.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Bank- en financiewezen (TEW) (B-KUL-D2T10a)

Type : Partiële of permanente evaluatie met examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Schriftelijk, Paper/Werkstuk
Vraagvormen : Meerkeuzevragen, Open vragen
Leermateriaal : Formularium, Rekenmachine


Evaluatiekenmerken

* De paper/werkstuk bestaat uit een groepswerk. De exacte opdracht, inleveringstermijn en deadline worden vastgelegd door de docent(en) en via Toledo meegedeeld.
* Het schriftelijk examen bestaat uit meerkeuzevragen en open vragen.
* Er mag gebruik gemaakt worden van een eenvoudige, niet-programmeerbare rekenmachine
* Een formularium wordt ter beschikking gesteld als bijlage bij de examenkopij.

Bepaling eindresultaat

* Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld door de docent(en), zoals meegedeeld via Toledo en de examenregeling. Het resultaat wordt berekend en uitgedrukt met een geheel getal op 20.
* Het examenresultaat is een gewogen cijfer dat als volgt wordt bepaald:
- Op 2 van de 20 punten: groepswerk
- Op 18 van de 20 punten: schriftelijk examen
* Bij de beoordeling van de meerkeuzevragen wordt een giscorrectie toegepast.
* Indien de student niet deelneemt aan het groepswerk of het eindexamen, wordt de beoordeling van het niet afgelegde onderdeel meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat.
* Indien de vastgelegde inleveringstermijn van het  groepswerk niet wordt gerespecteerd, wordt de beoordeling van het groepswerk meegeteld als een 0-score binnen het gewogen eindresultaat, tenzij om zwaarwichtige reden na aanvraag een nieuwe indieningsdatum wordt bepaald.

Tweede examenkans

*De evaluatiekenmerken en de bepaling eindresultaat van de tweede examenkans verschillen van die van de eerste examenkans: Bij de tweede examenkans maakt het groepswerk geen deel meer uit van de evaluatie en bestaat de eindbeoordeling enkel uit het examen.

*Zie 'Toelichting' onder 'Evaluatieactiviteiten' voor bijkomende informatie i.v.m. de tweede examenkans.