Verkeers- en lokaal strafrecht (B-KUL-C08G1B)

3 studiepuntenNederlands26 urenTweede semester
POC Rechten

Opgelet!
Voor dit opleidingsonderdeel geldt een contingentering. Raadpleeg de concrete voorwaarden en inschrijvingsmodaliteiten op
deze facultaire webpagina.


Leerdoelen

Met dit vak willen we de studenten sterk voorbereiden niet alleen op de vele - nog vaak onvoldoende erkende - bijzondere juridische aspecten van het verkeersstrafrecht (zowel naar materiaal als naar formeel strafrecht), maar ook op de administratieve afhandeling door politie, parket of gemeentelijke/provinciale administratieve diensten. Er is ook aaandacht voor de concrete invulling van straffen, de samenwerking met griffie of ontvanger van penale boeten, het effectief bekomen van schadevergoeding via verzekeraar, rechtbank, deurwaarder of in der minne, en zelfs slachtofferbegeleiding. Tenslotte komt ook de toenemende grensoverschrijdende samenwerking in verkeerszaken aan bod. Dit opleidingsonderdeel beperkt zich niet tot verkeersstrafrecht alleen omdat de politierechtbank naast de verkeersmisdrijven traditioneel ook verantwoordelijk is voor lokaal strafrecht. Dit is recentelijk herrezen onder vorm van de Gemeentelijke Administratieve Sancties, die grotendeels in de plaats komen van de vroegeren overtredingen en passen in de aanpak van 'overlast'.

Van de studenten wordt verwacht reeds een grondige inleiding tot strafrecht en strafprocesrecht genoten te hebben.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Verkeers- en lokaal strafrecht (B-KUL-C08G1a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College26 urenTweede semester
POC Rechten

1. Algemene werking van de politierechtbank (en de correctionele rechtbank als appelinstantie) voor en (in hoofdzaak) na de wet van 11 juli 1994; samenstelling en – bevoegdheid (strafrechtelijk versus burgerlijk – beroepsinstantie tegen gemeentelijke administratieve sancties);
 
2. Door de politierechtbank te beoordelen misdrijven (misdrijfkenmerken en specifieke misdrijfinhoud doorheen de constitutieve bestanddelen); bijvoorbeeld :
 
a) Misdrijven uit de wegverkeerswet, o.m.
     • vluchtmisdrijf
     • gebruik alcohol en drugs, dronkenschap en aanverwante misdrijven
     • rijbewijsmisdrijven
     • misdrijven i.v.m. verval van het recht tot sturen
     • inbreuken op uitvoeringsreglementen, waaronder het wegverkeer¬reglement van 1975 (structuur, indeling, interactie tussen misdrijven uit basiswet en uitvoeringsreglement)

b) Misdrijven uit het nationaal en Europees wegtransportrecht, o.m.
     • rij- en rusttijden en het toepasselijk controleapparaat (tachograaf)
     • technische eisen (massa-gewicht / overlading, afmetingen)
     • vergunningen voor het professioneel wegvervoer
     • vervoer gevaarlijke goederen

c) Misdrijven uit het verzekeringsrecht (WAM-wet), o.m.
     • niet-verzekering, afwezigheid verzekeringsbewijs

d) Wanbedrijven uit het strafwetboek, o.m.
     • onopzettelijke slagen en verwondingen en onopzettelijke doding als gevolg van een verkeersongeval
     • verkeersbelemmering en verkeersagressie

e) Overtredingen uit het strafwetboek en bijzondere strafwetten, o.m.
     • overtredingen heringevoerd in titel X – Boek II strafwetboek na het wetgevend ingrijpen in 2004 en 2005 (bijv. vernieling of beschadiging van roerende voorwerpen, nachtlawaai, lichte gewelddaden)
     • openbare dronkenschap
 
3. strafrechtelijke sanctionering
 
a) Straffen en maatregelen
     • begripsomschrijving (mede vanuit artikel 6 EVRM)
     • algemene hoofdstraffen (vrijheidsstraf – geldboete – werkstraf – eigen regime van vervangende straffen)
     • straffen fysieke persoon - rechtspersoon
     • bijzondere straffen en maatregelen in diverse door de politierechtbank toe te passen bijzondere strafwetten (onderscheid, verval van het recht tot sturen als straf en als maatregel, onmiddellijke intrekking rijbewijs, verbeurdverklaring voertuig)
     • strafoverzicht per groep van door de politierechtbank te beoordelen misdrijven
     • vraag naar alternatieve straffen en naar het onderscheid hoofd- en bijkomende straffen

b) Vergelijking van de relatieve zwaarte van straffen (rechtspraak van het grondwettelijk hof)

c) Eigen straftoemetingsregels (herhaling – verzachtende omstandigheden – samenloop en gevolgen van één of meerdere straffen) + opschorting en uitstel

d) Uitvoering van straffen (efficiënte inning van boetes)

e) Harmonisering en wederzijdse erkenning van sancties in EU en Raad van Europa
  
4. Inbedding in het algemeen strafrecht

     • mechanisme van toepasselijkheid van de algemene beginselen van het gemeenrechtelijk strafrecht (artikel 100 Sw.)
     • temporele en ruimtelijke gelding van de strafwet (continue wijziging van de verkeerswetgeving en reglementering)
     • opbouw van de misdrijfinhoud (integratie van dwingende Europese normen als concrete objectieve misdrijfinhoud, vereiste van een subjectieve misdrijfinhoud bij stilzwijgen wetgever, onachtzaamheid als penale schuldvorm)
     • misdrijfuitsluitingsgronden (noodtoestand als rechtvaardigings¬grond en overmacht als schulduitsluitingsgrond)
     • toerekening van het misdrijf – strafrechtelijke verantwoordelijkheid van fysieke persoon en rechtspersoon (cumulatief of alternatief)
 
5. Toepasselijke procedurevoorschriften
 
a) Algemene procedurevoorschriften
     • uitgebreid aantal verplichte dan wel facultatieve actoren in het strafproces voor de politierechtbank: openbaar ministerie (bijv. bevoegdheid arbeidsauditeur), beklaagde (fysieke persoon / rechtspersoon), burgerlijke partij (slachtoffer), burgerlijk aansprakelijke partij (bijv. werkgever), tussenkomende partij (bijv. verzekeraar) - wijze van tussenkomst en procedurele gevolgen, met bijzondere aandacht voor de drie laatstgenoemde actoren
     • verjaring van de strafvordering wegens verkeersmisdrijven
     • deskundigenonderzoek in verkeerszaken
     • bewijsproblematiek (vaststelling misdrijven – bijv. onbemande camera, flitspalen –, identificatie overtreder, bewijswaarde en bewijskracht pv’s)
     • bevoegdheid van de politierechtbank ratione materiae en ratione personae (16-jarigen - voorrecht van rechtsmacht)
     • rechtspleging voor de politierechtbank, met inbegrip van het (vaak in verkeerszaken gecombineerd) aanwenden van de rechtsmiddelen van beroep (hoofd- en incidenteel beroep) en verzet (gewone en buitengewone termijn) door de verschillende mogelijke actoren

b) Bijzondere procedurevoorschriften
     • eigen onderzoeksdaden en methodes (ademtest, ademanalyse, bloedonderzoek, urinetest)
     • inbeslagneming – immobilisering van voertuigen
     • buitengerechtelijke afhandeling (onmiddellijke inning, consignatie, minnelijke schikking)
     • politierechter als mini-onderzoeksrechter (toelating tot visitaties in fiscale, economische en sociale materies)
  
6. Door de politierechtbank te beoordelen administratieve inbreuken (Gemeentelijke Administratieve Sancties)
 
a) ratio legis
b) aard van de administratieve inbreuken en van de administratieve sancties / toepassing van strafrechtelijke concepten op deze administratieve inbreuken en sancties
c) bevoegdheid en procedure
 
7. Enkele juridische vraagstukken buiten het strafrecht vanuit de invalshoek van het wegverkeer (in de mate niet behandeld in andere vakken)
 
a) Burgerrechtelijke vraagstukken
     • foutaansprakelijkheid, schade en schadeloosstelling bij verkeers¬inbreuken
     • foutloze of objectieve aansprakelijkheid (vergoeding zwakke weggebruiker – artikel 29bis WAM-wet)

b) Verzekeringsrechtelijke vraagstukken
     • verzekeraar burgerlijke aansprakelijkheid als tussenkomende partij en als gesubrogeerde partij in het strafproces
     • regres van de verzekeraar burgerlijke aansprakelijkheid – interactie met strafrecht (toepassing van de straftoemetingsregels van de samenloop)
     • tussenkomst GMWF

c) Sociaalrechtelijke vraagstukken
     • tussenkomst van de werkgever (fysieke persoon + rechtspersoon) als burgerrechtelijk aansprakelijke partij in het strafproces (schade + gerechtskosten + geldboete)
     • aansprakelijkheid van de werknemer (art. 18 wet arbeidsovereen¬komsten)
 
8. Algemene vraagstukken inzake verkeersbeleid
 
• beleid inzake verkeersveiligheid en verkeersslachtoffers
• beleid inzake verkeerregelgeving
• beleid inzake verkeershandhaving (controle en sanctionering): juridische aard en efficiëntie van het handhavingsmodel en instrument (strafrechtelijk – administratief – burgerlijk)

Wordt bij het begin van het college door de docent meegedeeld.

De activiteiten beperken zich niet tot een puur praktijkcollege. Gezien het om een intradisciplinaire materie gaat (banden tussen strafrecht, burgerlijk, verzekerings- en sociaal recht) en ook om een interdisciplinaire ( met alcoholintoxicatie, opgedreven voertuigen, oorzaken van botsingen, snelheidsmeting, graden van invaliditeit e.d. ) zal immers de juridische verwerking van wetenschappelijke vaststellingen uit andere sectoren nodig zijn via klassieke hoorcolleges.. Bovendien komt ook de rechtsvergelijkende (bv. rijbewijs met punten) en Europese (rij- en rusttijden, wederzijdse erkeninning en afdwinging van sancties in EU) dimensie aan bod. Steeds zal bij dit alles gebruik gemaakt worden van de massa aan empirische en rechtsvergelijkende informatie die over verkeer beschikbaar is.

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Verkeers- en lokaal strafrecht (B-KUL-C28G1b)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling