Vennootschapsrecht (B-KUL-C07C3A)
Doelstellingen
Aan de studenten wordt, aan de hand van een aantal geselecteerde onderwerpen, een vollediger en grondig inzicht geboden in de fundamentele krachtlijnen van het Belgisch vennootschaps- en verenigingsrecht zoals dat vandaag geldt. Daarbij wordt geen volledigheid betracht, maar een behandeling van onderwerpen die in het bredere kader van het organisatierecht, belangrijk zijn voor een ondernemingsjurist.
Begintermen
Studenten moeten met succes een basiscursus vennootschapsrecht op bachelorniveau achter de rug te hebben, en hebben belangstelling voor de algemene ontwikkelingen in de ondernemingswereld, en voor de wijze waarop de samenwerking in ondernemingen juridisch vorm wordt gegeven.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Master in de rechten (Leuven) (Major economisch recht) 120 sp.
- Master in de rechten (Leuven) (Minor economisch recht) 120 sp.
- Master in de accountancy en het revisoraat (programma voor studenten gestart vóór 2024-2025 in de master en/of in het schakel- of voorbereidingsprogramma indien zij hiervoor kiezen) (Leuven) 60 sp.
- Master handelsingenieur (Leuven) 120 sp.
- Master handelsingenieur (Leuven) (Major: Accountancy en auditing) 120 sp.
- Master in de economie, het recht en de bedrijfskunde (Leuven) (Optie: Finance en financieel recht) 120 sp.
- Master handelsingenieur: bidiplomering UCLouvain (inkomend) (Leuven e.a.) (Opleidingsonderdelen KU Leuven: Major: Accountancy en auditing) 126 sp.
- Master in de accountancy en het revisoraat (programma voor studenten gestart in de master in 2024-2025 of later, en voor studenten gestart in de master en/of het schakel- of voorbereidingsprogramma vóór 2024-2025 indien zij hiervoor kiezen) (Leuven) 60 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
6 sp. Vennootschapsrecht (B-KUL-C07C3a)
Inhoud
Het vak ‘vennootschaps- en verenigingsrecht’ bouwt voort op het gelijknamige onderdeel uit de cursus ‘Ondernemingsrecht’ (2e bac rechten) (of een gelijkaardige cursus in een andere opleiding), maar diept het “recht van de samenwerking’ grondiger uit. Na een algemene inleiding waarin dat recht opnieuw kort wordt gesitueerd, komt een aantal thema’s aan bod (die jaarlijks kunnen variëren) die ofwel (zeer) beknopt ofwel helemaal niet aan bod zijn gekomen in de opleiding tot nu toe. De concrete thema’s worden meegedeeld bij de aanvang van het academiejaar, na consultatie van de studenten. Sommige onderwerpen werden dus inderdaad al behandeld in het basisvak-onderdeel, maar de studenten kunnen ervan uitgaan dat de analyse een heel stuk dieper graaft. De wet, de rechtspraak en de rechtspraktijk komen daarbij aan bod. Waar nodig wordt de brug gelegd naar andere domeinen uit het ondernemingsrecht. De docent beoogt, ondanks de grootte van de groep, de lessen interactief te houden (hou daarbij de waarheid in het achterhoofd dat er geen dwaze antwoorden zijn, alleen dwaze vragen).
Het streefdoel is dat de studenten juridische reflexen onder de knie krijgen die onontbeerlijk zijn in elke carrière waarin het vennootschaps- en het verenigingsrecht te pas komt.
Studiemateriaal
Aan de studenten worden zeer omstandige slides ter beschikking gesteld (die elk jaar worden aangepast, in functie van de gekozen thema’s en recente ontwikkelingen), samen met een literatuurlijst (die om dezelfde reden elk jaar wordt aangepast; de geselecteerde artikelen zijn alle beschikbaar via de Rechtsbibliotheek).
Toelichting onderwijstaal
Nederlands
Toelichting werkvorm
De docent doet in de mate van het mogelijke haar best om interactiviteit te stimuleren, ondanks de relatief grote groep. Van de opgelegde discussiesessies wordt gebruik gemaakt om bepaalde kennis toe te passen via vragen, zodat de studenten zich ook een idee kunnen vormen van het examen.
Bij dit opleidingsonderdeel worden discussiecolleges georganiseerd. De discussiecolleges hanteren een activerende onderwijsvorm. Aanwezigheid bij deze discussiecolleges is daarom verplicht en wordt gecontroleerd. De planning, invulling en wijze van controle van deelname bij de discussiecolleges en bijhorende voorbereidende opdrachten, worden bij aanvang van het semester door de titularis meegedeeld. Ongewettigde afwezigheid kan resulteren in een opgelegde vervangtaak, een maluspunt of het wegvallen van een aan aanwezigheid gekoppeld bonuspunt, afhankelijk van de regeling die bij aanvang van het opleidingsonderdeel wordt gecommuniceerd.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Vennootschapsrecht (B-KUL-C27C3a)
Toelichting
Het examen is schriftelijk en bestaat uit twee delen. In twee essay-vragen wordt gepolst naar de overkoepelende kennis van de studenten; in het aansluitende multiple choice gedeelte (met giscorrectie) wordt eerder gepeild naar de technische vaardigheden.