Kunst- & cultureel-erfgoedrecht (B-KUL-C05I4A)

3 studiepuntenNederlands26 urenTweede semester
POC Rechten

Opgelet!
Voor dit opleidingsonderdeel geldt een contingentering. Raadpleeg de concrete voorwaarden en inschrijvingsmodaliteiten op deze facultaire webpagina.


Leerdoelen

In dit college worden de studenten vertouwd gemaakt met de juridische, de beleidsmatige en de ethische kwesties die zich aandienen in de nationale en internationale kunst- en erfgoedsector. Als zodanig verwerven de studenten inzicht in de stucturen en fundamentele vragen van het kunst- en cultureel-erfgoedrecht. Daarnaast ontwikkelen zij de vaardigheden en de openheid om het functioneel rechtsgebied, dat het kunst- en cultureel-erfgoedrecht is, intra- en interdisciplinair te benaderen. Tot slot wil dit college de studenten inzicht geven in de maatschappelijke relevantie van het kunst- en erfgoedrecht in de pluralistische samenleving van de 21e eeuw.


Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:

De student bezit naast een basiskennis van het recht, ook een grondige, geïntegreerde kennis van het nationale, Europese en internationale recht van bepaalde samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) en heeft een duidelijk inzicht in de wisselwerking van deze drie rechtsordes, waarbij de kennis van het positieve recht samengaat met inzicht in grondslagen en beginselen van het recht.

De student
• kan de huidige stand met betrekking tot een juridische kwestie, zowel bondig als diepgaand, accuraat beschrijven
• kan de juridische aspecten van een maatschappelijk probleem identificeren
• kan een juridisch probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren
• kan een maatschappelijk probleem analyseren en beoordelen en hierover een onderbouwde stelling of oplossing formuleren
• kan de in de respectieve (nationale, Europese, internationale) rechtsordes verworven kennis en inzichten integreren tegen de achtergrond van de meergelaagdheid van het recht

De student bezit zowel gespecialiseerde (ten aanzien van basiskennis verbredende en verdiepende) kennis en inzicht in een aantal samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) alsook diepgaande kennis in transversale rechtsdomeinen die uitdrukking geven aan de samenhang en/of wisselwerking tussen de verschillende basisrechtsgebieden dan wel aan vernieuwing en dynamiek in het recht.

De student
• kan kennis en inzicht aanwenden op gespecialiseerd en gedetailleerd niveau bij vakinhoudelijke discussies en vragen
• kan kritisch positie innemen ten aanzien van maatschappelijke en/of juridische vernieuwing in transversale rechtsdomeinen en zich positioneren ten aanzien van out-of-the-box redeneringen of oplossingen in het recht
• kan de wisselwerking tussen verschillende samenhangende basisrechtsdomeinen duiden en operationaliseren

De student kan juridische argumenten en redeneringen kaderen in een maatschappelijke, historische en/of waardegeoriënteerde context, dankzij een kritische en reflexieve grondhouding ten aanzien van recht, mens en maatschappij.

De student
• kan de wisselwerking tussen recht, mens, maatschappij en de daarmee verband houdende normen en waarden, identificeren en operationaliseren in een juridische context
• kan de dynamiek van het recht aan de hand de historische ontwikkeling van dat recht, identificeren en operationaliseren in een juridische context

De student hanteert een systematische methode in zijn benadering van complexe juridische en maatschappelijke vraagstukken. Hij is in staat om zelfstandig een juridische analyse en synthese te maken van problemen met het oog op de beantwoording van vragen met een juridisch of maatschappelijk karakter. De student beschikt over het methodologische en argumentatieve vermogen om aanvaardbare oplossingen aan te dragen en te legitimeren en is in staat om op kritische wijze verklarende, evaluatieve en probleemoplossende standpunten in te nemen.

De student
• kan zijn/haar analytisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen
• kan zijn/haar synthetisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen
• kan een afweging en een beargumenteerde keuze maken tussen verschillende juridische mogelijkheden
• kan een eigen juridisch verantwoorde stelling formuleren over een juridisch of maatschappelijk probleem

Belangstelling voor kunst, cultuur en cultureel erfgoed als maatschappelijk fenomeen en als economische factor in de Europese samenleving, alsook voor de juridische, ethische en beleidsmatige kwesties die ermee verbonden zijn.

Onderwijsleeractiviteiten

3 sp. Kunst- & cultureel-erfgoedrecht (B-KUL-C05I4a)

3 studiepuntenNederlandsWerkvorm: College26 urenTweede semester
POC Rechten

Het kunst- en cultureel-erfgoedrecht is een functioneel rechtsgebied, aangezien de rechtsregels gestructureerd zijn rondom een object of activiteit en de functies die deze in de samenleving (moeten) vervullen. Zodoende komen kwesties uit tal van traditionele rechtstakken aan bod (e.g. contractenrecht, aansprakelijkheidsrecht, goederenrecht, IPR, publiekrecht, intellectuele eigendomsrecht, internationaal recht, distributierecht, fiscaal recht,…), voor zover zij betrekking hebben op de cultuursector in het algemeen en het kunstvoorwerp in het bijzonder.

Bondig gesteld biedt dit opleidingsonderdeel een analyse van de rechtsregels inzake creatie, preservatie, circulatie en valorisatie van cultuurgoederen en -uitingen.

Een algemene inleiding maakt de studenten wegwijs in het belang van de kwalificatie als kunstvoorwerp of cultuurgoed in diverse rechtstakken. Aansluitend krijgt deze gedachte uitdieping door de behandeling van de voormelde klassieke peilers van het kunst- en cultureel-erfgoedrecht: creatie, preservatie, circulatie en valorisatie van cultuurgoederen. De concreet behandelde topics binnen deze klassieke peilers worden ingevuld in functie van de actualiteit ervan als gevolg van gebeurtenissen/evoluties in het erfgoedveld.

De analyse van de regelgeving en de bijhorende rechtspraak zowel uit civil law als common law jurisdicties vormt het uitgangspunt bij elk van de behandelde deelproblematieken. Deze aanpak is er finaal op gericht de student in staat te stellen op gefundeerde wijze beheers- en beleidskeuzes in de cultuur en erfgoedsector te maken.

  • Tekstmateriaal op Toledo
  • Slides op Toledo
  • Audio-visueel materiaal

Hoorcolleges (+ ev. gastlezing / terreinbezoek (e.g. veilinghuis, museum, erfgoedorganisaties, …))

Evaluatieactiviteiten

Evaluatie: Kunst- & cultureel-erfgoedrecht (B-KUL-C25I4a)

Type : Examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Mondeling
Vraagvormen : Open vragen
Leermateriaal : Wetboek/codex


Keuze voor de studenten tussen een paper of een klassiek examen:

Paper
• Redactie van een paper over een onderwerp dat aansluit bij de leerstof
• Mondelinge toelichting van de paper

Klassiek examen
• mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (of schriftelijk, al naargelang de haalbaarheid voor de examenplanning)
• examen tijdens de examenperiode
• gesloten boek
• Drie hoofdvragen waarbij naar inzicht gepeild wordt in zowel de juridische, de beleidsmatige als de ethische kwesties die zich aandienen in de nationale en internationale kunst- en erfgoedsector.