Loon en employee benefits (B-KUL-C05I1A)
Doelstellingen
Algemene doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel biedt een brede en tegelijk verdiepende kijk op één van de meest wezenlijke onderdelen van het sociaal recht: loon. De diverse aspecten van loonvorming worden geïntegreerd benaderd vanuit verschillende rechtstakken. Deze geïntegreerde benadering vergt vooreerst een overzicht van en inzicht in het geheel van loonvormen en beloningstechnieken.
Algemene leerdoelen
Aan het einde van de cursus wordt de student geacht in staat te zijn om:
• inzicht te hebben in de complexe problematiek van beloning en de juridische normering ervan;
• gefragmenteerde kennis over verschillende loonvormen tot een groter kennisgeheel te verwerken;
• op een algemene wijze de structuur, het begrippenkader, de technieken en de betekenis van loon en loonvorming uit te leggen;
• door een constructief-kritische en analytische houding verbanden te leggen tussen dit opleidingsonderdeel en verwante opleidingsonderdelen waarin over beloning wordt gesproken;
• op een algemene wijze invulling te geven aan de loonbeschermingsmechanismes van de belangrijkste loonvoordelen;
• het belang in te zien van een bepaalde loonpolitiek gevolgd door een onderneming, een paritair comité en de overheid met inbegrip van de nationale sociale partners.
Concrete leerdoelen
Concreet wordt de student geacht in staat te zijn om:
• de verschillende inhoudelijke omschrijvingen van de loonbegrippen te geven;
• een omschrijving te geven van de principes loonvorming op macro, meso en microniveau;
• de belangrijkste actoren te (h)erkennen en benoemen bij de loonvorming op macro-, meso- en microniveau;
• de basisbegrippen van loonvorming zoals gewaarborgd minimumloon, loonnorm, interprofessionele akkoorden, functieclassificatie, loonindexering, loonspanning, socialezekerheidsbijdragen, doelgroepenbeleid, berekeningswijzen van beroepsinkomens juridisch te duiden in zowel het sociaal recht als het fiscaal recht;
• de rechtspositie van de werknemer, zelfstandige en ambtenaar met betrekking tot verschillende loonbeschermingsmechanismes te analyseren en te verklaren;
• de verschillende vormen van loonkloven te verklaren vanuit de antidiscriminatiewetgeving;
• het belang van het gewaarborgd loon en het loon bij arbeidsongeschiktheid te verklaren en toe te passen op eenvoudige casussen;
• de juridische werking en het belang van loonbeslag, loondelegatie en loonoverdracht te (h)erkennen en de regels dienaangaande concreet te kunnen toe te passen op casussen;
• de aanvullende sociale verzekeringen in het algemeen te situeren, te begrijpen en toe te lichten;
• aanvullende pensioenen en hun belang te situeren, te begrijpen en toe te lichten;
• de fiscale optimalisatie van aanvullende pensioenen voor werknemers en zelfstandigen in te schatten en te erkennen;
• de eigenheid van hospitalisatieverzekeringen als aanvullend sociaal voordeel in te zien;
• cafetariaplannen te situeren, te begrijpen en toe te lichten;
• de notie “kosten eigen aan de werkgever” te kaderen vanuit het standpunt van de werkgever, werknemer, fiscus en RSZ en concreet toe te passen om enkele casussen;
• het belang van de notie “loon bij ontslag” in te zien en dit te kunnen omschrijven aan de hand van verschillende vormen van ontslagen; in dit onderdeel hoort ook de inschatting van het sociaal passief, de (uitdovende) formule Claeys, de harmonisatiegedachte, ...);
• door een diepgaande kennis van de diverse onderdelen van de loonvorming praktijktoepassingen te maken;
• de verschillende effecten van een bepaalde loonpolitiek op de drie niveaus in te schatten naar concrete loonvoordelen. Studenten worden verwacht om aan de hand van de geleerde begrippen, concepten en analyses bepaalde opties in loonpolitiek te kunnen duiden en constructief kritisch te bediscussiëren.
Dit opleidingsonderdeel draagt bij tot volgende leerresultaten en kerndoelen:
De student bezit naast een basiskennis van het recht, ook een grondige, geïntegreerde kennis van het nationale, Europese en internationale recht van bepaalde samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) en heeft een duidelijk inzicht in de wisselwerking van deze drie rechtsordes, waarbij de kennis van het positieve recht samengaat met inzicht in grondslagen en beginselen van het recht.
De student
• kan de in de respectieve (nationale, Europese, internationale) rechtsordes verworven kennis en inzichten integreren tegen de achtergrond van de meergelaagdheid van het recht
De student bezit zowel gespecialiseerde (ten aanzien van basiskennis verbredende en verdiepende) kennis en inzicht in een aantal samenhangende basisrechtsdomeinen (in onze instelling gedefinieerd als privaatrecht, publiekrecht, strafrecht, sociaalrecht, economisch recht, fiscaal recht, internationaal- en Europees recht) alsook diepgaande kennis in transversale rechtsdomeinen die uitdrukking geven aan de samenhang en/of wisselwerking tussen de verschillende basisrechtsgebieden dan wel aan vernieuwing en dynamiek in het recht.
De student
• kan kennis en inzicht aanwenden op gespecialiseerd en gedetailleerd niveau bij vakinhoudelijke discussies en vragen
• kan kritisch positie innemen ten aanzien van maatschappelijke en/of juridische vernieuwing in transversale rechtsdomeinen en zich positioneren ten aanzien van out-of-the-box redeneringen of oplossingen in het recht
• kan de wisselwerking tussen verschillende samenhangende basisrechtsdomeinen duiden en operationaliseren
De student kan juridische argumenten en redeneringen kaderen in een maatschappelijke, historische en/of waardegeoriënteerde context, dankzij een kritische en reflexieve grondhouding ten aanzien van recht, mens en maatschappij.
De student
• kan de wisselwerking tussen recht, mens, maatschappij en de daarmee verband houdende normen en waarden, identificeren en operationaliseren in een juridische context
• kan de dynamiek van het recht aan de hand de historische ontwikkeling van dat recht, identificeren en operationaliseren in een juridische context
• kan een aan mens en maatschappij gerelateerd referentiekader ontwikkelen en er kritisch afstand van nemen
De student hanteert een systematische methode in zijn benadering van complexe juridische en maatschappelijke vraagstukken. Hij is in staat om zelfstandig een juridische analyse en synthese te maken van problemen met het oog op de beantwoording van vragen met een juridisch of maatschappelijk karakter. De student beschikt over het methodologische en argumentatieve vermogen om aanvaardbare oplossingen aan te dragen en te legitimeren en is in staat om op kritische wijze verklarende, evaluatieve en probleemoplossende standpunten in te nemen.
De student
• kan zijn/haar analytisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen
• kan zijn/haar synthetisch vermogen aanwenden om complexe juridische of maatschappelijke vraagstukken te verklaren, te evalueren of op te lossen
• kan een afweging en een beargumenteerde keuze maken tussen verschillende juridische mogelijkheden
• kan een eigen juridisch verantwoorde stelling formuleren over een juridisch of maatschappelijk probleem
• kan juridische kennis, inzicht en vaardigheden omzetten in voor de juridische beroepsbeoefening relevante output
Begintermen
• Kennen: juridische basisvorming van het arbeidsrecht, het socialezekerheidsrecht en het fiscaal recht.
• Kunnen: begin van zelfstandige wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden.
• Houding: kritisch denkvermogen; bijzondere interesse en gevoeligheid voor de loonproblematiek.
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
C04M4A : Loon en employee benefits (werkstudenten)
Plaats in het onderwijsaanbod
- Master in de rechten (Leuven) (Major sociaal recht) 120 sp.
- Master in de rechten (Leuven) (Minor sociaal recht) 120 sp.
- Master in de fiscaliteit (Leuven) 60 sp.
- Master in de actuariële en financiële wetenschappen (Leuven) 120 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
6 sp. Loon en employee benefits (B-KUL-C05I1a)
Inhoud
Algemene situering. Loon is een belangrijk begrip in het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht. Loon komt in vele gedaanten voor. Tijdens dit opleidingsonderdeel wordt er vanuit verschillende invalshoeken ingegaan op deze gedaanten en de vorming ervan. Enkele specifieke loonvormen worden in detail geanalyseerd.
Inhoud
1. Het loonbegrip (verschillende invullingen, AOW, LBW, SZ, feestdagen, ...) en loonkostbegrip
2. Loonvorming
2.1. Macroniveau (gewaarborgd minimum, loonnorm en concurrentiekracht, interprofessioneel akkoord…)
2.2. Mesoniveau (functieclassificatie, loonbarema’s, gelijke beloning, indexering…)
2.3. Microniveau (loonspanning, socialezekerheidsbehandeling, personenbelasting…)
3. Loonbeschermingsmechanismen
4. Loon en gelijke behandeling (gelijke beloning, leeftijdsdiscriminatie, anciënniteitsdiscriminatie)
5. Gewaarborgd loon (loon en arbeidsongeschiktheid)
6. Loon bij grensoverschrijdende tewerkstelling (salary split en detachering)
7. Beloning en vervoer (woon-werkverkeer; bedrijfswagens, carpooling, verkeersboetes…)
8. Werknemersparticipatie in de resultaten van de onderneming (participatie, opties, aandelen, niet recurrente resultaatsgebonden voordelen…)
9. Aanvullende pensioenen (werknemers, zelfstandigen en overheidspersoneel)
10. Hospitalisatieverzekeringen
11. Cafetariaplannen
12. Loonbeslag, loondelegatie en loonoverdracht
13. Kosten eigen aan de werkgever versus beloning
14. Vakantiegeld (jaarlijkse vakantie en vakantiegeld bij uitdiensttreding)
15. Ontslagvergoedingen en vergoedingen uitdiensttreding (wet, Claeys, sociaal passief, harmonisatie, ...)
16. Loonpolitiek: de wisselwerking tussen micro-, meso- en macroniveau
Studiemateriaal
• Reader met artikels en literatuur (deels ter beschikking op TOLEDO) die jaarlijks wordt geactualiseerd.
• Slides via presentatiesoftware
Toelichting werkvorm
Om de leerdoelen te bereiken is het volgen van de interactieve hoorcolleges wenselijk. Voor bepaalde concrete leerdoelen is lesvoorbereiding van de student wenselijk. Dit houdt in dat bepaalde aangereikte teksten gelezen moeten worden voor de aanvang van het college. Dit wordt tijdig aangekondigd.
Het structureren van de leerstof, het uitwerken van overzichten, het opstellen van samenvattingen en het opstellen schema’s zijn goede hulpmiddelen om de leerdoelen te bereiken. De student moet actief leren om gekende voorbeelden te extrapoleren en om te zetten naar ongeziene voorbeelden. Hiertoe moeten de aangereikte teksten, de slides en de nota’s van de hoorcolleges als een geheel worden aanzien.
Evaluatieactiviteiten
Evaluatie: Loon en employee benefits (B-KUL-C25I1a)
Toelichting
Het examen betreft een mix van theoretische vragen en oefeningen, van grote en kleine omvang.